Laatste nieuws
4 minuten leestijd

Andermans recepten

Plaats een reactie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN 


Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 23 maart 2010 binnengekomen klacht van: 

A, wonende te B, klagers, ouders van C, wonende te D, advocaat: mr. Y. Kikkert


tegen

E,  wonende te F, verweerder, huisarts, BIG reg. nr:.



1. Verloop van de procedure

Het College heeft kennisgenomen van


-         het klaagschrift van 22 maart 2010, ingekomen op 23 maart 2010;

-         het verweerschrift van 3 juni 2010, ingekomen op 8 juni 2010;

-         de repliek (ongedateerd), ingekomen op 2 juli 2010;

-         de dupliek van 13 juli 2010, ingekomen op 14 juli 2010,

Partijen hebben geen gebruikt gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in vooronderzoek te worden gehoord. De klacht is behandeld ter openbare zitting van5 oktober 2010. Partijen zijn verschenen. Klagers werden bijgestaan door hun advocaat.

2. Vaststaande feiten Voor beoordeling van de klacht gaat het College uit van de volgende feiten, die tussen partijen als niet of onvoldoende betwist vaststaan.
2.1.     

Klagers zijn de ouders van C, geboren te G op X.

2.2     
Bij beschikking van de rechtbank Assen van 31 maart 2009 is de vader samen met een ander benoemd tot bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan C en is de moeder samen met die ander benoemd tot mentor van C. De kantonrechter overwoog dat aannemelijk is geworden dat C als gevolg van haar lichamelijke en/of geestelijke toestand niet in staat is ten volle haar belangen zelf behoorlijk waar te nemen.

2.3     

Verweerder was de huisarts van C.

3. De klacht
De klacht luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.

Verweerder heeft, nadat een psychiater hem mondeling had geadviseerd aan C Carbamazepine voor te schrijven, dit recept steeds verlengd zonder een behoorlijke controle uit te oefenen. C was altijd moe en niet meer in staat tot fietsen en wandelen. Klagers schrijven dit toe aan het gebruik van de Carbamazepine.

4. Het verweer
Verweerder brengt naar voren dat hij het recept inderdaad op advies van een psychiater, te weten H, verbonden aan I, heeft voorgeschreven en telkens verlengd. De gedrags- en stemmingsproblemen van de patiënte verdwenen bij het gebruik van het middel. Na het staken van het gebruik zijn deze problemen weer teruggekeerd, waarmee, zo begrijpt het College, in de visie van verweerder bewezen is dat het middel goed werkte. Van de bijwerkingen die klagers noemen, is hem niets bekend. Naar zijn mening was er dus geen reden de medicatie niet voort te zetten.


5. Beoordeling van de klacht
Naar aanleiding van de stukken en het verhandelde ter zitting overweegt het college als volgt.

5.1    
De moeder is als mentor van de meerderjarige C gerechtigd tot het indienen van een klacht. De vader is dat als bewindvoerder niet, zodat het College hem in zijn klacht niet-ontvankelijk zal verklaren.

5.2               

Het College stelt voorop dat van een redelijk bekwaam huisarts mag worden     verwacht dat hij bij het voorschrijven van medicatie en het uitschrijven van herhaalrecepten de benodigde controles uitoefent. Daarbij gaat het om de eventuele onverenigbaarheid met andere medicijnen en de (beoogde) werking en bijwerkingen van het middel.

5.3

Hieraan kan niet afdoen dat het medicijn, zoals in dit geval, is voorgeschreven op advies van een psychiater. Ter terechtzitting heeft verweerder desgevraagd verklaard dat er met deze psychiater geen afspraak bestond dat deze de controles zou uitvoeren. Dat lag ook niet voor de hand, omdat deze het uitschrijven van het eerste recept en de herhaalrecepten aan verweerder heeft overgelaten en verweerder dat ook heeft geaccepteerd. Hieruit volgt dat hij deze medicatie voor zijn verantwoording heeft genomen en daarop dus kan worden aangesproken.

5.4
In het Farmacotherapeutisch Kompas (http://www.fk.cvz.nl) is omtrent het middel Carbamazepine, voor zover voor de beoordeling van deze klacht van belang, het volgende opgenomen:

Waarschuwingen en voorzorgen
Vóór het begin van de behandeling en periodiek gedurende de behandeling moeten het volledig bloedbeeld (inclusief trombocyten, reticulocyten en serumijzer) en leverfunctie worden gecontroleerd. Bij enig bewijs van significante beenmergdepressie, bij verslechtering van de leverfunctie of bij optreden van ernstige allergische huidreacties, de behandeling beëindigen. Patiënten met een verhoogde intra-oculaire druk moeten, gezien het licht anticholinerge effect van carbamazepine, tijdens de therapie regelmatig worden gecontroleerd. Tijdens behandeling is controle op suïcidale gedachten en –gedrag aangewezen. Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden. Abrupt staken van de therapie kan aanvallen plots doen ontstaan. Bij staken daarom uitsluipend doseren.

5.5
Deze ‘waarschuwingen en voorzorgen’, waarnaar het College verwijst en tot de zijne maakt,  hadden verweerder tot voorzichtigheid moeten leiden zowel bij het eerste recept als bij de herhaalrecepten. Die voorzichtigheid had in het bijzonder moeten blijken uit regelmatige controles. Verweerder heeft onvoldoende bestreden dat hij geen, althans onvoldoende, controle heeft uitgeoefend op het gebruik van het medicijn. Dit brengt mede dat de klacht gegrond is. De vraag of het middel voor de patiënte geschikt was en of het de door de moeder gestelde bijwerkingen had, in die mate als door de moeder gesteld, moet het College in het midden laten. Daarvoor ontbreken de gegevens die juist uit de controles hadden kunnen blijken.

5.6
De gegrondverklaring van de klacht wijst op een professioneel verzuim waarvoor een tuchtrechtelijk verwijt moet worden gemaakt zonder daarop het stempel van laakbaarheid te drukken. Het College zal met een waarschuwing volstaan.


6. Beslissing

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Groningen:

verklaart de vader niet-ontvankelijk in zijn klacht;

verklaart de klacht van de moeder gegrond;

legt verweerder de maatregel van waarschuwing op.

         

Aldus gegeven door:


Mr. dr. H.L.C. Hermans, voorzitter,

Drs. R. van der Eijk, lid-geneeskundige,

Drs. F.B. Kaufmann, lid-geneeskundige,

bijgestaan door mw. mr. H.D. de Groot, secretaris. 


en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2010 door de voorzitter, in tegenwoordigheid van de secretaris.

  • Meer tuchtzaken

<b>PDF van deze uitspraak</b>
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.