Ja, natürlich
Plaats een reactieDe grond voor de Veldwerk-column ‘Ja, natürlich’ (MC 8/2011: 467) is terug te voeren tot de eed van Hippocrates: ‘Mijn leermeester zal ik eren en liefhebben als mijn ouders. Ik zal in gemeenschap met hem leven en zo nodig mijn bezit met hem delen, de kunst leren zonder vergoeding en zonder dat daartoe een schriftelijke belofte nodig is. Aan mijn zonen, aan de zonen van mijn leermeester en aan de leerlingen die verklaard hebben zich aan de regelen van het beroep te zullen houden, aan hen allen zal ik de grondslagen van de kunst leren.’
Mijn oude Hollandse professor placht altijd te zeggen: ‘de assistent is verantwoordelijk voor zijn eigen opleiding’ en hoe ouder ik word hoe meer gelijk hij daarin krijgt, al was ik het als assistent daarin al volledig met hem eens. Het komt mij vaak voor dat de huidige assistenten meer bezig zijn met het aantal uren dat ze per week mogen werken en dienst doen, met het juridisch afdekken van verantwoordelijkheid en met het laten aftekenen van het o zo belangrijke poëziealbum dan dat ze vooraan staan om leermomenten op te doen (de goede assistenten niet te na gesproken). Daar valt uiteraard tegenin te brengen dat de bureaucratisering van de zorg en de opleiding (om niet te schrijven van de samenleving) dit gedrag in de hand werkt.
Rüschegg Heubach (Zwitserland), februari 2011
dr. J.B. van Rijswijk, kno-arts en reconstructief aangezichtschirurg
- Meer brieven
- Er zijn nog geen reacties