Forensische kinderpoli zelden ingeschakeld

In het nieuwsbericht ‘Forensische kinderpoli zelden ingeschakeld’ wordt Lonneke van Duurling geciteerd die – naar aanleiding van het rapport van de commissie-Gunning naar seksueel misbruik van kinderen in de Amsterdamse zedenzaak – beweert dat ‘de artsen in het AMC prima artsen zijn, maar gespecialiseerd in hulpverlening en niet in onderzoek dat later een rol kan gaan spelen in waarheidsvinding’ (MC 16/2011: 964). Hiermee wordt de suggestie gewekt dat het onderzoek onvoldoende deskundig zou zijn uitgevoerd, waarbij het forensisch onderzoek zou zijn veronachtzaamd.

De betrokken kinderen in deze zedenzaak zijn allen onderzocht door een multidisciplinair team in het AMC. Er was en is geen reden om af te wijken van samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van kindermishandeling en seksueel misbruik, overeenkomsten die al jaren bestaan met de deskundige kinderartsen en het AMC. Er is in de acute fase van de zedenzaak expliciet gekozen voor het samenbrengen van ‘Amsterdamse’ expertise om daarmee continuïteit van zorg te borgen, eenduidigheid van werkwijze te bevorderen en dubbele belasting van slachtoffers en ouders door separaat forensisch onderzoek te voorkomen.

Het onderzoeksteam in het AMC dat de slachtoffertjes van de zedenzaak onderzocht, bestaat uit deskundigen die zijn gespecialiseerd in onderzoek van kinderen die op (zeer) jonge leeftijd zijn misbruikt. Het AMC-team werd bijgestaan en ondersteund door forensische artsen van de GGD, die bij elk onderzocht kind zijn betrokken bij de forensische beoordeling. Deze werkwijze is besproken in een regiegroep waarin specialisten op alle gebieden van zorg participeren. De onderzoeken zijn lege artis en volgens de hoogst mogelijke professionele normen door een expertiseteam verricht, waarbij de hulpverlening en het forensische onderzoek elkaar niet hebben gehinderd. Het onderzoek in Amsterdam is daarmee zeker niet een gemiste kans, maar zorgvuldig en professioneel uitgevoerd.

Amsterdam, april 2011

dr. J.S.A. Fennema, arts, directeur GGD Amsterdam

W. Tuinebrijer, psychiater, eerste geneeskundige GGD Amsterdam

• Meer brieven