XY - Sandro Veronesi

Arts en priester tegen het kwaad

In de buurt van een klein Italiaans berggehucht waar nooit iets gebeurt, voltrekt zich op een winterochtend de ultieme gruwel. In het naburige bos worden elf zwaarverminkte lijken ontdekt. De doodsoorzaken blijken even divers als surreëel: kogels en steekwonden, verstikking, een heroïneoverdosis, een haaienbeet. Alle slachtoffers zijn, zo blijkt uit forensisch onderzoek, op hetzelfde ogenblik om het leven gekomen. Een twaalfde slachtoffer, een jong meisje, wordt vermist. Het dorp wordt wereldnieuws.

XY heet het boek waarin de gebeurtenis – die overigens niet de enige met een onwaarschijnlijk karakter is – wordt beschreven, en het is nadrukkelijk geen thriller. Want vrijwel van meet af aan beseft de lezer dat een verklaring of een oplossing van het raadsel niet in het verschiet ligt. Dat het boek desondanks een pageturner is, bewijst de kwaliteit van de auteur, de Italiaan Sandro Veronesi, die eerder al grote indruk maakte met het aangrijpende Kalme chaos (dat ook is verfilmd).

XY wordt beurtelings verteld door de pastoor van het dorpje, don Ermete, en door een jonge arts, de psychiater Giovanna Gassion, die beiden alles in het werk stellen om de dorpelingen tegen de bijna besmettelijke waanzin die het gevolg is van de mysterieuze wandaden te beschermen.

Giovanna worstelt met liefdesperikelen, een overbezorgde moeder en met de contouren en de inhoud van haar vak. Don Ermete is een priester met een in mysterie gehuld ‘verleden’ die na de ramp het vertrouwen van zijn parochieleden geleidelijk kwijtraakt. Ze vormen een merkwaardig duo: de rationele arts en de metafysisch angehauchte priester die gelooft in het bestaan van de duivel. Wie denkt dat dit wel moet uitdraaien op een klassieke botsing tussen wetenschap en geloof heeft het mis.

Beiden zien zich genoodzaakt de gruweldaden, die ze niet begrijpen en niet kunnen verklaren, op zijn minst te interpreteren. Dat Veronesi dat geloofwaardig maakt is knap.

Henk Maassen

Rubriek Scoop »»