Laatste nieuws
Henk Maassen
Henk Maassen
8 minuten leestijd
geschiedenis

Arts voor de heksen

Plaats een reactie

Psychologe schrijft biografie over Jan Wier, grondlegger van de psychiatrie

Als kind van zijn tijd geloofde de zestiende-eeuwse arts Jan Wier in het bestaan van duivels. Maar van heksenvervolging moest hij niets hebben; vermeende heksen waren in zijn ogen geestesziek. Vera Hoorens schreef zijn biografie.

Wat de vonk deed overslaan weet ze niet, maar sinds ze vijftien jaar geleden voor het eerst het verzamelde werk van Jan Wier in handen kreeg, is hoogleraar sociale psychologie Vera Hoorens (1963) gefascineerd door de zestiende-eeuwse dokter. Liefde op het eerste gezicht, noemt ze het zelf. ‘Misschien omdat ik toen dacht dat hij een feminist avant la lettre was en omdat het fenomeen heksen, waarover hij schreef, mijn interesse had. Aanvankelijk wilde ik gewoon alles van en over hem lezen. Hij bleek alleen helemaal geen feminist. Soms was hij zelfs onuitstaanbaar irritant. Maar dat heeft die oorspronkelijke vonk niet kunnen doven. Sterker: mijn belangstelling is uiteindelijk geëvolueerd in wetenschappelijke richting.’

Het resultaat is er nu: de lijvige, goed gedocumenteerde en mooi geschreven biografie Een ketterse arts voor de heksen. Jan Wier (1515-1588).

Heldenimago
Jan Wier is bekend als naamgever van de Johannes Wier Stichting, een organisatie die opkomt voor de mensenrechten in de gezondheidszorg. En hij wordt vermeld in de Canon van de geneeskunde in Nederland. Hij werd geboren in Grave, opgeleid in Antwerpen, Mechelen en Parijs, was vanaf 1545 werkzaam als stadsarts in Arnhem en vanaf 1550 als hofarts in Kleef. Hij trouwde twee keer en kreeg twee zonen, van wie hij er een vernoemde naar de door hem bewonderde arts Galenus.

Zijn faam dankt hij aan zijn kritiek op de heksenvervolgingen, vastgelegd in de boeken Over duivelse begoochelingen uit 1563 en Over de heksen uit 1577. Volgens Wier was het onzin dat oude vrouwen een verbond sloten met de duivel en daaraan toverkracht ontleenden. Heksenprocessen vond hij onrechtmatig omdat ze over niet-bestaande misdrijven gingen en omdat verdachten werden gefolterd, vernederd en opgesloten in mensonwaardige omstandigheden.

Hoorens benadrukt dat Wier werkte in een tijd waarin slechts weinig mensen toegang hadden tot een arts. Op haar werkkamer in de Katholieke Universiteit Leuven legt ze uit: ‘Je moest er behoorlijk rijk voor zijn of het geluk hebben in een plaats te wonen waar ze een stadsarts hadden. Er was een duidelijke hiërarchie: bovenaan stonden de artsen, met als top of the bill de hofartsen van keizers en koningen, daaronder stonden de chirurgijnen, de slagers van de geneeskunde. En onder hen stonden de uitbaters van allerlei geneeskrachtige bronnen. Chirurgijnen hadden geen academische opleiding , maar kregen hun opleiding door in de leer te gaan bij een ervaren chirurgijn. Ze leerden daar bijvoorbeeld wonden uitwassen en ledematen amputeren. Artsen deden dat doorgaans niet.’

Gramschap
Wiers erfenis voor de somatische geneeskunde is beperkt. ‘Weliswaar bouwden artsen tot diep in de achttiende eeuw voort op zijn medische werk, maar dat kwam niet ten gunste van hun patiënten. Wier speelde namelijk een cruciale rol bij de verspreiding van de dwaling dat scheurbuik het beste bestreden kon worden met kruiden die – zoals later bleek – heel weinig vitamine C bevatten. Maar hij was wel de eerste die acromegalie heeft beschreven, en één van de eersten die zich verzetten tegen het te pas en te onpas toepassen van aderlatingen.’

Veel prominenter is zijn positie als grondlegger van de psychiatrie. ‘Meestal verwijst men naar zijn boeken over heksen, maar ik vind zijn boek Over de gramschap in dat opzicht veel belangrijker. Gramschap, een soort ziekelijke woede, was volgens Wier een psychische stoornis die ontstond als ongelukkige persoonseigenschappen en levensomstandigheden iemands natuurlijke gevoelens verstoorden. Zoals een via de moedermelk doorgegeven aanleg tot woede, een zwak oordeelsvermogen of een verstoorde waarneming. En omstandigheden als armoede, verlies, en minachting. Wier was vernieuwend, want hij omschreef het ziektebeeld met oorzaken, gevolgen, prognose, behandeling en preventie. Ook nieuw was het idee dat er een soort vicieuze cirkel kon ontstaan tussen de aandoening en het gedrag dat daaruit voortvloeit. Iemand die aan de ziekte gramschap leed, ging alles verkeerd opvatten wat anderen zeiden, en dat verergerde de gramschap.’

Dat Wier ook in zijn boeken over heksen vooruit liep op latere psychiatrische inzichten valt niet te ontkennen. Alleen waren die ideeën minder origineel. Dat bijvoorbeeld de leden van een gesloten gemeenschap zoals een klooster elkaars gestoorde gedrag konden overnemen of dat hallucinogenen een psychische stoornis konden uitlokken, was al door andere artsen opgemerkt. Wier was evenmin uniek met zijn onderscheid tussen heksen en bezetenen. Hoorens: ‘Vermeende heksen waren geestesziek, meende hij, maar niet allemaal. Soms ging het om een waan of om vergiftiging, maar er kon ook sprake zijn van bijgeloof of bedrog.’

Zwarte gal
Jan Wier bleef echter een kind van zijn tijd. Ziektes mochten dan niet het werk zijn van toverkollen, God of duivels hadden er wel een hand in. ‘Duivels konden een lichaam binnendringen, vooral bij melancholici die een teveel aan zwarte gal hadden – duivels wentelden zich namelijk heel graag in zwarte gal.’

Ziektes waren volgens Wier voorbodes van de dood, door God opgelegd als straf voor de zondeval. En dat mensen zich zondig bleven gedragen, maakte de zaak er niet beter op. Wier wees daarbij op praalzucht, vreetpartijen, drankzucht, hoerenloperij en godslastering. God had de geneeskunde geschapen om te helen en te verzachten, maar wie deze zonden bleef begaan, was niet te genezen. ‘Vervolgens beschuldigden de zieken dan maar heksen in plaats van zichzelf.’


Ziektewinst

Jan Wier wist dat slachtoffers van toverij en bezetenen medelijden en bewondering konden afdwingen. Hij verwierf faam als ontmaskeraar van simulanten die uit waren op deze ziektewinst. Neem de 10-jarige Barbara Kremers. Volgens haar moeder had ze al bijna een jaar niet gegeten, gedronken, geplast of gepoept. Ze liep op krukken, maar zag er verder gezond uit en had een normale hartslag.

Wier geloofde er niets van. Hij nam het meisje in huis en vroeg zijn gezinsleden om Barbara in de gaten te houden. Die betrapten haar al snel op drinken en eten, en op plassen bij de regenton. De straf was niet mals: moeder werd gefolterd, gewurgd en verbrand. Voor Barbara bepleitte Wier clementie: zij was nog zo jong. Maar het meisje, schrijft Vera Hoorens, verloor haar streken niet. Eenmaal weer thuis beweerde ze dat ze echt ziek was geweest, maar dat de goede dokter Wier haar had genezen.


Toverende pausen
Waar lezers van Wiers boeken over heksenvervolging vaak aan voorbij zijn gegaan, is dat ze vol staan met ‘toverende pausen, bezeten nonnen en hebzuchtige monniken’. Ze zijn anders gezegd vooral bedoeld als kritiek op de gang van zaken in de katholieke kerk. Hoorens: ‘Eucharistie, exorcisme – het was in zijn ogen allemaal schadelijke toverij.’ Wier heeft uiteindelijk de katholieke kerk verlaten: ‘Op het eind van zijn leven was hij, vermoed ik, calvinist.’

Als arts had hij het vooral gemunt op priesters die zich als vakgenoot van hem gedroegen. Louter kwakzalvers vond hij. ‘Toch was het onderscheid tussen kwakzalverij en reguliere artsenij in die tijd puur retorisch’, legt Hoorens uit. ‘Een pastoor die door Wier werd beticht van kwakzalverij, probeerde zieken te helpen en ging daarbij niet heel anders te werk dan de dokters van die tijd. Artsen gebruikten de term kwakzalverij voor elke beroepsgroep die ze als concurrent zagen. Als een arts Paracelsus volgde dan kwam het voor dat een aanhanger van Galenus hem van kwakzalverij beschuldigde en andersom.’

Ziektes waren volgens Wier voorbodes van de dood,
door God opgelegd als straf

Het dispuut tussen de volgelingen van Paracelsus (1493/94-1541) en Galenus (131-201) was misschien de belangrijkste medisch-wetenschappelijke kwestie in de zestiende eeuw. Galenus beweerde dat mensen ziek werden omdat het evenwicht van de vier lichaamsappen – slijm, zwarte gal, gele gal en bloed – was verstoord. Paracelsus’ stelling was dat ziekte het gevolg was van externe ziekteverwekkers zoals gif, een vervloeking of de stand van de sterren. Hij geloofde namelijk in de intrinsieke verbondenheid van lichaam (‘de microkosmos’) en het universum (‘de macrokosmos’). Hoorens: ‘Mijn indruk is dat Jan Wier het beste van beide systemen heeft willen integreren. Tegelijkertijd betwijfel ik of men de tegenstellingen zelf zo scherp zag.’

Grieppandemie
Het gedachtegoed van Paracelsus won terrein toen artsen te maken kregen met ziekten die ze nog niet kenden en waarvoor geen enkele remedie bestond. ‘De eerste reflex was: boeken raadplegen, vooral die van Paracelsus. Men experimenteerde niet. Gek genoeg was dat iets wat juist Paracelsus bepleitte: men moest het Boek der Natuur lezen en medicijnen uitproberen. Maar dat werd maar heel beperkt door de tijdgenoten opgepakt. Jan Wier probeerde wel eens wat uit. Zo kende hij de effecten van hallucinogene en kalmerende middelen heel goed. Hij heeft bijvoorbeeld beschreven hoe hij vier delen van een olie van dolik, bilzekruid, dollekervel, papaver, sla en postelein mengde met één deel nachtschadebessen en opium. Daar was maar anderhalf greintje – dat is ongeveer 65 mg – van nodig om dagenlang onder zeil te gaan. Ik vermoed dat hij zulke middelen op zichzelf uitprobeerde, maar hij moest opletten met wat hij schreef. Voordat je het wist, werd je ervan beticht een tovenaar te zijn die toverdranken maakte. Dus noteerde hij dat hij iemand kende die ze had gebruikt.’

Om welke nieuwe ziekten het ging, is overigens niet precies te zeggen. ‘Bijna alle ziekten die men niet kende, noemde men een pest’, zegt Hoorens. Zo beschreef Wier de pestilentische hoest die Europa in de herfst van 1580 trof. Waarschijnlijk de eerste grieppandemie die als zodanig werd opgemerkt. Als remedie raadde Wier een likkepot van korenbloemsiroop aan. In het algemeen had hij overigens een grote voorkeur voor regenwormen, een wondermiddel dat volgens hem hielp tegen oedeem, geelzucht, hondsdolheid en de pijn bij jicht of artritis.

Schuldigen
Soms was het alsof Vera Hoorens tijdens het schrijven van haar boek in een spiegel keek. Wiers tijd lijkt in bepaalde opzichten erg op de onze. Misschien is dat het wat haar zo in hem aantrok? ‘Het schijnt zo te zijn dat wie zich historisch in eender welke tijd verdiept, altijd overeenkomsten ziet. Maar ja, net als nu had men te maken met klimaatveranderingen, met nieuwe ziektes, een economische crisis en een voedselcrisis.’ Na enig nadenken zegt de sociaalpsychologe: ‘In zulke omstandigheden worden mensen bang en zoeken schuldigen. Meestal mensen die anders zijn dan wijzelf. Die werden toen heksen genoemd.’

Henk Maassen


Meer over Johannes Wier vindt u in de ‘Canon van de geneeskunde in Nederland’ op www.medischcontact.nl.

Vera Hoorens, Een ketterse arts voor de heksen, Jan Wier (1515-1588). Uitgeverij Bert Bakker, 640 blz., 49,95 euro.


Wier is venster 7 in de Canon van de geneeskunde in Nederland
Wier is venster 7 in de Canon van de geneeskunde in Nederland
Vera Hoorens, auteur van de biografie van Jan Wier: ‘Wier was vernieuwend, want hij omschreef het ziektebeeld met oorzaken, gevolgen, prognose, behandeling en preventie.’ Beeld: Uitgeverij Bert Bakker
Vera Hoorens, auteur van de biografie van Jan Wier: ‘Wier was vernieuwend, want hij omschreef het ziektebeeld met oorzaken, gevolgen, prognose, behandeling en preventie.’ Beeld: Uitgeverij Bert Bakker
Anna Hendricks wordt terechtgesteld in Amsterdam, 1571. Beeld: Wikipedia
Anna Hendricks wordt terechtgesteld in Amsterdam, 1571. Beeld: Wikipedia
<strong>Klik hier voor een PDF van dit artikel</strong>
geschiedenis psychiatrie armoede
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is sinds 1999 journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg. Hij stelt wekelijks de Media & Cultuur-pagina’s samen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.