Laatste nieuws
Ben Crul
9 minuten leestijd
Praktijkgeluiden

'Soms moet je ziekte een kans geven'

Plaats een reactie

Arie Bos, huisarts/antroposofisch arts en acupuncturist

Hoe zien artsen hun vak? Wat trekt hen aan in hun werk? Welke problemen komen zij tegen? Medisch Contact belicht deze en andere vragen in de serie ‘Praktijkgeluiden’. Hoe denkt en werkt een arts die door sommigen van zijn collega’s als kwakzalver wordt aangeduid en wat voor patiënten bezoeken hem?

De woorden van Arie Bos: ‘Ik hoop dat ik hier goed aan heb gedaan’, klinken nog na als ik de deur van zijn praktijk aan de Amsterdamse Weteringschans achter mij dichttrek. In de evidence-based medicine, met haar randomised controlled trials gebundeld door de Cochrane Collaboration, valt Bos inderdaad uit de toon. Zijn receptenpapier vermeldt ‘huisarts’, maar de receptuur die erop wordt geprint, staat veelal niet in het Farmacotherapeutisch Kompas. Abracadabra voor iemand die arts is en geen botanicus of geoloog. Het lijkt zijn patiënten niet te deren.

Energieblokkades

De eerste patiënt van deze ochtend, operadiva Charlotte Margiono, zingt haar tevredenheid over de aanpak van Bos bijna uit. Zij komt op weg naar een buitenlands optreden nog even langs voor een recept voor citrus/cydonia-ampullen cuprum aceticum/zincum valerianicum en acupunctuur. De injectie als toedieningsvorm - vaak op specifieke plaatsen - wordt als zijnde krachtiger en ‘leveromzeilend’ vaak toegepast. De acupunctuurnaalden kunnen volgens Bos complementair werken op de antroposofische middelen doordat zij energieblokkades opheffen. Margiono: ‘Zes jaar lang heb ik - zonder resultaat - bijna elke KNO-arts en allergoloog ter wereld geconsulteerd voor een allergische reactie van mijn stembanden op boompollen. Ik had dan geen controle meer over mijn stembanden. Concerten liepen in het honderd en niet alleen ik, maar ook de managers werden radeloos. Sinds ik hier kom, gebruik ik alleen nog antroposofische medicatie en mijn stem is nog nooit zo goed geweest. Ik ervaar mijn allergie inmiddels als een ontkenningsziekte. Ik spreek mijn strottenhoofd nu gewoon toe en door de medicijnen en naalden wordt deze zwakke plek ondersteund.’ Arie Bos wordt er zichtbaar verlegen van. Hij spreekt haar niet tegen.

Het zoeken naar de betekenis van een ziekte is een wezenlijk onderdeel van de antroposofische aanpak. ‘Nee, niet de ‘eigen schuld’-gedachte, dat is veel te simplistisch. Afschuwelijk hoe ver sommige macrobioten daarmee gaan. In de groei die elk mens - geestelijk Èn lichamelijk - doormaakt, speelt het omgaan met ziekte een belangrijke rol. Je kunt er sterker uitkomen. Niet elke ziekte, zeker niet die je in de huisartsenpraktijk ziet, hoeft met grof geweld - bijvoorbeeld met dwingende medicijnen - direct de kop te worden ingedrukt. Soms moet je ziekte een kans geven. Waarom krijgt iemand hoofdpijn, een prikkelbare darm of rugpijn? De oorzaak ligt soms al in de vroege jeugd, maar je moet je daarvan wel bewust worden, anders blijf je - ook als arts - eindeloos bezig met pappen en nathouden.’

Wespengif

Arie Bos (53) praktiseert sinds 1976 als huisarts. Na vijf jaar ‘regulier’ - waarin hij onder meer betrokken was bij de milieubeweging - bekroop hem het onbevredigende gevoel dat er ‘meer moest zijn’. De antroposofie trok hem aan en hij verruilde zijn plaats in een gezondheidscentrum in Osdorp voor een plek in een antroposofische praktijk, ging cursussen volgen en paste het geleerde toe op zijn patiënten en op zichzelf. ‘Ik merkte eigenlijk tot mijn verbazing dat het werkte. Daar kon ik gewoon niet omheen.’

De tweede patiënte van die dag is een vrouw met de ziekte van Crohn. Zij bezocht ook de internist. Vanwege prednison-gebruik in het verleden en osteoporose op de scan wordt Fosamax overwogen. Het gaat nu volgens patiënte goed door de behandeling van een acupuncturist (niet-arts) en een streng beperkend dieet. Bos aarzelt. Hij is het duidelijk niet eens met de dieetadviezen van de acupuncturist (‘Zongerijpte producten kunnen gaan gisten in je lichaam, dus let op’), maar zwijgt vooralsnog. ‘Ik zie waarschijnlijk meer uitwassen van alternatieve behandelaars dan mijn regulier werkende collega’s.’ Behalve multivitamine wordt Fosamax voorgeschreven. Bos valt de internist van patiënte bij: als het niet anders kan, toch kortdurend prednison. ‘Er zijn natuurlijk situaties waarin de reguliere aanpak superieur is.’ Patiëntes vaginale mycose wordt overigens regulier met Canesten-crème behandeld, maar voor het veertien maanden postpartum nog aanwezig litteken- weefsel in dezelfde regio wordt de van wespengif afkomstige Keloïdzalf voorgeschreven.

Ook de volgende patiënt heeft extra-alternatief geshopt. Een fitnessapparaat voor luie mensen, dat stroomstootjes afgeeft. Gezien zijn lichte hartritmestoornissen waarvoor hij al tijden primula en plumbum gebruikt, acht Bos het minder geschikt. De geringe postnasal drip-klachten van de patiënt worden bij doorvragen her- en erkend als ‘angst voor keelkanker’.

De jonge vrouw met een opzwellende en pijnlijke naevus wordt voor een second opinion naar de dermatoloog gestuurd.

Bij de volgende patiënte, die wisselende episoden heeft van zich ‘niet goed voelen’, is recentelijk uitgebreid ‘regulier’ bloedonderzoek gedaan. Vanwege een mogelijke darmparasiet wordt alsnog fecesonderzoek ingezet. Haar geringe hyperbilirubinemie - waarschijnlijk door de ziekte van Gilbert - doet Bos fragaria cum vitis (aardbeien- en druivenbladeren) en meteorietijzer D6 voorschrijven. ‘Meteorietijzer is een typisch antroposofisch middel. Het heeft macroscopisch een andere structuur dan aards ijzer. Het zorgt ervoor dat je ‘kosmisch zwevend’ weer aards met beide benen op de grond komt. En in D6, dus homeopathisch verdund. Een subtiel duwtje kan al een verandering geven. Ik overweeg overigens om haar de volgende keer op galstenen te laten onderzoeken.’

Empirie

De volgende patiënt is na 28 keer fysiotherapie voor zijn tenniselleboog nu bij Bos beland. Bos combineert bij hem elektro-ooracupunctuur met lichaamsacupunctuur. De patiënt zegt dat hij na driemaal zeer tevreden is met het resultaat. Bos: ‘De antroposofie gebruik ik meer als inzicht in de acupunctuur. De ooracupunctuur zou werken op basis van verhoging van de eigen endorfinesynthese en de lichaamsacupunctuur via het deblokkeren van energiebanen. Het lichaam wil eigenlijk de naald eruit werken en dat geeft een lokale reactie in het verloop van zo’n meridiaan. In de loop der jaren heb ik uit eigen ervaring wel aanpassingen aangebracht. Ik weet gewoon dat het de moeite waard is om het te proberen. Ja, empirie in plaats van evidence-based. Voor de acupunctuur moet ik van de NAAV (Nederlandse Artsen Acupunctuur Vereniging, BC) overigens net als voor de antroposofie jaarlijks nascholingscursussen volgen. In totaal tien dagen per jaar. Daarnaast komen dan die veertig uur nascholing als gewoon huisarts. Ik school me suf.’

Arie Bos trekt per patiënt vijftien minuten uit. Voor de Amsterdamse zorgverzekeraar ZAO zijn Bos en zijn collega-antroposofen goedkope dokters. Volgens vergelijkende gegevens verwijzen zij minder en is hun prescriptie goedkoper dan die van hun uitsluitend regulier werkende collega’s. ‘Omdat we zelf meer mogelijkheden hebben, kunnen we mensen beter uit het medisch circuit houden.’ Verzekerden die geen antroposofische huisarts hebben, mogen op kosten van het ZAO zesmaal per jaar een antroposofisch arts raadplegen.

De diensten van Bos zijn doorgaans rustig: ‘Wij proberen het vertrouwen in de eigen geneeskracht bij onze patiënten te stimuleren.’ Zijn hagro - die hoofdzakelijk uit antroposofisch werkende huisartsen bestaat - aarzelt daarom over deelname aan de regionale dienstenstruc- tuur.

De volgende patiënt zit vanwege relatieproblemen flink in de problemen. ‘Gecompliceerde rommel’ noemt hij het zelf. Gekwetst en bang, vermoedt Bos. Hij stelt psychotherapie dan wel kunstzinnige therapie voor. Dat laatste ‘om de ziel weer een beetje in beweging te krijgen’. De man kiest toch voor psychotherapie.

De 14-jarige Kevin met zijn dyspnoe d’effort heeft een lichte bronchitis. Bos schrijft geen antibiotica voor (‘Wel als het echt nodig is’) maar phosphorus tartarus en aconitum cum bryonia om de weerstand in het longgebied te versterken en laat hem over een week terugkomen.

Somatisatie

Tijdens de royale pauze schuift IJdo de Jong aan, huisarts in opleiding. Hij koos voor deze opleidingsplaats omdat hij na acht jaar als assistent chirurgie en arts bij de landmacht, wilde ervaren of de antroposofie een antwoord heeft op de beperkingen van de reguliere geneeskunde: ‘Daar moet u maar mee leren leven en zo. Ik ben hier echter nog te kort om een goed oordeel te kunnen geven. Ik was laatst wel geïmponeerd door een nieuwe patiënte met chronische sinusklachten en dagelijks fors corticosteroïden-gebruik. De klacht met de holten leek meer een symptoom dan de hoofdklacht. Ze zat niet lekker in haar vel en bij doorvragen kwamen snel de tranen. De ziekte in perspectief zien, was het antwoord van Bos.’ Hij vult aan: ‘Somatisatie betekent dat je iets wat je in je ziel hoort te voelen, een niveau dieper in je lichaam voelt. De regulier vaak voorgeschreven psychofarmaca maken dat alleen maar erger.’

De volgende patiënte brengt verslag uit van haar radiotherapie na mamma-amputatie met okselkliertoilet vanwege een carcinoom. Bos gaf haar bij ontdekking direct ter ondersteuning iscador, een middel op basis van de maretak (mistel), dat in vitro een aantoonbare werking heeft. De grondlegger van de antroposofie, Rudolf Steiner propageerde dit ‘wondermiddel’ al in de jaren twintig. Tijdens het gecombineerde taxivervoer naar het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis voor de radiotherapie bleek dat zij - terwijl zij toch 84 keer en op grote velden werd bestraald - in tegenstelling tot haar medepassagiers en lotgenoten volstrekt niet moe was. De conjunctivitis die mevrouw nu heeft, wordt voor het gemak met Fucithalmic geattaqueerd. ‘Het is een nadeel dat veel apotheken de antroposofische middelen niet op voorraad hebben en zij wil snel van de conjunctivitis af’, verklaart Bos.

Dan volgt een duidelijk doorgedraaide patiënt. Chronische spierpijnen, alles moet altijd af, voelt zich schuldig als hij rustig aan doet en is onrustig. Vanwege goede ervaringen met de praktijk van Bos tien jaar geleden, heeft hij hem weer opgezocht. Bos gaat terug naar zijn oudste herinnering. Geen prettige. Daarna aandacht voor eventuele luchtweginfecties, geheugenverlies en spijsvertering. De eerste aanpak is niet onorthodox: ‘Wandelen en niet denken aan wat je allemaal nog moet doen. Hervind het dagelijkse ritme.’ Arie Bos aarzelt, maar schrijft hem vanwege de chronische spierverzuring toch colchicum (herfsttijloos) cum sabina (jeneverbes) druppels plus equisetum (paardestaart) voor en formica (mierenzuur) om deze stoffen weer uit te plassen. Ook raadt hij de patiënt aan euritmie te volgen, een tai chi-achtige manier van bewegingsoefeningen die je eigen genezende krachten aanspreken. Deze therapie is te volgen in het aanpandige huis, het Ita Wegmanhuis, genoemd naar de uit Nederland afkomstige arts en rechterhand van Steiner. In dit ‘therapeuticum’ worden verschillende antroposofische therapieën gegeven, zoals massage, spraaktherapie en biografische gesprekken, en vindt wekelijks een bespreking met een patiënt plaats.

Doorverwijzingen

’Hoe de collega’s tegen ons aankijken? Op reguliere nascholingen kijken zij wel eens verbaasd als zij horen waarmee ik mij bezighoud’, zegt Bos. ‘Over het algemeen reageren ze echter positief. Ik krijg doorverwijzingen, zelfs van specialisten. Een gynaecoloog uit het OLVG stuurde mij een patiënte met een habituele abortus door een streptokokkeninfectie van de baarmoeder; na een antroposofische immunologische behandeling is zij bevallen van een gezonde baby.

‘Ik was zelf nogal onder de indruk van een patiënte die zich absoluut niet wilde laten opereren aan een 2 cm groot lobulair mammacarcinoom. Sterven kwam haar eigenlijk wel goed uit. Maar ze wilde wel mistelinjecties. Tot mijn verbazing en die van de röntgenoloog die nog een revisie van het biopt liet doen, welke de diagnose herbevestigde, verdween de tumor spontaan. Dat is nu vijf jaar geleden. Bij controle werd tot nu toe geen recidief gevonden. Ik geef toe: het zou toeval kunnen zijn. Toch ken ik grotere onderzoeken waarin mensen die mistel gebruikten in vergelijking met controlegroepen betere resultaten toonden. Maar deze zijn veelal niet geblindeerd en gerandomiseerd uitgevoerd. Dat is moeilijk vanwege de subcutane toediening van mistel en de huidreactie die daarop volgt.

Momenteel worden echter fase-2- en fase-3-studies gedaan bij cervixcarcinoom, het kleincellig bronchuscarcinoom en een fase-3 adjuvantstudie bij mammacarcinoom. De antroposofie erkent dat ze meer evidence-based moet worden. Ik weet dat de Cochrane Collaboration op dit moment het middel niet aanraadt, omdat volgens haar normen de onderzoeken in vivo geen eenduidig resultaat laten zien. Dat moet dus veranderen’, besluit Arie Bos strijdlustig. 




VELDWERK TIJD VOOR TROOST

Onlangs zijn wij erop gewezen dat ook in ons ziekenhuis op sommige plaatsen de alternatieve behandelwijzen worden gedoogd, terwijl we ons erop laten voorstaan de rationele geneeskunde (of evidence-based medicine) hoog in het vaandel te hebben. Hoe heeft het zo ver kunnen komen?

Een feit is dat een groot aantal van onze oncologische patiënten naast de bestraling en de chemotherapie ook nog kiest voor een aanvullende behandeling uit de complementaire sector. Ik heb dat nooit storend gevonden zolang ik niet betrokken raakte in een strijd tussen twee wereldbeschouwingen. Ik ben een rationalist en ik denk niet dat rituelen of magische handelingen belangrijk bijdragen aan het realiseren van onze toch veelal curatieve ambities. Maar als het om palliatie gaat, ligt het anders.

Geneeswijzen die ‘niet werken maar wel helpen’ kunnen troostrijk zijn en daardoor bijdragen aan levenslust en wellicht zelfs aan overlevingsduur. De macht van het placebo-effect is immers niet gering. De discussie zou zo gemakkelijk worden indien we het erover eens konden zijn dat ‘healing’ in de complementaire zin een ander soort ambitie impliceert dan het cureren in de reguliere geneeskunde. Hoewel een recent nummer van BMJ een aantal opinies bevatte die in deze richting gaan, is de kloof bepaald niet overbrugd. Ik vind dat troosten ook een taak is van reguliere dokters en verpleegkundigen en die taak is bij al het technisch kunnen, de complexe logistiek en alle krapte, op de achtergrond geraakt. Als er echt DBC’s moeten komen, maak er dan ook maar een voor troost.

E. Briët

de specialist

evidence based medicine
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.