Laatste nieuws
coschappen

Naaktfoto's tussen twee patiënten door

Seksuele intimidatie van coassistenten komt nog steeds veel voor

1 reactie

Coassistenten worden nog steeds vaak seksueel geïntimideerd en ze maken daar zelden melding van. Dat blijkt uit een nieuwe enquête van het KNMG Studentenplatform. Faculteiten en ziekenhuizen moeten volgens het platform beter hun best doen om een veilige leeromgeving te creëren.

Charlotte Kruydenberg, Voorzitter KNMG Studentenplatform

‘Oeh, je gaat er echt voor, je mag die van mij ook wel eens vasthouden’, zegt een chirurg tegen een coassistent die een urinekatheter inbrengt bij een patiënt. Ongewenste seksueel getinte opmerkingen als deze, maar ook ongewenst lichamelijk contact komen net als in andere werkgebieden voor in het ziekenhuis.

Uit onderzoek van het KNMG Studentenplatform in 2006 bleek dat 21 procent van de coassistenten tijdens de studie werd geconfronteerd met seksuele opmerkingen en andere ongewenste gedragingen met een seksuele lading.1 Slechts een klein deel (7%) meldde het incident op de faculteit of in de kliniek. Latere onderzoeken bevestigden de bevindingen.2

De cijfers schokten faculteiten en ziekenhuizen, omdat daders veelal ook stafleden en arts-assistenten waren. Er werd opgeroepen om seksuele intimidatie bespreekbaar en de meldingsprocedure inzichtelijker te maken, zodat niet alleen op de faculteit maar ook in de kliniek de omvang van het probleem zichtbaar zou worden.3-5

Uit nieuw onderzoek van het KNMG studentenplatform onder 1394 coassistenten blijkt echter dat er niet veel is verbeterd: 18,4 procent van de coassistenten geeft aan te maken te hebben gehad met seksuele intimidatie.6 Dit zijn vooral vrouwen (93,8%), maar ook mannelijke coassistenten worden geïntimideerd (6,2%).

De ongewenste seksuele aandacht bestaat voornamelijk uit opmerkingen over het uiterlijk (66,5%). Daarnaast is er sprake van seksueel getinte opmerkingen tijdens medische handelingen (50%), persoonlijke vragen over seksualiteit of liefdesleven (39,4%), ongewenst lichamelijk contact (27,5%) en benadering via internet of telefoon (6,9%).

Naaktfoto
Bijna 60 procent van de coassistenten geeft aan zich seksueel geïntimideerd gevoeld te hebben door een patiënt (zie tabel, meer antwoorden mogelijk). Bijna even vaak werden de co’s echter seksueel geïntimideerd door stafleden of specialisten (56,4%). Dit is een grote stijging ten opzichte van 2007, toen het aandeel van stafleden of specialisten 35 procent was. Arts-assistenten volgen met 16,1 procent. Vrijwel altijd zijn het mannen die seksueel intimideren (93,4%). Vrouwen die intimideren zijn vaak verpleegkundigen en voor het grootste deel verantwoordelijk voor de intimidatie van de mannelijke coassistenten.

De ervaringen die de studenten omschrijven zijn zowel schokkend als gênant. Een arts laat een coassistent tussen twee patiënten door naaktfoto’s zien van zijn maîtresse (de ok-assistent). Een plastisch chirurg biedt een coassistent aan om haar schaamlippen te corrigeren, want daar is hij ‘erg handig in’. Een staflid en tevens beoordelaar belt een coassistent herhaaldelijk op met het voorstel om ’s avonds even langs te komen om een presentatie van de coassistent te oefenen.

Weinig meldingen
Seksuele intimidatie brengt coassistenten in een lastige situatie, zo blijkt uit de reacties van de studenten. Slechts 17,2 procent van de coassistenten zegt er direct iets van tegen de dader. Het merendeel reageert niet direct op de intimidatie, maar redt zich uit de situatie door bijvoorbeeld op een ander onderwerp over te gaan (27%), weg te lopen (10,9%) of er een grap over te maken (25,4%).

Wat opvalt is dat seksuele intimidatie nog steeds weinig gemeld wordt: slechts 13,3 procent van de coassistenten die ermee te maken krijgen, meldt het op de coschaplocatie en nog een kleiner deel (7%) meldt het op de faculteit. Hoewel een groot deel van de geïntimideerde coassistenten aangeeft geen melding te doen omdat het incident niet ernstig genoeg is (86,6%), ziet een aanzienlijk deel ook om andere redenen af van een melding. Ze zijn bang dat hun naam bekend wordt (5%), ze willen niet dat de dader weet dat er melding is gemaakt (8,4%), het coschap duurt toch niet lang meer (8,9%) of ze weten simpelweg niet waar of bij wie ze een incident op de faculteit dan wel in het ziekenhuis moeten melden (11,4%).

Deze cijfers benadrukken de kwetsbare positie van de coassistent. Door de voortdurende wisseling van afdeling kunnen ze soms moeilijk inschatten wat gebruikelijk is en wat te ver gaat. Bovendien kan de beoordeling van de coassistent in handen zijn van de arts die verantwoordelijk is voor de intimidatie. Een coassistent moet dan wel heel stevig in de schoenen staan om iets te durven zeggen van ongepast gedrag.

Veilige leeromgeving
Seksuele intimidatie kan gevolgen hebben voor de kwaliteit van onderwijs. Het ziekenhuis hoort een veilige en stimulerende leeromgeving te zijn waar de coassistent klinische ervaring opdoet die nodig is om een goede arts te worden. Dáár moet de student zijn energie in kunnen steken, niet in het vinden van een balans tussen omgaan met wangedrag van de arts en het krijgen van een goede beoordeling. De faculteiten zullen er daarom harder aan moeten trekken om de leeromgeving werkelijk veilig te maken.

Om te beginnen zouden de faculteiten in de opleiding aandacht moeten besteden aan de omgang met seksuele intimidatie – zowel door patiënten als artsen – bijvoorbeeld als onderdeel van het vaardigheidsonderwijs of ter voorbereiding op de coschappen. Daarnaast is het essentieel dat elke coassistent weet waar hij of zij seksuele intimidatie kan melden. Op het moment van invullen van de enquête wist maar 32 procent van de respondenten waar dit kon. Enig speurwerk op de websites van de faculteiten liet zien dat de contactgegevens van vertrouwenspersonen soms lastig te vinden zijn. Ook is vaak niet duidelijk of studenten intimidatie inderdaad moeten melden bij de vertrouwenspersoon of bij de studieadviseur. Faculteiten dienen daarom zo snel mogelijk de bereikbaarheid en bekendheid van hun vertrouwenspersoon kritisch onder de loep te nemen.

Het KNMG Studentenplatform roept artsen, opleiders en faculteiten op ogen en oren open te houden, het onderwerp seksuele intimidatie bespreekbaar te maken en duidelijk aan te geven waar studenten met hun problemen terecht kunnen. Dan kunnen coassistenten ook hun verantwoordelijkheid nemen en incidenten melden.

Nina van Sprang, student geneeskunde, Erasmus Universiteit Rotterdam
Clasine de Klerk, student geneeskunde, Universiteit van Amsterdam
Henri Boersma, student geneeskunde, Universiteit Maastricht

Allen lid van het KNMG Studentenplatform

Geen belangenverstrengeling gemeld.

CONTACT: ninavansprang@hotmail.com; cc: redactie@medischcontact.nl

 

Meer lezen

Voetnoten

1. Enquête KNMG Studentenplatform 2006 en Groeneveld K, ‘Seksuele intimidatie: tot hier en niet verder’. Arts in Spe 2007; 1:  24-7.
2. Van de Muijsenbergh METC. ‘Seksuele intimidatie van coassistenten tijdens hun stage’. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2005; 149: 764-8.
3. Onderzoek UMCG 2009 gepresenteerd op symposium ‘Seks in de witte jas’
4. Rikhof M, Vluggen P, Oude Egbrink M, Bos G, Onderzoek naar seksuele intimidatie bij co-assistenten geneeskunde in Maastricht. Website Medisch Contact, 10 maart 2011.
5. Warris L, Rijsingen I, Van den Heijkant F, Melden seksuele intimidatie blijft taboe. Arts in Spe 2010; 1: 30-1.
6. Enquête KNMG Studentenplatform 2012

Download dit artikel (PDF)
coschappen opleiding seksuele intimidatie metoo
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Dr. V.T.H.B.M. (Vincent) Smit

    Patholoog, afdelingshoofd P, LUMC Leiden

    Met grote ontsteltenis heb ik kennis genomen van jullie artikel "Naaktfoto's tussen twee patienten door" aangaande de seksuele intimidatie onder co-assistenten. Met een percentage van 18.4% blijkt bijna 1 op de 5 coassistenten seksueel geïntimideerd..., hetgeen volstrekt verwerpelijk en onacceptabel is. Maar liefst 56% van de daders zijn specialisten/stafleden betrokken bij de opleiding. De voorbeelden die worden genoemd in het artikel lijken mij vrijwel allen rijp om een strafrechtelijke procedure op te starten tegen de betrokkenen. Het niet melden van de incidenten door een grote groep van de co's, omdat zij het niet ernstig genoeg achten, doet zelfs vermoeden dat het percentage in werkelijkheid mogelijk nog veel hoger ligt.
    Ik vind jullie eigen slotconclusie dat de '....faculteiten er harder aan moeten trekken om de leeromgeving werkelijk veilig te maken....' en de reactie van de NFU ' ....om op basis van de informatie een analyse te maken welke aanvullende maatregelen nodig zijn.....' beiden wel erg voorzichtig en 'politiek correct' klinken. Een nadere analyse lijkt mij volstrekt overbodig; Ontslag op staande voet van alle specialisten/stafleden, AIOS, docenten, medestudenten en verleegkundigen, die zich bezig houden met deze praktijken lijkt mij de enig passende oplossing om dit gedrag zo snel mogelijk uit te bannen. Daar heb ik geen nadere analyse voor nodig!!

    Met vriendelijke groet

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.