Laatste nieuws
Mariska Koster
6 minuten leestijd
video

Arts heeft eenzaam beroep

Emotionele steun moet professioneel worden geregeld

50 reacties

Mariska Koster, tot 2012 longarts, nu werkzaam bij zorgverzekeraar Achmea

Artsen die dagelijks met de dood te maken hebben, kunnen met hun emoties nergens heen. Dat breekt hen op. Mariska Koster, zelf mede om die reden gestopt als longarts, roept op tot professionele opvang.

Er is al veel gezegd over wat ‘de zaak Tuitjenhorn’ is gaan heten: een huisarts die buiten proportie handelt bij een stervende patiënt. Wat er precies bij deze huisarts heeft gespeeld blijft onduidelijk. Uit de reacties van collega’s blijkt wel dat velen zich alleen voelen staan als het gaat om het verwerken van emoties bij de zorg rond het levenseinde. Twee belangrijke vragen verdienen dan ook een antwoord. Wat doet het met een arts als die dag in dag uit omgaat met mensen die spoedig zullen gaan overlijden? En hoe voorkom je dat artsen daardoor ontsporen of opgebrand het vak verlaten? Een oproep voor professionele emotionele steun, en wel binnen de beroepsgroep zelf. Net als bij de  brandweer.

Het went niet
Polikliniek, een oudere dame. Ik mag haar meteen. Een flinke vrouw, boerenbedrijf, zeven kinderen die haar op handen dragen. Pleuravocht. Een omineus teken, want ze woont vlakbij een vroegere asbestfabriek. En inderdaad: asbestkanker. Dodelijk, meestal binnen anderhalf jaar.
Ze hoort het slechte bericht kalm aan. Ik maak een tweede afspraak voor een paar dagen later, om verder te spreken over de vooruitzichten, haar wensen, mijn mogelijkheden. Maar bij die tweede afspraak is ze ziek en moet worden opgenomen. Infectie in de borstholte, bij de tumor. Veroorzaakt door mijn onderzoek.

Schaakmat, en we weten het allebei. Ik vind het verschrikkelijk. Juist deze vrouw. Maar zij is kalm. Ze vraagt of ik euthanasie bij haar wil toepassen. Ze weet dat ze gaat sterven, kijkt terug op een vol leven. Dit laatste stukje, aftakeling, dat past niet bij haar. En dat is ook zo. Dat past niet. Maar ik wil niet. Ik zeg: ‘Ik wil niet dat u doodgaat.’ Ze kijkt me aan en antwoordt: ‘Maar dat ga ik toch. Wat u ook doet.’
Een paar dagen achter elkaar ga ik na het werk bij haar zitten. Om te praten, om beiden te wennen aan het idee. Nou ja, om mij te laten wennen. Zij heeft de leiding. Haar man en kinderen zijn verdrietig, heel verdrietig. Zij ook, maar anders.

De verpleging weet van haar verzoek, en van mijn, niet aarzeling, maar behoefte aan tijd. Mevrouw heeft een eigen kamer en overdag een verpleegkundige die alleen voor haar hoeft te zorgen: broeder Ed. Hij wil het graag doen en komt ook buiten werktijd. We spreken over de procedure, over de SCEN-arts, over de middelen. En dan ineens is er de dag en de tijd.

Het gaat zoals zij het wil. Ze neemt afscheid van haar man en kinderen, ik laat de middelen inlopen en ze glijdt weg de dood in. Ze ligt er rustig bij. Ik zie haar nog voor me, het zachte avondlicht op haar dode gezicht. Even later sta ik op de gang te klappertanden en te snikken. Broeder Ed geeft me thee en komt bij me zitten. ‘Gaat het een beetje? Wat goed van je, dit valt niet mee, hè?’
Euthanasie valt niet mee. En nee, het went niet, ook niet als je het vaker doet. Het wordt alleen maar moeilijker. Tot het niet meer gaat.

De dood zit naast me

Mijn aandachtsgebied is longkanker. Ik zie bange mensen, verdrietige mensen, wanhopige mensen. Ze komen met hun echtgenoten, met hun kinderen. En ik moet ze vertellen dat ze doodgaan.

De secretaresses plannen voor slechtnieuwsgesprekken een halfuur. Nee, de dokter heeft niet genoeg aan tien minuten. Op een volle dag voer ik zeven van dat soort gesprekken.
Elk gesprek zit de dood naast me. Elk gesprek komt erop neer dat ik een vader, een moeder, een echtgenoot de dood aanzeg. Elk gesprek een mokerslag voor de mensen tegenover mij. Ze reageren verdrietig, boos, ongelovig, of dof, gelaten.

Ik ben goed geworden in deze gesprekken. Maar aan het eind van de dag zit ik met een emmer vol tranen. Niet per se mijn eigen tranen. Wel tranen. Ik, specialist achter het bureau, professioneel, warm, empathisch, rustig. Een baken van rust in een zee vol ellende. Maar ergens achter in de spreekkamer sta ik zelf geluidloos te gillen.

Na zo'n dag thuiskomen is vervreemdend. Blije kinderen, kleurige verhalen. Maar een mama die nog heel ver weg is.

Emotionele steun
Arts word je door vier jaar theoretische studie en vele jaren praktijkonderwijs. Het praktijkdeel heeft alle kenmerken van een socialisatieproces. Iedereen die coassistenten begeleidt weet dat ze na een paar weken het gedrag van hun opleider imiteren. En omdat artsen tijdens hun opleiding niet geleerd hebben om te gaan met hun emoties, dragen zij dat op hun beurt ook niet over op de coassistenten. En zo blijft ook het beeld bestaan van de dokter die alles overziet. Die, door kennis en ervaring gedragen, een wijze beslissing neemt. De dokter die oordeelt en macht heeft over leven en dood, en wiens beslissingen nooit ter discussie staan. Dit beeld, uit een voorbije tijd, is zeer hardnekkig. Zeker ook bij artsen zelf, die vinden dat ze het zelf moeten zien te redden, onfeilbaar moeten zijn, en dus geen plaats mogen inruimen voor eigen emoties.

Inherent aan dit zelfbeeld is solitair zijn, eenzaamheid zelfs. ‘Een dokter vraagt geen steun, die heeft dat niet nodig.’ Een beeld dat de essentiële menselijkheid van de arts ontkent. Wel bestaat er een sterk groepsgevoel, maar dan meer van het soort dat militairen in oorlogssituaties ook hebben: je kunt er met collega’s wel harde grappen over maken, omdat je weet dat de ander hetzelfde meemaakt als jij, maar er is geen mogelijkheid de ellende die je tegenkomt onder woorden te brengen. Voor de gewone wereld zijn deze soldaten dikwijls niet meer geschikt.

Ik denk vaak dat dit de reden is achter het grote aantal huwelijken tussen artsen onderling, en tussen artsen en paramedici/verpleegkundigen. They’ve been out there too.

Terugtrekken
In de opleiding zowel als in de uitoefening van het artsenvak leer je niet op een zinvolle manier om te gaan met de emoties die dit beroep met zich meebrengt. Het is ieder voor zich. En dat leidt ertoe dat mensen zich terugtrekken. In allerlei opzichten. In het vak: de dokter is er voor de chemo, de zuster voor de gesprekken. In een specialisme: als microbioloog gaan alle emoties voor je deur langs. In gedrag: de botte hork. In de wetenschap: minder zorg, meer artikelen. In het management: meer grip op je werkomgeving. In afwijkend gedrag: alcohol, seks, medicijnen. En in letterlijk terugtrekken: parttime gaan werken, of er helemaal mee stoppen. Allemaal tekenen van een beroepsgroep in nood.

Ook ik trok mij terug. In het begin van mijn loopbaan dacht ik dat het aan mij lag, dat mijn gevoelens van verwarring en ontsteltenis niet klopten en dat je zulke gevoelens niet hoorde te hebben. Later, toen ik mijn emoties niet meer wilde negeren en er met collega’s over probeerde te spreken, kreeg ik de kous op de kop. Er waren twee soorten reacties: ‘Dat hoort erbij’. En: ‘Je wou toch zelf oncologie doen?’ Ja. Dat wou ik ook. En?

Ik probeerde mijn gevoelens nog een tijdlang te negeren, maar op een gegeven moment lukte dat niet meer. Totdat ik uiteindelijk geen andere mogelijkheid zag dan te stoppen als longarts, en verder te gaan buiten de directe patiëntenzorg. Het gevolg van mijn persoonlijke psychische opmaak, in combinatie met een emotioneel belastende werkomgeving die volstrekt niet is ingericht op het psychisch en emotioneel gezond houden van de meest belaste werknemers. 

Een chirurg staat een hele nacht te opereren om een patiënt te redden. Maar het lukt niet, en de patiënt sterft. Een brandweerman gaat een brandend huis in om een man te redden. Maar het lukt niet, en de man sterft.

De brandweerman krijgt professionele opvang. De chirurg krijgt koffie. En gaat visite lopen, of begint met zijn spreekuur.

Als er uit de zaak in Tuitjenhorn iets goeds kan voortkomen, dan is het een breed besef dat ook goede dokters compleet van de brug kunnen kantelen en dat emotionele steun in dit zware beroep noodzakelijk is. Zo noodzakelijk dat je het eigenlijk niet aan het individu zelf kunt overlaten om dat te organiseren.
Bij de brandweer en politie is psychologische steun na incidenten professioneel geregeld. Als we menselijke dokters willen houden en goede dokters willen behouden voor het vak, is dat een voorbeeld dat navolging verdient.


Mariska Koster, tot 2012 longarts, nu werkzaam bij zorgverzekeraar Achmea

Contact: mey.koster@gmail.com; c.c.: redactie@medischcontact.nl

Geen belangenverstrengeling gemeld.

Met dank aan Gert van Dijk, ethicus aan het Erasmus MC


Zie ook

<b>Download dit artikel (PDF)</b>
video euthanasie levenseinde kwaliteit opinie ouderen ethiek
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • ,

    Het ervaringsverhaal van Mariska Koster raakt het hart.
    Dat kan niet gezegd worden over de manier waarop publiekelijk werd bericht over deze zaak. Die was verontrustend. Feiten, logisch redeneren en rationaliteit als reactie op het intens verdrietige... verloop van de gebeurtenissen. Zelden een vraag naar wat er onder verscholen lag: diep weggestopte gevoelens en kwetsbaarheid van de arts en verwarring van de arts in opleiding. Daaraan voorbijgaan voelt ongemakkelijk en bevreemdend.
    Ik ben geen arts, maar ik stel mijzelf, en ook anderen, vragen over het leven, met zijn vele lagen en betekenissen. Dat is mijn werk.
    Wat doet het met een mens die stelselmatig het eigen gevoel negeert om er maximaal te kunnen zijn voor de ander? Als die mens er niet eens mag zijn voor zichzelf en dit uiteindelijk ook niet meer kán?
    De vraag is niet hoe dit achteraf is te herstellen, maar hoe vervreemding van iemands diepste kern kan worden voorkomen. Hoe blijf je in verbinding met jezelf, je waarden en gevoelens? Als die verbinding in orde is, dan maakt elk mens – ook een arts – betere keuzes. De kunst is niet ‘hoe blijf ik zo ver mogelijk buiten beeld’, maar ‘wat helpt mij om mijn inspiratie levend te houden en wat zit mij daarin dwars’?
    Als de werkelijkheid elke dag haaks op je idealen staat, merk je dat dan nog? Wat doe je ermee en hoe geef je hieraan aandacht? Dat zijn existentiële vragen. Zonder dat lukt het een mens niet om zichzelf geestelijk in evenwicht te brengen en te houden.
    De zaak als geheel heeft mij zeer geraakt en ik meen dan ook dat dit soort situaties is te voorkomen met meer gerichte begeleiding en bezinning, waarin de arts als persoon centraal staat.

    Janet Borghuis, coach counselor van zingevingsvragen, Zeist

  • J.H. Leenders

    huisarts, LEEUWARDEN

    Zoals elke medaille 2 kanten heeft, ook hier.
    Ten eerste is het uiteraard een herkenbaar, invoelbaar probleem, hetgeen heel menselijk en lief ter sprake is gebracht.Dat is de éne kant.
    De andere kant ( zie ook polemiek de Vries versus Renckens ) kent... ook haar eigen karakteristieken, zoals daar de vraag waarom coll Koster niet de kans heeft gekregen/gegrepen om in een wat zachtere sector vd longgeneeskunde te gaan opereren ( 6 slechtnieuwsgesprekken op één dag getuigt nou niet direct van een goede organisatie ); ten tweede geeft het toch te denken dat coll Koster de opmerking van presentator Pauw ( P&W), dat er sprake is van een levensduur van ± 6-12mnd, pareert met de stelling : " in het gunstigste geval 6-9mnd".
    Moet nu de voorlichtingsfolder vh KWF herzien worden/ en hoe zal het de patiënten vergaan, die heden naar de longarts moeten??
    Het blijft worstelen!

  • J.H. Leenders

    huisarts, LEEUWARDEN

    Aanvulling: opmerkelijk dat geen enkele longarts alhier heeft gereageerd.

  • R.J.P. Duyvendak

    huisarts, AMSTERDAM

    Wat een herkenbaar verhaal. Je kiest voor oncologie omdat je dat een mooi, belangrijk onderdeel van je vak vindt. Ik heb me als huisarts verdiept in de palliatieve zorg en ik vind dat nog altijd het mooiste werk dat je kunt doen, en dat je mee mag le...ven in gezinnen waar gestorven gaat worden is een soort geschenk. Maar het is wel loodzwaar. Ik kan me niet voorstellen hoe het moet zijn om dat dagelijks te moeten doen. Bij mij waren 5 euthanasie gevallen in 2 maanden tijd de druppel die mijn emmer, na 30 jaar, deed overlopen. Mensen die ik vaak al tientallen jaren kende, met wie ik al heel veel had meegemaakt, verdriet en vreugdes gedeeld. Een per 2 jaar euthanasie was mijn gemiddelde, deze hausse werd me teveel. En dat ondanks het feit dat ik al vele jaren in twee warme, betrokken intervisie groepen zit, waar ik ook gesteund werd in moeilijke tijden. Je kunt dan toch nog te weinig zicht hebben hoe dingen op je inwerken, inderdaad de oude moraal: ik kan het zelf, ik kan het alleen en ik moet niet klagen. En nu zit ik al een jaar thuis met een burn-out, en stop ik als praktijkhoudend huisarts. Maar ik kan iedereen aanraden intervisie om zich heen te organiseren, want het geeft onmisbare steun.

  • I. Oudejans-Mooijaart

    Klinisch geriater, HELMOND

    Beste Mariska,

    wat een ontzettend herkenbaar verhaal, ook gister bij P&W. zelf heb ik al jaren intervisie (via adviesgroep intermedic). dat wat we daar bespreken en de manier waarop heeft mij erg veel inzichten gegeven. ook heeft intervisie een bela...ngrijke rol gespeeld in het maken van belangrijke beslissingen. ik probeer nu veel meer om beslissingen in mijn leven te nemen die er voor zorgen dat mijn artszijn en mijn menszijn met elkaar in evenwicht zijn.
    ik hoop dat je een nog belangrijke rol gaat krijgen in het stimuleren van artsen om goed voor zichzelf te zorgen.
    Hartelijke groet, Irène

  • Caroline Wijgergangs

    huisarts n.p. psychotherapeut i.o., , Gorinchem

    Ook ik heb het vak verlaten. Ik was huisarts, maar ben overgestapt naar de psychotherapie-opleiding omdat ik te veel werd gedwongen onder druk te werken. Er was te weinig tijd om bij een probleem stil te staan en te onderzoeken wat het met mezelf dee...d.
    Deze behoefte aan emotionele steun is persoonsafhankelijk en ook levensfaseafhankelijk. De jonge honden die gedreven en met veel inzet hun metier leren, moeten we niet te veel belasten met verplicht reflecteren.
    We zouden alle artsen die hun specialisatie een aantal jaren uitoefenen, moeten onderwerpen aan een kritisch onderzoek naar de emotionele belastbaarheid en eventuele behoefte aan ondersteuning hierbij.
    Juist voor de ‘gevestigde’ specialisten lijkt mij dit zinvol. Bovendien groeit de behoefte aan reflectie naarmate je ouder wordt – ook doordat je dan in je eigen leven meer wordt geconfronteerd met ziekte, tegenslag en dood.
    Mijn carrièreswitch ging gepaard met een inkomensoffer. Maar de rust en arbeidstevredenheid die het mij heeft gebracht, zijn onbetaalbaar.

  • A. Akkerman

    huisarts, 'S-GRAVENHAGE

    Wat een prachtig artikel. Ik heb het net gelezen met een snik in m'n keel. De zorg voor de palliatieve patiënt is mooi en raakt aan de bevlogenheid voor je vak. Hier doe je het voor. Maar ik herkent ook die andere gevoelens van verdriet en de pijn va...n anderen waartegen je niet altijd ' gewapend' bent. En ook ik kwam gister thuis nog vol van gedachten over een naderend sterven te midden van m'n eigen vrolijke gezin. Een gevoel van vervreemding.
    Een dappere keus heb je gemaakt. Ik hoop met je mee dat er meer openheid komt om hierover te praten. Heel logisch eigenlijk die 'nazorg' voor de dokter.

  • A.L. Cense

    psychiater, STOUTENBURG

    In het oude gezegde "gedeelde smart is halve smart" schuilt veel waarheid. Soms is het misschien nuttig aspecten te psychologiseren, maar professionals moeten niet te gemakkelijk pretenderen een antwoord te hebben op menselijke en existentiële nood. ...Daar past vooral troost en is het gevoel er niet alleen voor te staan het meest heilzaam.

  • ,

    Beste Mw. Mey,

    Zojuist met een traan over de wang uw artikel gelezen. Wat een mooi pleidooi voor professionele ondersteuning van de beroepsgroep, zoals het wel bij de politie en brandweer geregeld is. Gek eigenlijk dat dat er niet is voor onze beroe...psgroep. Zelf ben ik huisarts en gezegend met twee empathische collega's wij vinden gelukkig wel ruimte en steun bij elkaar bij het bespreken van moeilijke, indrukwekkende casuïstiek. Dit neemt niet weg dat het niet goed zou zijn daarbij af en toe een andere professional zoals psycholoog of coach te hebben. Wat ontzettend zonde dat u verloren bent gegaan voor het vak! Ik hoop van harte dat u in uw nieuwe baan voldoening en werkplezier ervaart!

    Vriendelijke groet,

    Aafke Snoeijen,
    Huisarts Asten

  • ,

    Een dokter leert voor zijn lichaam zorgen, een psychiater leert voor zijn geest zorgen en een mindfulness-trainer leert voor zijn ziel zorgen. Een dokter echter kent zijn geest niet goed en is vergeten dat hij een ziel heeft. Als lichaam, geest en zi...el niet met elkaar in harmonie zijn, is een mens niet gezond en behandelt een dokter niet optimaal. De patient heeft een ziekte, maar de dokter lijdt niet minder. Als psychiater help ik in toenemende mate collega-artsen en ik heb ik korte tijd meer weten te bereiken dan in al mijn jaren met patiënten daarvoor. Het is tijd dat er ook voor dokters gezorgd wordt, dat dokters leren om goed voor zichzelf te zorgen.

    Mischa Anna Selis, psychiater en mindfulness-trainer
    Den Haag

  • J.B.T. Meijer

    huisarts, ZWOLLE

    Beste Mariska
    De eenzaamheid van de dokter. Maar er zijn gelukkig mogelijkheden ( geschapen) om aangrijpende ervaringen te uiten ,te delen met collega's. Veel huisartsen zijn lid van een Balintgroep: een intervisie groep voor artsen , waar pijnlijke... ,moeilijke , verdrietige situaties in de arts- patiënt relatie besproken , geanalyseerd en gedeeld kunnen worden. In Nederland zijn het met name de huisartsen die in zo'n groep participeren. In Duitsland is het fenomeen Balintgroep veel bekender en nemen juist veel specialisten hieraan deel. Gelukkig is intervisie nu ook geïntroduceerd als onderdeel van de coassistenten opleiding. Hierdoor krijgen ze al in een vroeg stadium ervaring met het bespreken van heftige ,schokkende praktijksituaties in een veilige omgeving.
    Artsen hoeven niet als schepen in de duistere nacht langs elkaar heen te varen!
    J. Meijer, huisarts-supervisor ,Zwolle

  • S. Kats

    Psychiater, ROTTERDAM

    Beste Mariska,

    Wat een uit het hart gegrepen artikel!
    In een per definitie ‘onveilig’ vak als de onze, waar we veel te maken krijgen met psychisch en lichamelijke lijden, is collegiale steun onontbeerlijk.
    Ikzelf heb als psychiater/ medisch manag...er in een algemeen ziekenhuis een enorme psychische worsteling doorgemaakt vanuit een (hectische) werksetting waarin ik geen enkele steun ondervond vanuit de directie. Ook toen voelde ik me erg alleen er voor staan, terwijl mijn ambitie was om goede zorg te leveren aan de patiënten, goed voor het team te zorgen en de talenten van de hulpverleners goed tot hun recht te laten komen. Het gebrek aan verbondenheid met de directie leidde er uiteindelijk toe dat de verbondenheid met het team ook langzaam afbrokkelde en ik uiteindelijk de stap heb gemaakt om weg te gaan en deels voor mezelf te beginnen. Wat mij uiteindelijk overeind hield is o.a. hetgeen mijn wijze tante zei: ‘Sascha, door de zwaarte en diepte van alle gevoelens die je nu doormaakt, zal je een nog betere psychiater worden’. Momenteel werk ik weer met heel veel plezier en draag ik mijn vak in de volle breedte uit.
    Sensitieve artsen, die hier ook nog over kunnen reflecteren zijn een grote rijkdom voor de patiënten. Ik hoop dan ook dat er een moment komt dat jou het ook weer lukt plezier te krijgen in het medische vak, in welke hoedanigheid dan ook.

  • A.P. Cohen

    psychiater, UTRECHT

    Beste Mariska,

    Hartelijk dank voor je oprechte verhaal.
    Elke arts die dit niet herkent heeft zichzelf achter een muur teruggetrokken om maar niet meer de pijn te hoeven voelen die gepaard gaat met het lijden van de mens waar je als arts zo vaak deel...genoot van bent. Voor psychiaters weer op een andere manier dan bij oncologen; maar suïcide als soms onafwendbare uitkomst van psychisch ziek zijn laat je bepaald niet onberoerd.
    Je pleidooi voor psychologische opvang bij dit al is gerechtvaardigd, alleen denk ik dat collega's de beste verstaanders zijn van deze zwaarte. They've been out there too!
    Ik zou een oproep willen doen aan de nieuw op te richten Federatie van Medisch Specialisten (Frank de Grave?) om een Artsen voor Artsen netwerk op te zetten om deze ondersteuning voor elkaar op te zetten. Als Moeders voor Moeders dit kunnen, waarom zouden wij dit als collega's dit niet voor elkaar kunnen bieden?
    AnnePauline Cohen

  • R.U. Melchers

    bedrijfsarts, HOUTEN

    Een kleine 15 jaar groeit iemand in zijn vak. En dat is precies de tijd dat een dienstverband van een werknemer duurt. Na die tijd neemt iemands kwaliteit in die functie af.
    Deze wetenschap leidt tot een paar conclusies. Als je als patiënt de beste ...zorg zoekt... maak je een afspraak met de jongste maat in een maatschap. Niet met die prominente arts die weliswaar naam gemaakt heeft, maar over zijn top heen is. En daar geen besef van heeft!
    De andere conclusie moet zijn dat je twee keer in je loopbaan drastisch van richting verandert. Meestal zal dat kwaadschiks zijn. De auteur van dit artikel zal zich niet bewust zijn van deze statistische wijsheden, maar intuïtief neemt ze een goed besluit door bij de pulmonologie de kap aan de wilgen te hangen. Dat is ook ten voordelen van de pulmonologie! Niets geen falen... Niets geen verspilling van onderwijsgeld... Gewoon een verstandig besluit waar menig arts een voorbeeld aan kan nemen.

  • E. Helmich

    specialist ouderengeneeskunde en onderzoeker medisch ond, AMSTERDAM

    Hartelijk dank aan Mariska Koster voor haar moed om dit stuk te schrijven en dank voor de openheid van alle collega's die op haar stuk hebben gereageerd. Ik ben vorig jaar gepromoveerd op een onderzoek naar de emotionele ontwikkeling van studenten ge...neeskunde waarin allerlei dingen naar voren kwamen die ook hier zijn genoemd: de emotionele socialisatie, voorbeeldgedrag, het gebrek aan openheid over emoties bij artsen en het ontbreken van formele/professionele training en ondersteuning in het omgaan met emoties. Heel opvallend in mijn onderzoek was inderdaad ook het grote verschil met andere beroepsgroepen, in het bijzonder de verpleegkundigen. Ik denk dat we vanaf het begin van de opleiding en vervolgens tijdens de coschappen en in de vervolgopleiding veel meer aandacht zouden moeten besteden aan het (leren) omgaan met emoties en de rol die emoties spelen in het contact met patiënten, klinische besluitvorming, interprofessionele samenwerking en het persoonlijk welzijn van hulpverleners. Deze discussie motiveert mij opnieuw om me hier in het onderzoek en de praktijk van het medisch onderwijs voor te blijven inzetten. Bijdragen zoals van Mariska Koster zijn hierbij van onschatbare waarde!

  • E.J.W. Keuter

    neuroloog, FLUITENBERG

    het meest verontrustende vind ik dat je als collega de kous op de kop krijgt als je over je verdriet wil praten. in onze vakgroep zeggen we voortdurend tegen elkaar hoe erg we het vinden voor onze patienten. er mag gehuild worden. kwaliteit van patie...ntenzorg zit hem nu juist daarin dat je met de patient meevoelt (en desondanks rationeel kan blijven denken). zou je willen overwegen om weer part time als specialist in een ziekenhuis te komen werken? zulke dokters hebben we nodig. emile keuter

  • C.N.M. Renckens

    vrouwenarts n.p., HOORN NH

    In antwoord op collega de Vries: Ik constateerde slechts een feit en vermoed dat kritici niet zo snel een tegen stuk zullen durven schrijven. Ook alle latere reacties zijn weer juichend. Daar klopt iets niet. Mijn eigen mening doet er niet toe.

  • H.P. Rode

    Psychiater, UTRECHT

    Hulde aan collega Koster die met dit artikel precies laat zien wat we niet voldoende leren in ons medisch vak: zorgen voor onszelf. Huisartsen, psychiaters en sinds kort ook ABS-artsen (dokters-voor dokters) zijn gewend aan intervisie: een noodzakeli...jk en effectief gebleken reinigingsritueel voor inter- en intrapersoonlijke vlekken op de werkvloer. Daarnaast komen er mondjesmaat zelfzorgprogrammaatjes op gang binnen de opleidingen tot medisch specialist. De beroepsvereniging voor Psychiatrie heeft net een module toegevoegd waarin AIOS leren (medische) hulp te vragen en te bieden aan collega's: ‘Komt een dokter bij de dokter’. En het kan altijd beter. Daarom pleit ik voor een diepgaande voorlichting en CANMEDS-achtige selectie voor bepaalde specialismen, met taakdifferentiatie. We weten namelijk pas echt wat een specialisme inhoud als je het een tijdje doet als specialist. Als AIOS heb je vaak onvoldoende beeld van wat je later staat te wachten (voor 30 jaar). Iedere arts heeft specifieke talenten en zwakke plekken. Niet elke specialist is even getalenteerd in het voeren van lastige gesprekken als in het uitvoeren van verrichtingen: doe vooral waar je erg goed bent; investeer in persoonlijke vaardigheden en vraag de zaken waar je niet zo goed in bent, of die gewoonweg belastend zijn, door anderen te doen of met elkaar te (ver)delen. Bij ernstig getraumatiseerde patiënten is het aantal EMDR-behandelingen daarom per psychiater beperkt, om secundaire traumatisatie te voorkomen. In teams die ernstige persoonlijkheidsstoornissen behandelen, is er frequent team-intervisie en na elke complicatie of suïcide en evaluatie. Natuurlijk hebben de meeste collega’s waarschijnlijk een vak gekozen wat prima bij ze past. Maar velen onder ons komen zichzelf pas tegen na een tijd lang ondergedompeld te zijn in een vak waarvoor ze de vaardigheden onvoldoende beheersen of aangeleerd hebben. Daar kunnen we veel aan verbeteren en levert gezondere dokters (en patiënten)!

  • G.P.A. Joosten

    tropenarts, OOSTKAPELLE

    beste Mariska,
    Wat een echt verhaal! Onmiddellijk schoot mij een ervaring te binnen tijdens mijn opleiding tot kinderarts. Een collega specialiseerde zich tot kinderoncoloog. Ze was een moeder voor de kinderen en hield een bijna dagelijks contact me...t de ouders van de kinderen onder haar behandeling. Dag en nacht konden zij haar bellen, dienst of geen dienst. Ik begreep niet hoe ze dat volhield en dat deed ze uiteindelijk ook niet.
    Tijdens mijn werk in Afrika stierven er dagelijks kinderen onder mijn handen en ik verwerkte dat op een of andere manier. Soms bartstte ik onverwacht in huilen uit, maar meestal hield ik me 'goed'. Gelukkig schoot het me een keer te binnen dat het vaststellen van de dood van drie patienten op één nacht wel erg veel was voor een nieuwe co-assistent uit Nederland die voor het eerst een nachtdienst van een medical-assistent overnam. Tot mijn schrik realiseerde ik me bij het lezen van je verhaal dat ik vaak gereageerd heb met "ja, er sterft hier gemiddeld minstens één patient per nacht". Zou het getroost hebben?
    Helaas heb ik geen idee hoe je zou kunnen leren om er mee om te gaan. Hetzelfde geldt waarschijnlijk voor huisartsen; drie euthanasieën per jaar lijkt mij het maximum. Of zoiets in de praktijk van een longarts haalbaar is denk ik niet. Of betere begeleiding mogelijk is weet ik niet.

  • R.A. de Vries

    Internist, BENNEKOM

    Beste Mariska,
    Enorme dank voor je moedige, indrukwekkende en herkenbare verhaal. Mijns inziens het meest waardevolle artikel in Medisch Contact in 2013. Ik hoop dat de beroepsgroep en de politiek de handschoen oppakt en dat je oproep niet zonder ge...volgen zal blijven.
    René de Vries, internist.

  • G.J. Amelink

    neurochirurg, ZEIST

    Mooi en indrukwekkend verhaal. Niet alleen anderen verwachten van ons dat we alles kunnen en onfeilbaar zijn en ook nog overal maar tegen kunnen. Helaas doen we dat voor een belangrijk deel ook ons zelf aan.
    Het is denk ik ongetwijfeld zo dat een aan...tal echte of vermeende ontsporingen van dokters die graag breeduit worden uitgemeten in de media zeker ook met deze problematiek van doen hebben. Zorgen voor jezelf en je collega's zou een eerste vereiste moeten zijn. Met de steeds verder toenemende werkdruk en druk van buiten op ons vak zal dat echter een moeilijke maar wel noodzakelijke exercitie zijn willen we voldoende geestelijk en lichamelijk gezonde en voeldoende toegeruste dokters overhouden op termijn. Was het ook niet " Mens sana in corpore sano"
    Food for thought...

  • J. van Kaam-Thunissen

    huisarts, BELLINGWOLDE

    Beste Mariska,
    bedankt voor je artikel in medisch contact.Met veel emotie heb ik het gelezen.
    Wat herkenbaar!
    30 jaar in het huisartsenvak geeft veel onmacht en verdriet. Vaak heb ik dit onderwerp in nascholingen ter sprake gebracht.Voorgesteld om re...gelmatig elkaar te steunen bij deze moeilijke emoties.
    Emoties delen met andere collega's is nog steeds "not done".
    Pas na een lang gesprek in de avonduren kunnen collega's toegeven dat ze het zelf ook moeilijk hebben.Coaching geregeld vanuit de beroepsgroep zelf
    is zeker noodzakelijk.Ik hoop dat je artikel de discussie op gang brengt.

  • M. Oolbekkink

    specialist ouderengeneeskunde, ROTTERDAM

    Beste Mariska,
    Tot mijn verrassing en verwarring barstte ik plotseling in tranen uit tijdens het lezen van dit stuk. Ik werk grotendeels in een hospice, dus de dood - en geen enkel ander perspectief - is mijn dagelijks werk. Als ergens een plek is o...m ruimte te maken voor zorg voor elkaar, dan is het daar, en dat gebeurt ook. En ik ben ook niet voor niets in deze niche van de gezondheidszorg terechtgekomen. Maar ook ik draag de erfenis van mijn opleiding, nu 30 jaar geleden, en voel de verwachting van onfeilbaarheid in het zicht van de dood : want die moet rustig, waardig, liefst zonder pijn, en gesprekken over een (acuut) verzoek om euthanasie wordt op het scherpst van de snede gevoerd. Door de arts. Het werken in een bij elkaar betrokken team kan het gevoel van eenzaamheid dat mij soms bekruipt niet altijd wegnemen. Het wordt niet zozeer uitgesproken maar als dokter lijk je te waken over de gezondheid van dat team en sta je er zelf eigenlijk een beetje buiten. Uw stuk raakte dat aan, en dat roerde mij tot tranen toe.

  • Ellen Landeweer

    psychiater, Amersfoort

    beste Mariska
    Ik heb veel bewondering voor de manier waarop je je verhaal vertelt. Helaas heel herkenbaar. Al tijdens mijn coschappen werd duidelijk dat er weinig specialisaties waren waar er tijd en ruimte was voor beschouwing, adempauze, reflectie,... zelfregulatie, echt contact maken. Ik koos daarom voor het specialisme psychiatrie dat ik nog steeds met veel plezier uitoefen maar inmiddels ben ik ook in dat vak alleen maar aan het rennen. Kan ik me savonds vaak niet meer herinneren hoe mijn eerste patient van die dag er ook al weer uitzag... Ik los het op door parttime te werken en veel tijd te maken voor hobbies. En voor bijscholen in een betrekkelijk nieuwe therapievorm (EFT) die gebaseerd is op de hechtingstheorie en gericht op de verbinding tussen mensen onderling herstellen. Dat gebeurt nadat er eerst verbinding is gemaakt met je eigen gevoel, pijn. Deze methode geeft mij hoop (voor patienten maar ook voor collega's, teams, echtparen, gezinnen) en helpt mij het werk onder de huidige omstandigheden zo goed mogelijk te doen.
    Ik denk ook dat je alleen maar een goede dokter kan zijn als je aanwezig bent, betrokken, als je je ook kan laten raken. Kortom: als je eerst goed voor jezelf zorgt.
    Je pleidooi voor meer tijd en doorbreken van isolement (binnen jezelf en tussen collega's onderling) is me uit het hart gegrepen
    groeten Ellen Landeweer

  • M. de Vries

    Arts, AMSTERDAM

    Bent u daar één van collaga Renckens?

  • M. de Vries

    Arts, AMSTERDAM

    Herstel typefout: collaga moet uiteraard collega zijn.

  • C.N.M. Renckens

    vrouwenarts n.p., HOORN NH

    Vierentwintig instemmende reacties en geen enkele kritische noot. Dat geeft mij te denken, want er moeten artsen zijn die er anders over denken.

  • Roos

    Huisarts, Laren nH

    Beste collega Koster, ik werd van meerdere kanten geattendeerd op uw artikel en interview. Het ráákt, niet alleen dokters die het herkennen maar ook anderen die met mededogen kijken naar de eenzame positie van de arts. Die oog hebben voor de moed om ...hierover naar buiten te treden.

    Gelukkig is er ook goed nieuws: als huisarts/coach begeleid ik veel aios in ziekenhuizen. Zij nemen deel aan intervisie en 'leren' hierover te spreken. De nood is soms hoog, de noodzaak evident.
    De Orde besloot dit jaar om intervisie van specialisten (mits begeleid door een erkende coach, www.coachesvoormedici.nl) te accrediteren als nascholing: een belangrijk signaal dat nog onvoldoende wordt opgepikt.

    Het zijn kleine stappen maar belangrijk: de deur staat op een kier, er komt licht binnen. Uw artikel draagt in belangrijke mate bij aan dit klimaat!
    Dank, daarvoor.



  • G.G. Zeeman

    Gynaecoloog en coach, Hattem

    Beste collega Koster, wat een herkenbaar verhaal, het socialisatieproces, het solitair zijn en het niet om steun vragen. En op zeker moment het besef verliezen dat dit een vrije keuze is.
    Artsen zorgen vaak niet goed voor zichzelf en kunnen daardoor,... direct of indirect, soms ook niet goed voor anderen, hun patienten, zorgen.
    Het is dan ook in ieders belang dat artsen leren op een zinvolle manier met hun emoties om te gaan.
    Dit geldt niet alleen voor kwesties betreffende leven of dood maar ook als het gaat over betrokkenheid bij medische incidenten, persoonlijke ontwikkeling, ambitie en zingeving. Ook hier kan de arts last hebben van de gedachte onfeilbaar te moeten zijn.
    Het is een goede beweging dat ook artsen zich realiseren dat het verstandig is bij tijd en wijle stil te staan bij de mens achter de dokter, de eigen emotionele gezondheid.
    Het reflecteren daarop kan heel goed samen met een professional die vragen durft te stellen die de arts zichzelf niet (meer) stelt. Hiertoe zijn de coaches, waaronder ook enkele artsen, die verbonden zijn aan het Carrierecentrum voor artsen (www.carrierecentrumvoorartsen.nl) bij uitstek geschikt.

  • M.G.W. Barnas

    Internist-intensivist, AMSTERDAM

    Bijzonder indrukwekkend relaas waarin haarfijn wordt beschreven dat sommige beroepsgenoten een bijzondere zware last met zich mee moeten torsen, dag in, dag uit. Niet alleen achter het bureau maar ook nog daarna. Zorgelijk zijn de beschreven reacties... uit de artsenomgeving:‘Dat hoort erbij’ en ‘Je wou toch zelf oncologie doen?’. Hopelijk dat dit artikel inderdaad bijdraagtaan meer erkenning.

  • Elise Schutte

    Arts-onderzoeker, Groningen

    Enorm herkenbaar verhaal. Ik ben nog maar een jonge dokter (net een jaar afgestudeerd met een jaar zaalwerk op zak) maar ik had zelf zoiets kunnen schrijven.
    In mijn eerste jaar coschappen heb ik een patiënt voor mijn neus zien stikken (achteraf den...k ik dat het massale longembolieën of iets derlijks waren). Omdat de patiënt in kwestie een niet reanimeren, niet beademen beleid had, stonden arts-assistent, verpleegkundige en ik er naar te kijken en konden niets. Ik voelde haar enkel onder mijn hand koud worden en zag haar blauw worden. Toen het voorbij was, moesten we verder met de visite. Ook mijn pogingen om er over te praten werden beantwoord met een "tja, dat gebeurt" en "het hoort erbij". En in mijn intervisiegroep met medestudenten en een coach werd ik bekritiseerd omdat ik niet nadrukkelijker om aandacht vroeg op de werkplek.
    Toen ik vastliep en mijn huisarts vroeg om een verwijzing naar een psycholoog waren ook zijn woorden "het hoort erbij". Ik heb me nog nooit zo alleen gevoeld.
    Nu ik zelf coassistenten begeleid waak ik voor dat soort uitspraken. Want ja, het hoort erbij, maar dat is niet waar het gesprek ophoudt. Dus ik vertel vertel openlijk over mijn ervaringen, in de hoop dat zij inzien dat iets dat vaak voorkomt, niet normaal of logisch is. En al helemaal niet gemakkelijk.
    Maar nog veel liever zou ik zien dat er echte begeleiding komt voor coassistenten zodat zij de kans krijgen om er mee om te gaan, en het door te geven aan collega's en patiënten. Daar zou ik zelf graag aan meewerken.

  • P.W. Postema

    huisarts, OUDERKERK AAN DE AMSTEL

    geachte collega,

    Ik heb jouw verhaal huilend gelezen, de tranen stroomden over mijn wangen. En waarom, dat weet ik niet precies. Wat ik wel weet is dat het te maken heeft met al die doden, al die patiënten die ik heb begeleid bij hun overlijden. Ik ...ben er goed in, dat begeleiden. En al die euthanasieën die ik heb verricht. Kennelijk zit dat allemaal nog in mijn hoofd en zorgt het bij mij voor emoties die ik soms niet helemaal begrijp.
    Mijn gepensioneerde collega voelde zich na zijn pensioen in sommige straten in onze stad niet op zijn gemak en kwam er later achter dat hij in die straten euthanasie had verricht....
    In onze HAGRO kunnen we gelukkig wel over deze zaken met elkaar praten omdat er vertrouwen is onderling. En vroeger sprak ik hierover in een kleine Balintgroep, jarenlang.
    We hebben een prachtig vak maar ik zit iedere dag op het puntje van mijn stoel om niets te missen. En dan zijn er ook nog al die stervenden, in mijn huisartsenpraktijk wel 15-25 per jaar.
    Ik ben op mijn 65e hidha en parttime huisarts geworden in de eigen praktijk en dat bevalt alle partijen goed. En zo hoef ik (min of meer) geen euthanasie meer te doen, heerlijk, een opluchting. Dat doet "mijn
    baas" nu.

    hoogachtend, Piet Postema, huisarts in Amsterdam, 65 jaar (over 2 wk)

  • Annet Sollie

    Huisarts en onderzoeker in opleiding

    Wat goed dat deze longarts de moed heeft om dit aan te kaarten. Ik herken veel in het artikel, zeker dat gevoel van: "als arts moet je hier tegen kunnen, zo niet dan ben je eigenlijk geen goeie dokter". Het lijkt ook in de praktijk of al die ervaren ...artsen allemaal heel profi om kunnen gaan met situaties rondom het overlijden van patiënten. Dit geeft stress: ben ik wel professioneel genoeg om dit beroep aan te kunnen? Ik ervaar alleen nu in de huisartsen opleiding in Utrecht, in tegenstelling tot de periode van co-schappen, wel de ruimte en veiligheid om open over deze dingen te praten. En dat doet goed!

  • WH, arts-assistent

    arts-assistent, MAASTRICHT

    Als beginnende arts-assistent op een afdeling oncologie herken ik de rauwe confrontatie met emoties. Recent nog een jonge vrouw met longemboliën op de SEH. Er wordt een scan gemaakt waarop dan diffuus gemetastaseerde ziekte wordt gezien. Je ziet de b...eelden, je leest de verslagen én je leert de patiënt kennen die bij die CT-beelden hoort. Een mens, slechts een paar jaar ouder dan ik, die ineens geconfronteerd wordt met de dood. En mijn supervisor vraagt dan wel aan mij hoe ik dan omga met zo'n slecht nieuws gesprek, maar zelf deelt hij niet over zijn ervaringen. Als ik dit artikel lees, dan ben ik blij dat er artsen zijn die durven te delen van hun worsteling met de emoties die ze dag in dag uit voorbij zien en komen en zelf ervaren. Ben blijkbaar toch niet de enige die slecht nieuws en de dood niet zomaar met mn witte jas aan de kapstok kan hangen aan het einde van de dag.

  • A.G. Sangster

    bedrijfsarts, NIJEVEEN

    Zoals al gezegd een zeer indrukwekkend verhaal met veel openheid van collega Koster. Goed om dit zo onder de aandacht te brengen.
    Patienten zijn gebaad bij artsen met gevoel, maar met teveel gevoel hou je het vak moeilijker vol.
    Het blijft een zwaar ...beroep met helaas steeds minder waardering.
    We weten van traumaopvang dat dit het best gedaan kan worden door collega's. Maar als die reageren zoals boven omschreven is er nog een lange weg te gaan.
    In de artsenopleiding wordt er gelukkig meer aandacht aan besteed aan openheid. Maar in de praktijk ervaar je pas echt hoe het is.
    Je kunt of je nu arts, verpleegkundige of verzorgende bent op een gegeven moment uitgezorgd zijn.
    Wie zorgt er voor de dokter is in de bedrijfsgeneeskunde een veel gehoorde kreet.
    Zoek de bedrijfsarts op in het ziekenhuis ook al werk je in een maatschap.
    Mijn dochter wil graag medicijnen gaan studeren. Ik wil het haar niet afraden en stumuleer haar volop. Het blijft een mooie keus, maar we kennen ook de keerzijde.

    Aldo Sangster, bedrijfsarts


  • J. Verkuyl

    huisarts n.p., TETERINGEN

    ik moet bij deze reacties altijd denken aan de uitspraak van weilen hoogleraar psychiatrie Rümke: de medische relatie houd in: maximale betrokkenheid met behoud van afstand. Het is altijd het proces van de patient waar het om gaat. te veel afstand is... niet goed, te weinig ook niet. Maar het is fijn te lezen dat sommige artsen open kunnen zijn over hun gevoelens.

  • Marije Weidema

    co-assistent, NIJMEGEN

    Heel veel dank voor dit mooie en ware verhaal.. Ik sta pas aan het begin (bijna klaar met mijn derde co-schap) maar ik herken de worsteling.
    Ik wil niets liever dan patiënten bijstaan in hun moeilijkste en donkerste periodes. Maar hoe blijf je zelf ...staan? Als dokter, als mens.. Ik denk dat het al zoveel verschil zou maken als er ruimte voor gemaakt wordt om te delen wat je voelt. Ook als je even overloopt van tranen..

  • Bibliotheek

    gynaecoloog en onderwijscoordinator, Leiderdorp nl

    Door het intensieve contact,dat ik als onderwijscoordinator de afgelopen 4 jaar met de coassistenten had,is mij al lang duidelijk geworden,dat de begeleiding van co-assistenten tekort schoot. Dit artikel met al zijn reacties bevestigt dat nog maar... eens. Om die reden willen wij hieraan iets gaan doen,waarbij met name voor oudere dokters met veel ervaring en kennis een belangrijke plaats lijkt weggelegd. Een luisterend oor is al heel belangrijk. Flip de Leeuw,gynaecoloog en voormalig onderwijscoordinator

  • A.L. van Zwol

    Huisarts, Hellevoetsluis

  • Wil Bosboom

    huisarts, De Meern

    Wat een dapper, ontroerend, inzicht gevend en betekenisvol statement!
    Het lukt dus soms niet ons machteloze gevoel bij de uitbehandelde patiënt voldoende in te dammen.
    Ons incasseringsvermogen wordt inderdaad bovenal extreem op de proef gesteld als ...we de patiënt, op diens uitdrukkelijke wens, zo vreemd definitief op “uit” zetten.
    En daar sta je dan plots met al je emoties bij de benauwde terminale patiënt die nog geen officiële goedkeuring heeft om mogelijk te overlijden door jouw interventie.
    Is dit diep ontzag losmakende verslag van Mariska Koster al doorgestuurd naar het AMC, de IGZ, het OM en niet te vergeten de ministers Schippers en Opstelten als eindverantwoordelijken van deze instanties?

  • A. van Strien-van Merkestein

    specialist ouderengeneeskunde, ZOETERMEER

    Beste Mariska,
    Met veel bewondering heb ik jouw herkenbare verhaal gelezen. Bewondering voor jouw durf om je zo kwetsbaar op te stellen, Maar ook voor je zuivere analyse van de tekortkomingen in de huidige situatie. Bart Bruin heeft volkomen gelijk a...ls hij beweerd dat jouw verhaal verplichte literatuur moet worden bij de medische opleidingen, Hierbij denk ik dan niet zozeer aan de basisopleiding maar vooral aan de vervolgopleidingen tot medisch specialist. Juist deze jonge collega's zullen veel zaken herkennen en zij kunnen bij de nabespreking van jouw artikel ook met elkaar afspreken hoe zij het beter kunnen doen. Wij kunnen dan als oudere dokters nog veel van hun leren.

  • R.A.M. Verbeek

    SEH-arts KNMG, MONNICKENDAM

    Kwetsbaar, eerlijk. Respect! En herkenbaar ....... helaas.

  • Kaspar Mengelberg

    psychiater, Amsterdam nl

    Dank, collega Koster, voor uw belangrijke en indrukwekkende bijdrage. Het is emotioneel niet goed te doen om meerdere mensen per dag hun dood aan te moeten zeggen. Zeker op den duur niet. Naast alle overige, dagelijkse, menselijke ellende van het vak....
    Hoe te voorkomen dat artsen zich terugtrekken, van hun werk, van hun patiënten, van hun gevoelswereld, en dus van een deel van zichzelf? Door hun belevenissen ernstig te nemen, en er met elkaar over te praten. Of ook door hiervoor extern hulp te zoeken. Ik vind dat wij psychiaters-psychotherapeuten in dit verband onze deuren wijd open moeten zetten. Voor een enkel lang gesprek of voor meerdere. Op de korst mogelijke termijn. Dit kan in volle discretie, in principe.
    Vergeef mij een enkele kritische noot. Niet collega Tromp handelde substantieel buiten proportie. Het AMC, de IGZ en het OM deden dat.

  • D.E. Josephus Jitta

    Huisarts n.p., DEVENTER

    Beste Mariska,
    Voor een stuk als dit heb je moed, klasse en overzicht nodig.
    Kennelijk beschik jij over deze kwaliteiten.
    Chapeau.

  • W.J. Duits

    Bedrijfsarts, HOUTEN

    Geachte collega, beste Mariska, wat een indrukwekkend stuk. Het eerste gevoel dat dit geeft is, jammer dat je deze keuze hebt moeten maken, omdat het voelt als een verlies voor het beroep en m.n. een verlies voor de patiënten.
    Als bedrijfsarts het g...evoel, jammer dat we dit laten liggen. Waarom is er geen mogelijkheid voor veel artsen om met een bedrijfsarts te praten? Ik zou collega's graag mijn hulp aan willen bieden, voor andere beroepsgroepen doen we het wel, voor de eigen beroepsgroep mogen we wel meer aandacht hebben. Preventie is op zijn plaats.

  • C.J. de Jong

    anesthesioloog, AMSTERDAM

    Beste Mariska,

    Erg goed om op deze manier de aandacht te vestigen op deze zware kant van het vak. Chapeau!

  • Bart Bruijn

    Huisarts, STREEFKERK

    Wat een prachtig stuk! Vleesgeworden bewustwording van diepe emoties. Zou een must-read op de opleidingen moeten zijn.

  • J.L. Kuiper

    Arts-onderzoeker longoncologie, AMSTERDAM

    Wat mooi en open verwoord, sterk stuk dat stemt tot nadenken!

  • Jop van den Berg

    ANIOS Anesthesiologie, Groningen

    Het gevoel bekruipt om dit zo snel mogelijk te willen implementeren in het systeem. Het is iets waarvan ik al lang niet begreep dat het er niet was. De juiste woorden!

  • Gerben Welling

    Directeur, Eindhoven

    Wat een indrukwekkend verhaal. Hier wordt ik stil van. Ook mooi, het taboe dat dit erbij hoort wordt doorbroken.

    Toen ik bij de ambulancedienst werkte heb ik hard getrokken aan een BOT team. Ook op onze Huisartsenposten hebben we dit inmiddels. Kan... nog veel beter, maar de start is er. We zetten nu een team begeleiders op die mensen wat langer kunnen begeleiden.
    Ik kan iedereen aanraden dit soort teams te hebben.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.