Laatste nieuws
W. Dercksen en H. Gelber
8 minuten leestijd

Dokteren op de Westbank

Plaats een reactie

Al bijna twintig jaar houdt een Israëlisch medisch team elke week een gratis poliklinische dag op de Westbank. De humanitaire boodschap telt hierbij zwaar. ‘Laten zien dat niet alle Israëli’s een uniform en een geweer dragen, maar ook goed kunnen doen.’


‘Dit geeft me niet bepaald een veilig gevoel’, mompelt endocrinoloog Eldad Kisch. We staan bij een Palestijns checkpoint op de Westelijke Jordaanoever. Elke zaterdag bezoekt een wisselende groep Israëlische physicians for human rights (PHR-Israel) de Westbank voor een poliklinische dag. Palestijnen krijgen dan gratis consult, medicijnen en voorzover mogelijk behandeling.



PHR-Israel is in 1988 opgericht, een paar maanden na het uitbreken van de Eerste Intifada. Doel was het opkomen voor mensenrechten, in het bijzonder het recht op gezondheidszorg. Aanvankelijk alleen in de bezette gebieden, later ook in Israël.


De in Nederland geboren en sinds 1962 in Israël wonende Eldad Kisch (68) is al tien jaar lid van de organisatie. Sinds twee jaar gaat hij één keer per maand mee naar de Westbank. Vroeger durfde hij niet. ‘Het heeft iets engs. Je gaat vijandelijk gebied in.’




Limonade en een koekje


De bestemming is deze keer Bala’a, een dorpje in Samaria waarvan de circa 8000 inwoners hoofdzakelijk leven van de landbouw.


Het gezelschap telt zeven artsen, twee verpleegsters, een apotheker, twee tolken en een coördinator. Medewerkers van de Palestinian Relief Society staan ons op te wachten, evenals een aantal plaatselijke notabelen. De locatie is een schooltje, gebouwd met geld van USAid. In de kamer van het schoolhoofd drinken we Arabische koffie, terwijl een vertegenwoordiger van het Palestijns Gezag een welkomstwoord spreekt. Hij hoopt op vrede. ‘Daarvoor moet Israël wel de nederzettingen opgeven’, verduidelijkt hij me later.


Wanneer de dokters zich over de verschillende klaslokalen hebben verdeeld, ben ik vrij overal in en uit te lopen. In de gang staan reeds tientallen mensen te wachten.



Eldad werkt voor het eerst samen met een plaatselijke arts. ‘De samenwerking lijkt goed’, vertelt hij me op een rustig moment. ‘In beginsel is dat erg belangrijk voor de follow-up, al zal de tijd leren of hij er de volgende keer nog zit en of mijn adviezen zijn opgevolgd.’ Een jonge moeder houdt haar tweejarig kind als een zandzak in haar armen. Suikerziekte, verneemt Eldad van tolk Younis, een in Israël wonende Palestijnse. Younis bewaakt tevens de deur, anders zou het hele klaslokaal volstromen met wachtenden en nieuwsgierigen.


Het medisch paspoort van het kind is blanco, de moeder weet niets van suikerwaarden en evenmin de merknaam van de insuline. Moeder en kind worden weggestuurd om bloed te laten prikken, de huisarts van het kind wordt gebeld voor informatie. Later vertelt Eldad dat de moeder waarschijnlijk onvoldoende is voorgelicht: ze controleert de bloedsuiker bijna niet. Met een glas limonade en een koekje als eerste hulp vijzelt Eldad de veel te lage suikerwaarde van het kind wat op.



Op de Westbank ben je heel slecht af met suikerziekte. Veel patiënten krijgen - bij gebrek aan voorraad - niet genoeg insuline, waardoor ze slechts de helft van de voorgeschreven dosis injecteren. Soms krijgen ze insuline van een ander type, die ze dan in de eerder voorgeschreven dosis injecteren. De meeste patiënten hebben geen eigen bloedglucosemeter. Diëtisten, insulinepompen en insuline-analogen zijn er al helemaal niet.


Chirurg Hanna Muallem straalt wanneer ik zijn lokaal binnenloop. ‘Als je even wacht, kun je me in actie zien.’ Een stoer jochie van een jaar of tien heeft een forse houtsplinter in zijn bovenarm. Een paar aan elkaar geplaatste schooltafeltjes dienen als operatietafel. Bij gebrek aan hoogte  neemt Hanna plaats op een krukje. Het jongetje trekt een gezicht alsof er niets aan de hand is. Twee vriendjes staan enigszins onzeker toe te kijken. Wanneer het mes erin gaat, vraagt Hanna de jongen de andere kant op te kijken. Een flinke schreeuw maakt duidelijk dat de verdoving wat aan de minimale kant is. ‘Nog maar een beetje dan.’



Taai maagdenvlies


Het team ziet deze dag 288 patiënten, gemiddeld 41 per arts. Gynaecoloog Michael Feingold is als eerste klaar. ‘De eerste die bij me binnenkwam, was een man’, lacht Michael. ‘Hij is al zeven jaar getrouwd en kan geen kinderen krijgen.’ De man had wel een medisch dossier bij zich. Michael las dat een van zijn zaadballen was weggehaald en dat de andere niet goed functioneerde. Tevens maakte hij eruit op dat de Westbank-artsen één mogelijkheid over het hoofd hadden gezien (c.q. niet hadden aangeboden). ‘Met een biopsie en in-vitrofertilisatie maakt hij een kleine kans. Ik heb hem verwezen naar een ziekenhuis op de Westbank waar deze behandeling mogelijk is.’ De toevoeging ‘kleine’ bij zijn kansen ontging de man en was hem ook in tweede instantie niet duidelijk te maken. ‘Ik heb zelden iemand zo blij gezien.’



Gedurende de drie jaar dat Michael maandelijks meegaat naar de Westbank heeft hij slechts één keer iemand gynaecologisch onderzocht. ‘De vrouwen komen ook nooit alleen. Er is altijd wel een moeder of zus bij. Vandaag waren de meesten gelukkig erg coöperatief. Om de ultrasound te gebruiken heb ik zelfs een paar keer een stukje blote buik mogen zien.’



Hij vertelt verder : ‘Er was vandaag ook een meisje van 13 met haar moeder. Ik zag in de ogen van de moeder dat ze bang was dat het kind zwanger was.’ Er bleek gelukkig niets aan de hand. ‘Op die leeftijd gebeurt het wel vaker dat de menstruatie een paar maanden wegblijft.’ Wat had Michael gedaan als het kind wel zwanger was? Geen makkelijke vraag. ‘Als ik die boodschap zou geven, weet ik bijna zeker dat het de dood van het meisje betekent.’



Een aantal jaren geleden kreeg Michael in het ziekenhuis een pasgetrouwde Israëlische Arabier op consult. De man vertelde dat hij tien dagen getrouwd was en dat het maagdenvlies van zijn bruid te taai was. Of de dokter dat kon verhelpen? ‘Dan moet je vrouw zelf komen’ had Michael geantwoord. Bij de vervolgafspraak was ook de moeder van de bruid aanwezig, een wit laken onder haar arm. ‘De moeder wilde bloed zien.’ Omdat de pasgetrouwde vrouw veel te gespannen was voor onderzoek, verwees Michael haar naar een psycholoog. Een week later stond het gezelschap weer voor zijn neus. De man had met zijn bruid gepraat, vertelde hij Michael. Aan de blauwe plekken op haar gezicht was te zien dat er ook non-verbaal was gecommuniceerd. Nadat de echtgenoot en de moeder de spreekkamer hadden verlaten, kreeg de bruid een lichte anesthesie toegediend, waarna de gynaecoloog kon constateren wat hij eigenlijk al wist. ‘We hebben toen bij het uithalen van het infuus een forse hoeveelheid bloed op het witte laken laten lekken.’ Met de bruid is geen woord gewisseld. ‘Maar bij het weggaan zag ik dat ze besefte dat we haar leven hadden gered.’



Als ik Eldad vraag waarom hij dit werk doet, trekt hij een nadenkend gezicht. ‘Ik vind dat we veel kwaad doen aan de Palestijnen.’ En bijna in één adem: ‘Omgekeerd overigens evenzeer.’  Eldad ervaart dat er met humane gebaren momenten van toenadering ontstaan. Verder is er grote medische nood in de bezette gebieden. ‘Wij houden de Palestijnen klein. Israël heeft in de bezette gebieden weinig gedaan om een medische infrastructuur op te bouwen, al zijn we daar op grond van internationale verdragen wel toe verplicht.’ Hij blijft genuanceerd. ‘De Palestijnen maken er met alle corruptie en veel geknoei ook een zooitje van. Er is bijvoorbeeld wel geld voor insuline, maar de insuline komt er vaak niet.’



De motieven van de andere artsen zijn niet veel anders. ‘Om mijn geweten te sussen’, zegt  gynaecoloog Michael. ‘Ik wil wat terugdoen voor het leven dat ik in Auschwitz heb behouden’, reageert internist Rob Viskoper als hij me naar het getatoeëerde nummer op zijn onderarm ziet staren. ‘Ik had dood moeten zijn.’ Dit is na afloop van een clinic in Deir El G’soon. Op dezelfde tocht vertelt kinderarts Iris Weizman dat voor haar ook het werk zelf telt. ‘Ik heb altijd in een ziekenhuis gewerkt. Daar beschik je over röntgenapparatuur, uitslagen van bloedtesten enzovoort. Op de Westbank heb je dat niet, terwijl veel kinderen daar echt heel ziek zijn. Heel dramatisch om in zulke omstandigheden te werken.’



De Israëlische Arabieren zetten de toon wat anders. ‘Ik moet toch iets doen’, antwoordt Bshara Usama. Hij is neuroloog en psychiater. ‘Ik wil helpen’, zegt tolk Younis Araf. ‘Ik ben ook Palestijnse, al woon ik in Israël. Het zijn mijn eigen mensen.’ De artsen, verpleegsters en tolken krijgen ook iets terug voor hun vrijwilligerswerk. ‘Een enorme bevrediging’, vindt Eldad. ‘Als arts en als mens. Ik zie problemen die in Israël niet meer voorkomen. Veronachtzaming, mallotige behandelingswijzen. Ik kan op deze dagen iets doen om het lot van een aantal Palestijnen te verbeteren en wellicht helpt dat ook om de verhoudingen iets te verbeteren.’ Voor sommigen telt vooral het laatste. ‘Het is belangrijk om te laten zien dat niet alle Israëli’s een uniform en een geweer dragen, maar dat we ook goed kunnen doen’, hoor ik van verpleegster Elana.


‘Voor mij is het mooiste het handen schudden na afloop’, vindt gynaecoloog Michael. ‘Die 30 seconden zijn mij heel veel waard.’



Bezetting


Op kantoor bij prof. Svi Bentwich informeer ik me nader over de PHR en de gezondheidszorg op de Westbank. Bentwich, een internationaal gerenommeerd aids-deskundige, is bestuurslid van de PHR en gaat ook regelmatig mee naar de Westbank.


‘De primaire gezondheidszorg is bepaald niet slecht in de bezette gebieden. De artsen weten er doorgaans wat ze moeten doen en de gebruikelijke medische kwalen worden redelijk behandeld.’ Er zijn echter twee grote problemen: gebrek aan bepaalde specialismen en de Israëlische bezetting.


Bentwich somt de belangrijkste knelpunten op. Er is een groot gebrek aan neurologen en revalidatiemogelijkheden, wat zich vooral wreekt op het gebied van de vele aangeboren afwijkingen als gevolg van inteelt. Tevens zijn er te weinig oncologen en hematologen, en ontbreken goede centra voor de behandeling van maligne aandoeningen. Gespecialiseerde chirurgie, zoals hartchirurgie en in het bijzonder kinderhartchirurgie, staat er erg slecht voor. Relatief eenvoudige (oog)laserbehandelingen zijn niet voorhanden.



Het andere probleem is de Israëlische bezetting. Sinds de Tweede Intifada zijn er talloze checkpoints gekomen die het vrije verkeer van personen erg moeilijk, zo niet onmogelijk maken. Voor de gezondheidszorg heeft dat dramatische gevolgen. ‘De specialisten kunnen niet naar de periferie en de patiënten niet naar de centra.’ De laatste jaren zijn er tientallen vrouwen bij een checkpoint bevallen en talloze Palestijnen blijven verstoken van behandelingen, soms met fatale gevolgen.


Het belangrijkste resultaat van de poliklinische dagen vindt Bentwich de humanitaire boodschap. ‘Israëlische dokters brengen medemenselijkheid in de praktijk.’



Our cousins


Daarnaast boekt de PHR resultaten met de consulten en behandelingen ter plaatse. ‘Ook kunnen we in moeilijke gevallen patiënten verwijzen naar ziekenhuizen in Israël, in de bezette gebieden of in Jordanië, en soms naar Europa of de Verenigde Staten.’ De verwijzingen bieden geen garanties dat de patiënten daar ook werkelijk heen mogen, maar het scheelt wel een fors aantal bureaucratische obstakels.


‘Ten slotte is van belang dat we voorlichting geven en medicijnen en babyvoeding meebrengen’, besluit Bentwich.


Veel Palestijnen vragen ook om eenvoudige middelen als paracetamol. Op de Westbank zijn deze vaak niet verkrijgbaar of gewoon te duur. De economische situatie is de laatste jaren sterk verslechterd en armoe is troef.



‘The Israelian doctors are our cousins’, vertelt een Palestijnse vader me ongevraagd. Baby op de arm, een grote plastic zak met babyvoeding in zijn vrije hand. ‘We love them.’ 



  



 

 



Willem Dercksen, freelance journalist


Hagit Gelber, freelance fotograaf



Klik hier voor het PDF van dit artikel

 

Diabetes
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.