Laatste nieuws
Robert Crommentuyn
Robert Crommentuyn
5 minuten leestijd
arbeidsmarktmonitor

Banenaanbod bereikt recordhoogte

2 reacties


Pensioenuitstel wordt een reële optie voor veel artsen

Het aantal vacatures voor artsen bereikte afgelopen kwartaal een ongekende hoogte. In noodgevallen kunnen werkgevers soms terugvallen op gepensioneerde artsen.

In de laatste drie maanden van vorig jaar steeg het banenaanbod voor artsen naar recordhoogte. Er waren 853 vacatures voor basisartsen en 761 vacatures voor artsen met een afgeronde vervolgopleiding. In totaal komt dat neer op 1614 vacatures. En dat is 20 procent meer dan in het voorgaande kwartaal. De stijging is gelijkelijk verdeeld over de basisartsen en de specialisten.

De banenmarkt voor artsen bereikte begin vorig jaar nog een dieptepunt met in totaal 1080 vacatures. Vanaf maart trad herstel op, dat nu nog eens versterkt doorzet. Uit het overzicht (zie tabel Banenmarkt ) blijkt dat vooral de vraag naar artsen voor verstandelijk gehandicapten (AVG) en naar specialisten ouderengeneeskunde ongekend hoog is. Het aantal vacatures voor deze artsen ligt vier tot zes keer hoger dan gebruikelijk voor gespecialiseerde artsen. ‘Wij nemen het grote aantal vacatures met zorg waar’, zegt voorzitter Arjen Louisse van de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten. ‘Het aantal instellingen dat inmiddels zonder AVG zit is veel te groot. De zorg voor verstandelijk gehandicapten lijdt daaronder.’

Volgens Louisse is de kern van het probleem dat jonge artsen het vakgebied niet kennen. Daardoor blijven beschikbare opleidingsplaatsen onbezet en komen er te weinig artsen voor verstandelijk gehandicapten op de arbeidsmarkt. ‘We hebben maar twee hoogleraren en het vak komt in het curriculum van de geneeskundeopleidingen niet of nauwelijks aan de orde.’

Verschraling
Hetzelfde probleem speelt bij de specialisten ouderengeneeskunde, zegt Verenso-voorzitter Mieke Draijer. ‘De instroom in de opleiding blijft achter bij het beschikbare aantal plaatsen.’ Volgens Draijer hebben jonge artsen nog nooit een specialist ouderengeneeskunde gezien. ‘We proberen nu een verplicht coschap ouderengeneeskunde in het curriculum op te nemen. En we zijn bezig om het salaris te verbeteren. Veel specialisten ouderengeneeskunde wijken uit naar de geestelijke gezondheidszorg. Ook daar is een tekort aan artsen en de salarissen liggen er hoger. De plekken voor specialisten ouderengeneeskunde binnen de instellingen voor ouderenzorg worden dan weer ingevuld door basisartsen. Dat leidt uiteindelijk tot verschraling van de zorg.’

De behoefte aan specialisten ouderengeneeskunde groeit. Dat blijkt wel uit het recente advies van het Capaciteitsorgaan om het aantal opleidingsplekken te verhogen. Door de vergrijzing voorziet het Capaciteitsorgaan een toename van de zorgvraag met 22 procent. Ook andere vakgebieden dan de ouderengeneeskunde krijgen daarmee te maken.

Doorwerken
Artsen vormen zelf echter ook onderdeel van de vergrijzingsgolf. Dat betekent dat de komende jaren een flinke uitstroom uit het artsenvak te verwachten valt. Uit gegevens van het Capaciteitsorgaan blijkt dat in 2007 bijna de helft van alle gespecialiseerde artsen 50 jaar of ouder was. Een belangrijk deel van hen zal de komende jaren uit het vak stappen. Bij een toenemende zorgvraag kan dat voor problemen zorgen.

Een van de oplossingen kan zijn om artsen langer te laten doorwerken. Het overheidsbeleid is daarop ook gericht. De regelingen voor vervroegd pensioen zijn afgeschaft. Barrières voor ambtenaren (zoals academisch medisch specialisten) om door te werken na het 65ste levensjaar, zijn opgeheven en de pensioengerechtigde leeftijd is opgeschoven naar 67. Zware beroepen worden van dit verlate pensioen uitgezonderd, maar het is nog niet duidelijk of het artsenberoep binnen de definitie gaat vallen.

Voor Steef van ’t Pad Bosch is de uitkomst van de discussie een uitgemaakte zaak. ‘Het artsenberoep is onmiskenbaar een van de zware beroepen. Maar er is een enorme zorgvraag en ik vermoed dat artsen in loondienst straks geen keus hebben dan langer door te werken. Met dat vooruitzicht is het beter om zelf het heft in handen te nemen.’

Flexibele inzet
Ondernemer Van ’t Pad Bosch zag in de verschillende ontwikkelingen rond de oudere arts kansen en richtte een nieuw bedrijf op: MedicalWork. ‘Er is in de markt veel behoefte aan ervaren artsen en tegelijkertijd zijn er veel artsen die na hun pensioen of prepensioen actief willen blijven.’

Volgens Van ’t Pad Bosch ligt de oplossing in de flexibele inzet van (bijna) gepensioneerde artsen. Met MedicalWork probeert hij in die behoefte te voorzien. Het bedrijf zorgt ervoor dat artsen eenvoudig als kleine zelfstandige aan de slag kunnen. ‘Het idee voor het bedrijf vond ik dicht bij huis. Mijn vader was ruim dertig jaar reumatoloog bij de Sint Maartenskliniek. Op zijn 63ste ging hij met prepensioen. Hij wilde graag nog een tijdje doorwerken, maar wist niet helemaal hoe hij dat moest organiseren. Ik heb hem geholpen met het opzetten van een eigen bedrijfje als ZZP’er, zelfstandige zonder personeel. Een ZZP-constructie is ideaal voor artsen die willen freelancen. Ze kunnen gaan en staan waar ze willen. Er is enkel een VAR nodig, een Verklaring arbeidsrelatie, en inschrijving bij de Kamer van Koophandel.’ Met de VAR bewijst een ZZP’er dat hij zelf verantwoordelijk is voor loonbelasting, loonheffingen en verzekeringspremies.

Van ’t Pad Bosch doet voor zijn klanten alle administratie, stelt contracten op en sluit verzekeringen af. Inmiddels hebben zich 65 artsen gemeld. Na bemiddeling door MedicalWork zijn er nu twee aan de slag. Een daarvan is – niet geheel toevallig – reumatoloog Paul van ’t Pad Bosch (63). Hij bouwde de afgelopen jaren zijn dienstverband bij de Sint Maartenskliniek af en werkte nieuwe jonge collega’s in. ‘Op een gegeven moment was de hele staf vernieuwd en dat was het moment om er een punt achter te zetten. Via Steef ben ik nu aan de slag in twee ziekenhuizen. In het ene werk ik één dag per week en in het andere twee. Bij het ene heb ik een contract voor een halfjaar en bij het andere een contract van een jaar.’

Weinig poespas
Zijn nieuwe rol als kleine zelfstandige bevalt Van ’t Pad Bosch senior prima. ‘Ik ben nu back to basic: ik heb geen opleidings- of managementtaken en doe geen onderzoek. Alleen patiëntenzorg. Zo is het leuk om het vak te blijven beoefenen. Maar meer dan drie dagen in de week wil ik niet meer werken. Ik heb zeven kleinkinderen en voor hen wil ik ook tijd overhouden.’

De wens om vooral praktijkwerk te doen ziet zijn zoon Steef ook bij andere werklustige artsen op leeftijd. ‘De mensen die zich bij mij melden, willen vooral poli’s draaien of keuringen doen. In ieder geval werk dat gemakkelijk overdraagbaar is en weinig poespas kent.’

Ook bij huisartsen blijkt een dergelijke constructie populair, zo blijkt uit gegevens van Waarneembemiddeling.nl. Volgens directeur Steven van Kemenade stellen steeds meer huisartsen hun pensioen uit om als waarnemer aan de slag te gaan. Door de relatief hoge waarneemvergoeding kunnen huisartsen met minder uren toe. Een bijkomend voordeel is dat ze geen uitgebreide administratie meer hoeven bij te houden.

Toch is langer doorwerken niet voor alle artsen een wenkend perspectief. Naar aanleiding van de kabinetsplannen onderzocht de Utrechtse Academisch Specialisten Vereniging (UASV) de pensioenplannen van haar leden. Een meerderheid van de 120 respondenten is van plan voor het 65ste jaar te stoppen. Meestal ‘om leuke dingen te gaan doen’ en vaak ook vanwege de zware lichamelijke en geestelijke belasting van het vak. Na invoering van flexible werktijden en de mogelijkheid om tegen een adequate beloning op projectbasis verder te werken, was een aantal artsen bereid om toch langer door te werken. Maar zeker niet meer dan één tot twee jaar. En de meeste respondenten bleven gewoon bij hun voornemen om tijdig te stoppen.

Robert Crommentuyn


Dossier Werk en inkomen

Tabel banenmarkt 4-e kwartaal 2009 - Klik voor grote afbeelding
Tabel banenmarkt 4-e kwartaal 2009 - Klik voor grote afbeelding
<strong>PDF van dit artikel</strong> Capaciteitsplan ouderengeneeskunde 2009 Onderzoek gewenste pensioenleeftijd Utrechtse Academisch Medsich Specialisten Orde: Veel over pensioenen - Informatie voor aios en medisch specialisten met een dienstverband
arbeidsmarktmonitor
  • Robert Crommentuyn

    Robert Crommentuyn is sinds 1998 verbonden aan Medisch Contact. Tot 2011 was hij werkzaam in de functie van journalist, waarbij hij zich specialiseerde in reportages, interviews en achtergrondverhalen op de aandachtsgebieden ‘Werk en inkomen’ en ‘Bekostiging van de zorg’.<br><br> Sinds juni 2011 is Crommentuyn adjunct-hoofdredacteur en in die functie verantwoordelijk voor de totstandkoming van het weekblad Medisch Contact, de bijlagenreeks Thema, het lifestylemagazine Geniet en het studentenmagazine Arts in Spe.<br><br> Crommentuyn was eerder actief als freelance journalist en studeerde Algemene Letteren aan de Universiteit van Utrecht.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • dr. Peter Bob Peerenboom

    , Doetinchem

    Robert Crommentuyn analyseert de vraag en het aanbod op de arbeidsmarkt van artsen. Al jarenlang verbaas ik mij erover dat in dit soort overzichten en discussies de artsen maatschappij en gezondheid volledig ontbreken. En het gaat hier toch om een ni...et onaanzienlijke beroepsgroep van enkele duizenden artsen.

    Dit is begrijpelijk vanuit het standpunt dat de Koepel van Artsen Maatschappij en Gezondheid (KAMG) niet is aangesloten bij de KNMG, maar ik had gedacht dat artikelen in Medisch Contact daar toch bovenuit zouden kunnen stijgen. Temeer daar de redactie van Medisch Contact onafhankelijk is en je in een dergelijke analyse toch enige objectiviteit mag verwachten.

    Op 27 januari j.l. heeft KNMG-voorzitter Arie Kruseman op het congres van de KAMG ‘50-jaar Sociale Geneeskunde’ een openlijk pleidooi gehouden voor aansluiting van de KAMG bij de KNMG. Hij zal echter moeten begrijpen dat het jarenlang negeren van een beroepsgroep in dit soort overzichten geen stimulans voor deze collega’s is om zich aan te sluiten. Afgezien van het feit dat er onder de leden van mijn vereniging (NVAG) velen individueel lid zijn van de KNMG en dergelijke overzichten dus ook geen recht doen aan het bestaan van deze leden.

    dr. Peter Bob Peerenboom, CMC, arts Maatschappij en Gezondheid, individueel lid van de KNMG

  • Robert Crommentuyn

    , Utrecht

    Het ontbreken van de artsen maatschappij en gezondheid in de Arbeidsmarktmonitor heeft niets te maken met de KAMG of de KNMG. Het banenoverzicht zet vacatures voor gespecialiseerde artsen af tegen het aantal geregistreerde artsen in de betreffende di...scipline. In veel sociaal-geneeskundige beroepen blijkt een afgeronde specialisatie echter geen voorwaarde voor het uitoefenen van de functie.

    In vacatures voor bijvoorbeeld keuringsartsen, jeugdartsen en verslavingsartsen geldt een opleiding tot basisarts vaak als minimumeis. Daarmee vallen veel sociaal-geneeskundige beroepen helaas buiten het bereik van de Arbeidsmarktmonitor.

    Robert Crommentuyn, redacteur

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.