Complemantaire geneeskunde

Collega van der Smagts negatieve boodschappen over de complementaire geneeskunde volgen we al decennia lang (zie ook MC 28/29/2004: 1147). Het is jammer dat hij niet wat meer leest over deze materie, dan zou hij zijn polariserende boodschap misschien aanpassen.

Het woord ‘paradigma’ was voor 1975 bij artsen onbekend; na het werk van Kuhn en Verbrugh beseffen we dat iedere cultuurdrager en iedere wetenschapper een bril op heeft die slechts delen van ‘de waarheid’ in zicht brengt. Dit besef heeft diverse regulier werkende collegae ook wat bescheidener gemaakt, althans dat merken we soms in discussies over complementaire geneeskunde. Er zijn de laatste jaren zoveel feiten gepubliceerd over de waarde van complementaire behandelvormen dat alleen een scepticus kan weigeren deze positief te waarderen. Het rapport van wereldgezondheidsorganisatie WHO van dit jaar bijvoorbeeld, geeft aan dat er zowel veel empirisch als wetenschappelijk bewijs is voor de werkzaamheid van complementaire geneeskunde.

Natuurlijk valt er nog veel te doen aan verder onderzoek, maar in Nederland speelt sterk mee dat er geen overheidsgelden zijn om dit onderzoek te financieren; via ZonMw zijn er geen subsidies beschikbaar voor interventieonderzoek op dit terrein.

Het is terecht dat de KNMG verenigingen van complementair werkende artsen als federatiepartners toelaat. We zijn allen artsen en als de KNMG inhoudelijk moest gaan toetsen wat ‘wetenschappelijk' is en wat niet, zouden er diverse richtingen binnen de academische geneeskunde ook wegvallen. Het meten met twee maten moet altijd worden tegengegaan.

Laten we in Nederland zo liberaal zijn als het buitenland denkt dat we zijn. Laten we zoeken naar een zinvolle samenwerking tussen de beide vormen van behandelwijzen in plaats van elkaar voortdurend polemisch te blijven verketteren.

Bosch en Duin, juli 2004

prof. dr. Jan M. Keppel Hesselink, David. J Kopsky, artsen, voorzitter en secretaris Stichting voor Onderzoek op het gebied van Complementaire Behandelwijzen (IOCOB)