Laatste nieuws
Bert Keizer
3 minuten leestijd

Madame De Ventadour en Lord Byron

Plaats een reactie

Eén van de moeilijkste vragen over de geschiedenis van ons vak tot ongeveer 1850 is: waarom gingen ze ermee door terwijl het niet hielp? Want achter de indrukwekkende façade stuit je in het verleden dikwijls op een manier van rotzooien met zieke mensen die aan het ongelofelijke grenst. Op de omslag van Medisch Contact nr. 21 staat zo’n goed ogende buitenkant van een medicus uit 1724. Laten we eens een kijkje nemen in zijn praktijk zoals beschreven in de Mémoires van de Duc de Saint Simon.

In februari 1712 stierven aan het Franse Hof, Louis, Duc de Bourgogne (kleinzoon van Lodewijk XIV) en zijn echtgenote Marie Adelaïde beiden aan de mazelen.



Hij was toen 26 en zij 27 jaar oud. Ze hadden twee zoontjes, de Duc de Bretagne van vijf jaar en de toen tweejarige Duc d’Anjou. De ouders werden samen begraven op 23 februari. Op 1 maart werden beide jongetjes ernstig ziek. Op 8 maart sommeerden de hofartsen de overkomst van vijf collega’s uit Parijs naar Versailles. Wij weten niet wat de heren tegen elkaar hebben gezegd, maar de uitslag van het intercollegiaal overleg in dit soort omstandigheden was reeds enkele eeuwen hetzelfde: aderlaten en purgeren. Saint Simon:



‘Herhaaldelijk aderlaten en purgeren konden de kleine Dauphin niet redden. Hij stierf diezelfde dag, kort voor middernacht. Hij was vijf jaar en enkele maanden oud, sterk en groot voor zijn leeftijd. Hij droeg een grote belofte in zich op grond van zijn moed en zijn goede verstand, hoewel hij ook wel enige zorgen baarde door zijn opstandigheid en bovenmatige arrogantie. Zijn broer, de Duc d’Anjou, was nog niet van de borst af. De Duchesse de Ventadour ontvoerde hem met behulp van enkele hofdames en weigerde met grote volharding om hem bloot te stellen aan aderlaten of purgaties.’



Madame, oma van deze kinderen, schreef over deze episode: ‘Toen de kleine Dauphin helemaal rood werd door de pokken en begon te transpireren, openden de dokters een vat en het arme kind stierf als gevolg van deze ingreep. Zijn broertje had precies dezelfde ziekte. Terwijl de artsen bezig waren met het eerste kind, sloten de verzorgsters zich op met de jongere prins.



Gisteren, 9 maart, wilden de dokters een vat openen omdat hij hoge koorts had, maar Mme De Ventadour en haar dames hielden voet bij stuk en weigerden pertinent om het toe te staan. Ze hielden hem gewoon warm en comfortabel. Op die manier werd dit kind gered.’


Hij werd later Lodewijk XV.



Byrons sterfbed in april 1824 is ook zo’n episode die je niet dan handenwringend kunt lezen. In weerwil van zijn gezonde angst voor artsen slaagde hij er niet in zich het gilde van het lijf te houden toen hij doodziek werd in de moerassen bij Mesolongi in Griekenland. Wij weten uit de uitvoerige verslagen van de omstanders pijnlijk nauwkeurig hoe ellendig hij aan zijn einde kwam. Over de aard van zijn ziekte wordt nog gestreden (sepsis?, uremie?) maar over wat men hem aanbood als remedie bestaat geen enkel misverstand: aderlaten en purgeren.



Vanaf 10 april woedt er een verbeten strijd tussen Byron en zijn artsen Millingen en Bruno. Zij dringen aan op aderlaten en hij antwoordt: ‘Het lancet heeft meer mensen gedood dan de lans.’ De heren druipen af onder achterlating van purgeermiddelen, waardoor hij fikse diarree ontwikkelt. Bij het volgende consult is er meteen weer ruzie over aderlaten. De dichter zegt: ‘Het afnemen van bloed bij een aangeslagen patiënt is als het losser maken van de snaren van een muziekinstrument waarvan de tonen reeds falen door een gebrek aan voldoende spanning ‘



Weer een dag later wordt hij het gedram zat en schreeuwt tegen hen: ‘Jullie zijn niet meer dan een stel slagers. Neem dan maar zo veel bloed als je wilt, dan hebben we het gehad.’ Op 17 april is hij delirant en nadat hij nog één keer zijn bed uit komt om te plassen - ‘die verrekte artsen,’ mompelt hij, ‘ik kan nauwelijks staan’ - zinkt hij zo diep weg dat hij weerloos is geworden tegenover zijn artsen, die nu twaalf bloedzuigers op zijn slapen zetten. ‘Het bloed stroomde vrijelijk de hele verdere nacht en hij stierf om zes uur de volgende dag.’


Na zo’n verslag zou je om een ogenblik stilte willen verzoeken.



Ik besef terdege dat we hiermee niet alles hebben gezegd over de geschiedenis van de westerse geneeskunde. Of erger nog, misschien is het heel dom om over dit onderwerp te zeggen: hoe kónden ze ermee doorgaan terwijl ze zagen dat het niet werkte? Maar het is precies deze domheid waarvan de historicus ons zal moeten af helpen, zodat we met de juiste blik naar onze collega’s uit vroeger tijden gaan kijken. Ik zou dan tevens de nuchterheid van Mme De Ventadour en Byrons woede over ‘dat stel slagers’ geplaatst willen zien, want nog ongelofelijker dan wat onze collega’s uitvraten, is de omstandigheid dat daar ook toen door velen met precies onze blik naar werd gekeken.

Bert Keizer, verpleeghuisarts



Lees alle bijdragen van Bert Keizer in het dossier

Zonder handschoenen

mazelen
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.