Laatste nieuws
arts en recht

Videoregistratie bij traumaopvang

Plaats een reactie

Een afweging tussen kwaliteitsverbetering en privacy

Video is een goed medium om de kwaliteit van de afdeling Spoedeisende Hulp van een ziekenhuis te verbeteren. De wetten die de privacy van patiënten en medewerkers beschermen, bepalen onder welke voorwaarden het maken en gebruiken van opnamen is toegestaan.

Levensreddend handelen bij ernstig gewonde patiënten moet zo snel mogelijk gebeuren. Het eerste uur na het ongeval is een hectische periode, waarin veel hulpverleners hun uiterste best doen. Om de kwaliteit van hun werk op de afdeling Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis te bevorderen en te bewaken kan videoregistratie worden toegepast. Deze methode is nieuw in Nederland. Het gebruik ervan kan echter inbreuk maken op de privacy van de patiënt en de hulpverleners. Omdat hierover in Nederland nog geen jurisprudentie bestaat, is er onduidelijkheid over de procedures, eisen en eventuele juridische gevolgen.


Al meer dan twintig jaar wordt in de gezondheidszorg videoregistratie als instructiemethode gebruikt. Mann et al1 toonden aan dat ‘acute papieren registratie’ minder nauwkeurig is dan registratie aan de hand van video-opnames: er worden minder gebeurtenissen genoteerd, soms wordt de handeling toegeschreven aan de verkeerde personen of wordt de volgorde verkeerd genoteerd. Het nut van videoregistratie bij chirurgische2 en anesthesiologische3 procedures is beschreven. In twee studies was de resuscitatietijd drie maanden na introductie van videoregistratie significant sneller (respectievelijk 33 versus 59 en 96 versus 104 minuten). In een van die studies verbeterde de overlevingskans significant.4 5


De mogelijkheid om achteraf aan de hand van de video in alle rust en met deskundige collega’s de gedane verrichtingen te evalueren, kan dus aanzienlijk bijdragen aan het succes van het optreden in de traumakamer. Deze kwaliteitsverbetering is van belang voor een goede hulpverlening in het algemeen, maar zeker ook voor de hulpverlening aan de individuele patiënt.

Ervaring


In het UMC Nijmegen is ervaring opgedaan met videoregistratie.6 De hieronder beschreven werkwijze bleek bruikbaar te zijn.


In de traumakamer op de Spoedeisende Hulp staat een videocamera met wijdhoeklens gepositioneerd aan het voeteneind van de patiënt; vanaf deze positie is het beste overzicht te verkrijgen. Voor elke patiënt wordt een nieuwe videotape gebruikt. Een verpleegkundige is verantwoordelijk voor het starten van de band. De video wordt gestart vlak voordat de patiënt de traumakamer wordt binnengebracht en gestopt als de patiënt de traumakamer heeft verlaten.


De videobanden worden zorgvuldig bewaard in een afgesloten ruimte. In een wekelijkse bijeenkomst bekijken en bespreken alle teamleden die betrokken zijn bij de traumaopvang de banden. Een videoregistratieformulier wordt tijdens deze bijeenkomst ingevuld. Na afloop worden de banden gewist.

Belangenafweging


Bij de overweging gebruik te maken van videoregistratie bij traumaopvang spelen diverse belangen een rol. Het primaire belang is uiteraard de verbetering van de kwaliteit van de zorg. Video-opnamen kunnen echter een forse inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van zowel patiënten als medewerkers. Deze belangen dienen tegen elkaar te worden afgewogen.


Een bijzonder risico bij het gebruik van videoregistratie bij de traumaopvang ontstaat als een van de partijen de opname zou willen gebruiken als bewijs, als er een conflict ontstaat over vermeende fouten in de geneeskundige behandeling. Daaruit vloeit voort dat ook verzekeraars een belang kunnen hebben bij het gebruik van de opnamen. Uit de Verenigde Staten is bovendien nog een klein aantal gevallen bekend waarin dergelijke opnamen door justitie werden gevorderd in het kader van een strafrechtelijk onderzoek.7 Ook is niet ondenkbaar dat de video-opnamen zouden kunnen worden gebruikt in het kader van de personeelsbeoordeling of bij een arbeidsconflict tussen het ziekenhuis en een van de medewerkers.


Het gebruik van de video-opnamen voor andere doelen dan kwaliteitsverbetering zal normaal gesproken niet worden beoogd en kan de discussie over het maken daarvan compliceren. Het verdient dus aanbeveling om maatregelen te treffen om dit zoveel mogelijk te voorkomen.


De regelgeving op het gebied van privacy die in dit kader van belang is, vloeit voort uit drie wetten: de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP); de Wet inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), die is opgenomen in artikel 446 tot en met 468 van Boek 7 BW; en artikel 27 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR).

apart regime


De Wet bescherming persoonsgegevens (WBP). Het maken van video-opnamen van personen is een verwerking van persoonsgegevens in de zin van de WBP. Bij video-opnamen in de traumakamer gaat het om de gegevens van zowel de patiënt als de betrokken hulpverleners. Voorzover het patiënten betreft is er sprake van verwerking van ‘bijzondere gegevens’, waarvoor de WBP een apart regime kent. Voor deze verwerking wordt (een organisatieonderdeel van) het ziekenhuis als verantwoordelijke aangemerkt.


De hoofdregel van de WBP is dat de verwerking van persoonsgegevens in overeenstemming met de wet en op behoorlijke en zorgvuldige wijze moet plaatsvinden. De rechtmatigheid van de verwerking wordt mede bepaald aan de hand van een aantal bepalingen uit de WBP. Artikel 8 WBP staat verwerking in een limitatief aantal gevallen toe. Bij videoregistratie is ofwel de toestemming van de patiënt en de betrokken hulpverleners vereist, ofwel moet kunnen worden aangetoond dat de instelling een gerechtvaardigd belang heeft. Dat belang moet dan zijn afgewogen tegen het belang dat de betrokkenen hebben bij de eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer. Die afweging kan overigens voor patiënten en hulpverleners nogal verschillen.


De doeleinden van de verwerking moeten welbepaald en gerechtvaardigd zijn, en uitdrukkelijk worden geformuleerd. De rechtmatigheid wordt ook hieraan getoetst. Gebruik voor andere dan de geformuleerde doeleinden is slechts zeer beperkt mogelijk. Tevens geldt dat het hier gaat om zogeheten gegevens betreffende de gezondheid: de verwerking van deze ‘bijzondere gegevens’ is verboden, behalve voor de betreffende instelling en hulpverleners met het oog op de goede behandeling van de betrokken patiënt.


Als het gaat om een geheel of gedeeltelijk geautomatiseerde verwerking (en dat is al snel het geval), is aanmelding bij de toezichthoudende instantie verplicht. Dat is het


College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) of de interne ‘functionaris voor de gegevensbescherming’ als de instelling zo iemand heeft aangesteld. Men mag alleen van melding afzien in gevallen die zijn beschreven in het Vrijstellingsbesluit. Dit besluit bevat twee bepalingen waarop men zich zou kunnen beroepen: artikel 16 (verwerking in het kader van het uitoefenen van het beroep in de individuele gezondheidszorg) en artikel 38 (cameratoezicht).


De daarin gestelde eisen staan echter juist het beoogde gebruik van de video-opnamen in de weg.


Tot slot dient men rekening te houden met de verdere rechten van de betrokken patiënten en medewerkers. De belangrijkste daarvan zijn het recht van elke betrokkene op inzage en correctie van de hem betreffende gegevens, en het recht om zich tegen de (verdere) verwerking daarvan te verzetten. Willen zij van dit recht gebruik kunnen maken, dan moeten zij vooraf over de verwerking zijn geïnformeerd. Dat kan problematisch zijn bij een patiënt die in zorgwekkende toestand wordt binnengebracht. De WBP kent echter een uitzondering waarop men in een dergelijk geval een beroep lijkt te kunnen doen. De patiënt kan dan ook achteraf worden geïnformeerd.


Het recht op inzage zou een probleem kunnen opleveren, als een hulpverlener inzage door de patiënt wil voorkomen. De WBP biedt voor dergelijke gevallen een verzetsmogelijkheid. In veel gevallen zal verzet door de hulpverlener echter niet goed verenigbaar zijn met zijn verantwoordelijkheden op grond van de WGBO. Tot slot bestaat de mogelijkheid, dat een patiënt op grond van zijn bijzondere persoonlijke omstandigheden verzet wil aantekenen tegen elk verder gebruik van de video-opname, ook al is dat in overeenstemming met het beoogde doel (kwaliteitsverbetering). In de praktijk valt doorgaans niet te verwachten dat het bovenstaande grote problemen zal opleveren. Het goed informeren van patiënten en hulpverleners, het zeer beperkte gebruik en het tijdig wissen van de gemaakte opnamen kunnen hiertoe bijdragen.

Inzage


Ook de Wet inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) bevat enige specifieke bepalingen over het patiëntendossier en de inzage daarin. In het medisch dossier houdt de hulpverlener aantekening van de gegevens over de gezondheid van de patiënt en de uitgevoerde verrichtingen. Ook kunnen hierin andere stukken worden opgenomen, voorzover dit voor een goede hulpverlening noodzakelijk is. Hierin heeft de hulpverlener derhalve een zekere vrijheid. Hij hoeft dan ook in beginsel niet de hele video-opname in het dossier op te nemen. Als hij een gedeelte opneemt, zal hij er echter bij voorkeur voor moeten zorgen dat daar geen dan wel zo min mogelijk opnamen van personeel bij zitten. Hier kan het belang van de privacy van de hulpverlener botsen met het recht van de patiënt op inzage in zijn medisch dossier. Door een zorgvuldige selectie is deze discussie te vermijden, evenals de mogelijke discussie over de vraag of dit stuk als geheel in het dossier thuishoort.


Voorts bepaalt de WGBO dat de hulpverlener zijn verrichtingen uitvoert buiten de waarneming van anderen dan de patiënt (behoudens toestemming). Dit moet tamelijk strikt worden geïnterpreteerd. Het lijkt aanvaardbaar dat in het kader van de kwaliteitsborging de direct betrokken hulpverleners kennisnemen van de video-opname. De wens tot kwaliteitsverbetering kan echter impliceren dat het gehele traumateam tot die kring van betrokkenen moet worden gerekend. Dit zou op gespannen voet kunnen staan met de letter van de WGBO. De wet geeft in deze wel interpretatieruimte. Deze bepaalt immers ook, dat de hulpverlener bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht moet nemen. Hij moet daarbij handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard. Een goede evaluatie van gedane verrichtingen is onmisbaar. Videoregistratie als methodologie voor kwaliteitsverbetering valt daaronder. Maar bijvoorbeeld het bekijken van dergelijke video-opnamen door studenten lijkt niet toegestaan, tenzij met toestemming van alle betrokkenen.

Ondernemingsraden


Tot slot vereist de Wet op de ondernemingsraden (WOR) de instemming van de ondernemingsraad voor de invoering van min of meer structurele videoregistratie bij de traumaopvang. Die kan namelijk worden aangemerkt als een personeelsvolgsysteem, ook al is zij daarop niet specifiek gericht.


De ondernemingsraad kan een aantal criteria hanteren bij de beoordeling van de vraag of hij instemming kan verlenen. De raad kan met name letten op de afweging tussen de belangen van de instelling en die van de betrokken werknemers. Alleen al om deze reden is het aan te bevelen de videoregistratie te laten plaatsvinden op een voor de werknemers zo min mogelijk belastende wijze en de werknemers van tevoren goed te informeren over het doel van de observatie en het gebruik van de opnamen. n

G.D.J. van Olden,
A.B. van Vugt,

Erasmus Medisch Centrum Rotterdam, afdeling Traumatologie

G.M.R. Alsbach,


H.C. van Olden,


Holland Van Gijzen Advocaten en Notarissen

 

 

Correspondentieadressen: G.D.J. van Olden, Molenbrink 4, 2553 GN  Den Haag en Holland Van Gijzen Advocaten en Notarissen, Postbus 3053, 3502 GB Utrecht

SAMENVATTING


l Uit onderzoek blijkt dat videoregistratie bij traumaopvang een


positieve bijdrage levert aan de


kwaliteitsverbetering.


l Vanuit juridisch oogpunt is het toepassen van video mogelijk, mits een aantal randvoorwaarden in acht wordt genomen.


l Toestemming van patiënt en hulpverleners voor de videoregistratie is niet strikt noodzakelijk als een aantal maatregelen in acht wordt genomen, zoals een afweging privacybelangen van patiënt en medewerkers en het gerechtvaardigd belang van de instelling bij kwaliteitsverbetering, en de instemming van de ondernemingsraad van het ziekenhuis met de videoregistratie.


l Na de videoregistratie is het alleen aan de betrokkenen toegestaan de video-opnamen te bekijken. Het vertonen van een videoband in de collegezaal is slechts mogelijk als alle betrokkenen hiermee hebben ingestemd.


l Een goede informatievoorziening aan de betrokkenen (protocol) rond de videoregistratie is vereist.


l De videoregistratie moet worden aangemeld bij het College Bescherming Persoonsgegevens of de interne ‘functionaris voor de gegevensbescherming’.


l Aan het gebruik van de videoregistratie moeten voorwaarden


worden verbonden die de privacyaspecten inkaderen.


Re


ferenties


1. Mann FA et al. Computer-based videotape analysis of trauma resuscitations for quality assurance and clinical research. J Trauma 1994; 36: 226-30.  2. Goldman LI, McDonough MT, Rosemond GP. Stresses affecting surgical performance and learning. Correlation of heart rate, electrocardiogram, and operation simultaneously recorded on videotapes. J Surg Res 1972; 12: 83-6. Tevens Goldman LI, Maier WP, Rosemond GP et al. Teaching surgical technique by the critical review of videotape performance. The surgical instant replay. Surgery 1969; 66: 237-44.  3. Mackenzie CF, Martin P, Xiao Y. Video analysis of prolonged uncorrected esophageal intubation. Anesthesiology 1996; 84: 1494-503.  Tevens Ravin M. Teaching anesthesia motor skills by review of videotape performances. Anest Analg 1974; 53: 698-9.  4. Townsend RN, Clark R, Ramensofsky ML, Diamond DL. ATLS-based videotape trauma resuscitation review: education and outcome. J Trauma 1993; 34: 133-8.  5. Hoyt DB, Shackford SR, Fridland PH et al. Video resuscitations: an effective teaching technique. J Trauma 1988; 28: 435-40.  6. Olden GDJ van, Vugt AB van, Biert J, Goris RJA. Trauma Resuscitation Time. Accepted Injury 1822 (2002) 1-5.  7. Zie voor een voorbeeld van een geval uit 1996:

http://www.trauma.org/archives/videos.html

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.