Tuchtrecht
2 minuten leestijd

Geen leugen maar beroepsgeheim

1 reactie

Feiten Patiënte kwam op het spreekuur van verweerder, haar huisarts, en vroeg om een verwijzing naar een psycholoog. De volgende dag werd ze dood aangetroffen. Er zou sprake zijn geweest van zelfdoding. Verweerder heeft aan de politie een verklaring afgelegd, waarin hij onder meer heeft verteld over het consult van de vorige dag. Twee maanden nadien bezochten de ouders van patiënte de arts. Hen liet hij niet weten dat hun dochter een dag voor haar overlijden op consult was geweest. Wel dat zij een keer eerder was geweest, in verband met de anticonceptiepil.

Negen maanden later ontvingen de ouders een brief van de hoofdofficier van Justitie waarin de verklaring van de huisarts stond beschreven. De vader diende een klacht in tegen de huisarts en verwijt hem dat hij heeft gelogen, omdat hij met geen woord had gerept over het consult van zijn dochter de dag voor haar dood.

 

Overwegingen tuchtcollege Verweerder heeft ter zitting erkend dat hij tijdens het gesprek met de ouders heeft verteld dat hij patiënte slechts eenmaal had gezien, terwijl dat strikt genomen een leugen was. Daarnaast heeft hij de ouders er niet op geattendeerd dat hij een beroepsgeheim in acht moest nemen.

Het college is van oordeel dat geen omstandigheden zijn aan te wijzen waardoor het voor de huisarts gerechtvaardigd was om tegenover de naasten van patiënte bewust onjuiste mededelingen te doen, dan wel informatie te verzwijgen. Verder vindt het college dat de arts zorgvuldiger had kunnen afwegen waarom hij tegenover de politie zijn beroepsgeheim niet in acht heeft genomen en tegenover de ouders wel. De klacht wordt gedeeltelijk gegrond verklaard en de arts krijgt een waarschuwing opgelegd.

 

Relevantie volgens de inspectie Het beroepsgeheim blijft een lastig punt voor artsen. In deze casus vertelt de arts, ogenschijnlijk zonder veel terughoudendheid, aan de politie wat er besproken is tijdens het laatste consult van patiënte. Aan de ouders vertelt hij echter onwaarheden. Het zou juist naar de ouders zorgvuldig zijn geweest en hebben getuigd van compassie als hij expliciet had benoemd dat hij hen niets kon vertellen over hun dochter omdat hij zich moest houden aan zijn beroepsgeheim. Niet alleen de KNMG ‘Handreiking beroeps-geheim en politie/justitie’ (2012) zou dus voor deze arts mogelijk heel nuttig zijn geweest, ook de ‘KNMG-richtlijn inzake het omgaan met medische gegevens’ (2010) had hem kunnen helpen zijn omgang met zijn beroepsgeheim richting nabestaanden beter vorm te geven.

 

(Zaaknummer CTG 11193)

Download de volledige uitspraak (PDF)

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • M.W. Hengeveld

    psychiater, LEIDEN

    Ik ben benieuwd naar de argumentatie van het tuchtcollege. Met name wat het oordeel is over het verschaffen van informatie aan de politie, waar geen enkele reden voor is, voor zover ik uit deze samenvatting kan afleiden. Zelf zou ik denken dat de oud...ers eerder recht hebben op informatie over het laatste consult van hun dochter dan de politie, tenzij de huisarts van de dochter zou weten dat deze dat niet wenste of dat er sprake was van een verstoorde relatie met haar ouders. Ik zou als huisarts afwegen: enerzijds het verschaffen van welke informatie naar mijn oordeel 'in de geest van de mening van de overleden dochter' is en anderzijds wat het emotionele belang van de ouders is om deze informatie te verkrijgen. Zij moeten er tenslotte mee verder leven. Je in dergelijke situaties ongenuanceerd aan het beroepsgeheim houden getuigt naar mijn idee van weinig compassie met de overlevenden.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.