Blogs & columns
Esther van Fenema
Esther van Fenema
2 minuten leestijd
Column

Zoeken naar gezamenlijkheid

15 reacties

Zoals veel thema’s in onze samenleving lijkt het debat over euthanasie in de psychiatrie te verzanden in ‘voor of tegen’. Afgelopen maand riep Pia Dijkstra, demissionair minister voor Medische Zorg, ‘dat het heel belangrijk is dat psychiaters minder terughoudend zijn met het beoordelen van euthanasieverzoeken’.

Tijdens ons voorjaarscongres afgelopen maand, sprak voorvechtster psychiater Kit Vanmechelen de collega’s toe met: ‘Je kunt je beledigd voelen, je kunt de neiging hebben om je patiënt te overrulen met je eigen idee dat euthanasie een slecht idee is of een onuitvoerbaar plan. Je kunt om de vraag heen draaien, de vraag negeren, uitstellen of niks doen.’ Ook citeerde ze de eed van Hippocrates, waarin we worden opgeroepen om het lijden te verlichten en het belang van de patiënt voorop te zetten. Je zou je haast schuldig voelen als je niet een x-aantal euthanasietrajecten op je naam hebt staan.

De heftige dynamiek stimuleerde me om zelf op onderzoek uit te gaan. Begin april werden de euthanasiecijfers over 2023 gepubliceerd door de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE): er werd 138 keer euthanasie verleend vanwege psychiatrisch lijden, 23 keer meer dan het jaar daarvoor. Een toename die door sommigen met enthousiasme wordt begroet. Maar voorvechter van het eerste uur, Boudewijn Chabot, laat aan The Times weten dat hij zich zorgen maakt over de snelheid waarmee nu in Nederland euthanasie wordt verleend aan chronisch psychiatrische patiënten.

De RTE publiceerde achttien casussen online die je kunt inzien. Bij sommige gevallen zijn de ondraaglijkheid en uitzichtloosheid evident. Maar er zijn ook patiënten die relatief jong zijn en bij wie ik en een aantal collega’s grote inhoudelijke vraagtekens hebben.

Ik mis inhoudelijke handvatten om deze onomkeerbare beslissing zorgvuldig te kunnen nemen

De euthanasiecode van de RTE besteedt ongeveer twee pagina’s aan levensbeëindiging bij psychisch lijden, waarbij met name ‘behoedzaamheid’ wordt geadviseerd. Samengevat komt die behoedzaamheid neer op de vragen: is de doodswens een vrijwillig en weloverwogen verzoek, of is het een behandelbaar ziekteverschijnsel? Is het lijden echt uitzichtloos en ontbreekt een redelijk alternatief en is er een onafhankelijk psychiater of consulent-­psychiater geraadpleegd? Eerlijk gezegd vind ik deze toetsing mager en vooral procedureel.

Ik mis als psychiater inhoudelijke hand­vatten om deze onomkeerbare beslissing zorgvuldig te kunnen nemen. Een euthanasie­wens bij psychiatrisch lijden is nou eenmaal fundamenteel anders dan bij uitgezaaide darmkanker, omdat de doodswens vaak onderdeel is van de aandoening. Het strooien met termen als terughoudendheid en behoedzaamheid helpt mij, en dus mijn patiënten, niet.

Ik heb behoefte aan debat waarin ideologie of activisme geen rol speelt en voor of tegen ondergeschikt is. Voor of tegen hangt vaak samen met persoonlijke drijfveren en veroorzaakt een redden-of-verwaarlozendynamiek die letterlijk levens­gevaarlijk kan zijn.

Ik hoop dat we als beroepsgroep zoeken naar gezamenlijkheid, zodat we een breed gedragen inhoudelijke toetsing kunnen formuleren, die recht doet aan de complexiteit van ons vak. Als er dan een jongere is die ondraaglijk en uitzichtloos lijdt, dat we als beroepsgroep met elkaar onderzoeken of er daadwerkelijk geen alternatieven meer zijn en we in zeldzame gevallen iemand moeten laten gaan. Ik denk aan een beraadslagingscommissie die neutraal opereert vanwege een overstijgend belang.

In de eed van Hippocrates staat ook: ‘Ik erken de grenzen van mijn mogelijkheden. Ik zal mij open en toetsbaar opstellen.’ Daar hebben we elkaar voor nodig. 

Meer van Esther van Fenema:
euthanasie psychiatrie
  • Esther van Fenema

    Esther van Fenema is psychiater met een eigen praktijk. Ze is gepromoveerd op de toepassing van richtlijnen in de ggz. Verder werkt ze bij de crisisdienst, is ze auteur, professioneel violiste en opiniemaker voor onder andere Trouw en de EO.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • P.J.E. van Rijn

    huisarts n.p., RHEDEN

    In deze eindeloze discussie wordt tussen de regels door de suggestie gewekt dat er een recht op euthanasie zou bestaan. Gelukkig is het nog niet zover, want dat zou dan het werk van psychiaters onmogelijk maken . Recht zou immers betekenen dat bij su...ïcide de psychiater hiervoor aansprakelijk zou kunnen worden gesteld wegens nalaten van het uitvoeren van euthanasie. Een vorm dus van chantage. Dat was vroeger een heel stuk gemakkelijker. Je haalde bij de drogist een buisje met 20 Veronal tabletten, te gebruiken als slaapmiddel, ééntje voor de nacht .Voor zover hiervoor een advies werd gevraagd was dat de uitdrukkelijke waarschuwing om deze pillen in geen geval allemaal tegelijk in te nemen ,want dat zou je niet overleven! Nóg voel ik de veilige moreel-ethisch- juridische afstand tot een dergelijke euthanasie-in-spé.. Peter van Rijn

  • oud-huisarts, n.p., oud consulent Stichting De Einder, Harlingen

    Ik sprak en spreek regelmatig met psychiatrische patiënten, die een euthanasiewens hebben,. Bijna standaard hoor ik dan, dat op de vraag meestal negatief wordt gereageerd zonder dat de moeite wordt genomen verder op de vraag of wens in te gaan. Psy...chiaters zouden moeten beginnen daar verandering in aan te brengen.
    Bij de euthanasie wegens somatisch lijden is een dergelijke benadering vooral bij huisartsen begonnen. De wet is via jurisprudentie vooral ontstaan doordat collega's de moed hadden hun nek uit te steken. Die moed wens ik ook meer behandelaars van psychiatrische patiënten toe.
    Kees Lugtmeier

  • G. Brandt Corstius

    Filosoof , Soest

    Ik wil ter herinnering brengen dat deze discussie ook al gevoerd is door Drion, een zeer gewaardeerde jurist.
    Zijn hypothetische pil zou vrij verkrijgbaar moeten zijn voor mensen die dood willen gaan. Els Borst van D66 heeft zich hiervoor ingespanne...n.
    Op dit moment lopen de huisartsenpraktijken vol met mensen met een doodswens. Daar is geen beginnen aan.

  • M.D. Oosterhoff

    Psychiater, Thesinge

    Beste Esther
    In de richtlijn staat veel meer dan in de code en ook Thanet produceert in snel tempo allerlei webinars en handleidingen.
    Ik zou wensen, dat het mogelijk is hierover te spreken zonder meteen in een gepolariseerd debat terecht te komen.... Dat valt echter niet mee, omdat het heel moeilijk is zowel patiënten, die uitzichtloos en ondraaglijk lijden en die nergens terecht kunnen recht te doen, als ook psychiaters, die volkomen begrijpelijk moeite hebben met hoe om te gaan met patiënten, die zeer waarschijnlijk niet meer beter worden en die vragen om euthanasie. Patiënten gaat het te langzaam, psychiaters gaat het te snel.
    Zoeken naar gezamenlijkheid is uitstekend, maar jouw stuk is ook wat mij betreft ook niet vrij van ideologie. Je hebt het ook over activisme, maar daarmee zet je dat meteen neer als negatief. En dan kan ik weer komen met dat mensen nu soms jaren wachten voor hun verzoek in behandeling genomen wordt of ueberhaupt nergens terecht kunnen. En dan is er weer geen gezamenlijkheid. Als we gezamenlijkheid willen dan wat mij betreft gezamenlijkheid mét de patiënt waar het over gaat en niet óver hem.
    Wat je idee van een beraadslagingscommissie betreft: De procedure is voor mensen met een psychische aandoening al ingewikkelder dan de wet vereist en dan voor somatische aandoeningen door de second opinion.
    Het is steeds zoeken naar het juiste midden. Het moet niet te makkelijk worden, maar ook niet te moeilijk, want zorgvuldigheid betekent ook rekening houden met wat de procedure voor patiënten betekent. Die ervaren de huidige procedure al vaal als erg zwaar en belastend.
    Ik hoor graag van je hoe je zo'n debat waar voor of tegen ondergeschikt is voor je ziet. Ik zet me ervoor in dat patiënten ergens terecht kunnen met een euthanasieverzoek, zodat het op redelijke termijn beoordeeld wordt in een procedure met een proportionele belasting. Dat is er nu niet en ook dat heeft verstrekkende gevolgen. Ik probeer me daarvoor in te zetten met respect voor de moeite die psychiater ermee hebben, maar desondanks roept het toch weerstand op. Dat kan aan mij liggen, maar het heeft ook te maken met het spanningsveld wat ontstaat omdat de vraag veel groter is dan het aanbod.
    Maar ik waardeer je zoeken naar gezamenlijkheid.

    • J.M.C. van Dam

      psychiater, Amsterdam

      Beste Menno
      Helaas ben jij een van de aanjagers van de polarisatie geweest met statements over psychiaters en GGZinstellingen die niet willen meewerken.
      Mensen in de steek laten als je niet bereid bent tot euthanasie etc etc.
      Kennelijk zie je da...t zelf anders maar dat wordt door mij wel zo beleefd.
      Het is fijn dat er nu ook mensen zijn, die ruimte geven aan het feit dat het een ongelooflijk zwaar moeilijk en ingewikkeld proces is wat met rust en behoedzaamheid doorlopen moet worden. Waarbij de richtlijn van de NVvP deze voorwaarden in zich heeft.
      Dus inderaad fijn als het debat rustig op inhoud gevoerd kan worden zonder elkaar allerlei eigenschappen toe te bedelen.
      Groet
      Anne-Marie

      • M.D. Oosterhoff

        Psychiater, Thesinge

        Beste Anne-Marie
        Als mijn eerdere uitdspraken als polariserend zijn beleefd dan spijt me dat. Ik noemde al dat het niet eenvoudig is recht te doen aan zowel patiënt als psychiater. Dat het voor de psychiater een enorm moeilijke beslissing is is zeke...r waar. Ik heb in het begin vooral de nadruk gelegd op dat jaren wachten of sowieso geen gehoor vinden voor de patiënt vreselijk is . Van in de steek laten heb ik volgens mij niet gesproken. Ik denk dat je doelt op mijn uitspraak dat er maar twee smaken zijn: Of je maakt iemand dood of je laat hem over aan zijn lot, wat waarschijnlijk erg zwaar zal zijn. Wat ik daarmee wilde aangeven is dat euthanasie verlenen enorm verstrekkende gevolgen heeft maar geen euthanasie verlenen eveneens. Ik kan me voorstellen dat de zin als aanvallend wordt beleefd. Ik zou het nu beter uitleggen.
        Verder heb ik ook gezegd, dat de richtlijn na 5 jaar nog amper is geïmplementeerd. Ik vind dat inderdaad wel een tekort van ons als beroepsgroep.
        Hoe dan ook: Het is niet mijn bedoeling geweest te polariseren. Ik kan wel begrijpen dat dat zo is ervaren en ik probeer al langer steeds beide kanten te benoemen. Want ook al komt het kennelijk niet altijd zo over: Ik geef de voorkeur aan een gesprek hierover met wederzijds respect.

    • Sr adviseur Openbaar Ministerie , Saskia Bolte

      Dat de procedure voor mensen met een psychische aandoening ingewikkelder zou zijn dan de wet vereist, zoals je nu schrijft, is een onjuiste aanname. De wet vereist dat de arts overtuigd kan zijn van bijv de uitzichtloosheid van het lijden of de welov...erwogenheid van het verzoek. Als de richtlijn bepaalt dat artsen alleen tot die overtuiging kunnen zijn gekomen na het volgen van een bepaalde procedure, is die professionele standaard dus volledig comform de wet en de extra behoedzaamheid die de wetgever wilde betrachten bij deze groep patiënten.

      • M.D. Oosterhoff

        Psychiater, Thesinge

        We hebben dese discussie eerder gevoerd. Tjeo Matthijssen schreef recent nog weer een stuk op thanet waarin hij het toch bovenwettelijke eisen noemt.

        • Saskia Bolte sr. adviseur openbaar ministerie, Den Haag

          Dat kan zo zijn maar daarmee is die stelling niet gelijk ‘waar’. Er is ook het nodige op af te dingen, wat ik hieronder nader zal onderbouwen.

          De Wtl is de neerslag van de jurisprudentie waarin het heersend medisch inzicht van de artsen een belan...grijke rol speelde. De zaak Chabot (zowel de tuchtrechtelijke als de strafrechtelijke uitspraak) heeft de wetgever nadrukkelijk meegewogen in de totstandkoming van de Wtl. Dit blijkt uit de Kamerstukken, zie bijvoorbeeld TK 2000/01, 26691 nr. 9 p. 5 waarin de regering wijst op de ‘grootst mogelijke behoedzaamheid’ waarmee een euthanasieverzoek van een patiënt met psychisch lijden tegemoet moet worden getreden.

          Hoe zeer dat heersend medisch inzicht een rol speelt, bleek ook in het arrest van de Hoge Raad van 21 april 2020 waarin het volgende overwogen werd: “Bij de beoordeling van de zorgvuldigheid van het medisch handelen van de arts gelden ten aanzien van de grenzen waarbinnen dat medisch handelen moet plaatsvinden de inzichten en normen van medische professionals.”

          Dat afwijken van de medische richtlijn een tuchtrechtelijk verwijt kan opleveren, bleek verder uit de uitspraak van het regionaal tuchtcollege van 25 juli 2023 (ECLI:NL:TGZRAMS:2023:183). Het niet naleven van de NVvP richtlijn door de psychiater in die zaak, bij de beoordeling van een euthanasieverzoek, leidde tot een berisping. Het tuchtcollege overwoog in die uitspraak dat de NVvP richtlijn een invulling is van de zorgvuldigheidseisen van de Wtl en dat die richtlijn ‘een beschrijving [bevat] van de stappen die moeten worden genomen om tot een afgewogen oordeel te komen. De Richtlijn bevat een neerslag van wat binnen de beroepsgroep van psychiaters de norm is’. Heldere taal van het tuchtcollege.

          Het is dus nogal discutabel om te suggereren dat de NVvP-richtlijn een buitenwettelijke eis is, daarmee de indruk wekkend dat die terzijde geschoven kan worden. Het is immers een feit van algemene bekendheid dat juist zorgvuldig medisch handelen (ook bijzonder medisch handelen zoals bij euthanasie) in belangrijke mate wordt ingevuld door de professionele standaard van artsen.
          Kortom, afwijken van een richtlijn mág zeker (zie ook de gedragscode voor artsen van de KNMG), maar dan wel gemotiveerd (dus toetsbaar) en niet vanuit de overweging dat de richtlijn buitenwettelijke zou eisen zou stellen aan de arts.

          • J.M.C. van Dam

            Psychiater, Amsterdam

            Een wet is een levend iets. Hoe een wet wordt nageleefd wordt in de loop van de tijd aangepast na jurisprudentie.
            Dank voor deze duidelijke uitleg.
            Mijns inziens betekent dit dat we ons aan juridische èn professionele standaarden moeten houden. ...
            Anne-Marie van Dam

          • M.D. Oosterhoff

            Psychiater, Thesinge

            Juristen verschillen hierover van mening. Bij de behandeling van de wet is duidelijk gezegd, dat een dubbele beoordeling bij mensen met een psychische aandoening niet de bedoeling is omdat er een consultatievereiste in de wet was ingebouwd. Het tucht...recht gaat inderdaad mee in de richtlijn, maar ik heb het strafrecht hoger. Die heeft de zaak waarvoor de psychiater een berisping kreeg geseponeerd.
            Ik zou wensen dat de Hoge Raad een uitspraak deed over de verplichte second opinion door een psychiater.

    • Ambulance verpleegkundige, Eindhoven

      Ik lees uw zin:
      "Die ervaren de huidige procedure al vaal als erg zwaar en belastend"

      Ik vraag mij daarbij af, is dat een probleem?
      Het is een keuze over het einde van je leven. Ik kan mij niet voorstellen dat er ook maar 1 patiënt is, psychiatr...isch of somatisch, die dat proces niet zwaar en belastend vind.
      Het einde is zwaar en belastend.

      En ja. Zodra alles geregeld is en duidelijk en de keuzes gemaakt is het vaak een opluchting. Persoonlijk kom ik enkel bij de patiënten om de naald te plaatsen en ben ik slechts bij een miniem stukje betrokken.
      Echter heb ik als persoon ook in dit traject gezeten. De eerste keer dat je het woord euthanasie uberhaubt uitspreekt bij je behandelaar is al een grens en een ontzettend zwaar moment

      Het moment dat we als land en als mensheid ons leven beëindigen niet meer als zwaar ervaren. Dat moment hoop ik niet mee te maken. Het mag best zwaar zijn.

      • M.D. Oosterhoff

        Psychiater, Thesinge

        Ik had me zorgvuldiger moeten uitdrukken. Het is zeker niet gewenst dat het ooit een lichtvaardig besluit wordt. Maar de weg die iemand met een psychische aandoening moet afleggen is vaak wel onevenredig zwaar. Ze zijn er vaak al jaren mee bezig en d...an lopen ze tegen allemaal deuren op. Ze moeten jaren wachten v oordat hun verzoek in behandeling genomen wordt en dan is de procedure nog ingewiikkelder dan bij een somatische aandoening. Het vinden van een arts die bereid is euthanasie te verlenen is al een groot probleem. Daarna de second opinion , die meestal wordt beleefd als een examen. En dan nog de SCENarts. Soms ook nog een moreel beraad. Om daar dan nog een commissie aan toe te voegen lijkt extra zorgvuldig, maar het is over de top. Het is een vreselijk zware beslissing maar niet voor niks staat er in de wet dat de arts sámen met de patiënt beoordeeld of er nog redelijke behandelopties zijn.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.