Akkoord over opleidingsplaatsen specialisten

De Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), ziekenhuisvereniging NVZ en de Orde van Medisch Specialisten adviseren positief over het voorstel van het College voor de Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg (CBOG) voor de verdelingssystematiek voor opleidingsplaatsen van medisch specialismen voor 2009.

In het voorstel krijgen alle betrokken partijen zeggenschap over de toewijzing. Het door VWS berekende aantal instroomplaatsen wordt verdeeld op basis van gegevens van de Medisch Specialisten Registratie Commissie (MSRC) over de huidige verdeling van de opleidingsplaatsen. Het CBOG stuurt de overzichten gegroepeerd per opleidingscluster aan het BOLS, het overlegorgaan van NFU, NVZ en Orde. De opleiding- en onderwijsregio’s (OOR’s) brengen hierover aan BOLS advies uit, na consultatie van de opleidingsclusters. De raden van bestuur van de ziekenhuizen accorderen de adviezen van de OOR’s.

Vorige week adviseerde de NVZ haar leden nog om niet akkoord te gaan met een eerder voorstel van het CBOG voor de verdeling van de opleidingsplaatsen. In dit voorstel speelden de OOR’s geen rol. Hoewel clusters en de OOR’s elkaar in grote mate overlappen, hebben de opleiders binnen de clusters meer macht. De raden van bestuur van de ziekenhuizen hebben er minder zeggenschap.

Het CBOG legt het nieuwe voorstel nu aan VWS voor. ‘VWS hecht aan een procedure die op een breed draagvlak kan rekenen’, aldus woordvoerder Arnoud Strijbis. ‘Wat VWS betreft telt de stem van de perifere opleider even zwaar als de stem van de academische opleider.’

Het ministerie van VWS krijgt volgens Strijbis signalen waaruit valt op te maken dat de samenwerking bij de opleidingen ‘niet altijd goed verloopt’. Hij geeft het voorbeeld van een opleider in een UMC die weigert een opleidingsschema te ondertekenen voor een aios die in een perifeer ziekenhuis kan beginnen met zijn opleiding, en van een UMC-opleider die verbiedt de opleider in de periferie een bepaalde opleidingsplaats te bezetten, op straffe van het opzeggen van de samenwerkingsovereenkomst. ‘Let wel’, zegt Strijbis. ‘dit geldt niet voor alle UMC-opleiders, clusters of OOR’s, maar we horen dergelijke voorbeelden uit vrijwel alle regio’s, bij verschillende specialismen.’

VWS zal toetsen of de verdeelcriteria in het nieuwe voorstel juridisch acceptabel zijn. Deze moeten op dezelfde wijze voor alle instellingen gelden, en transparant, toetsbaar en objectief zijn. EJP