Laatste nieuws
Bas Vos
19 minuten leestijd
Federatienieuws

Abonnementstarief afschaffen?

Plaats een reactie

Voorzitterscolumn



In de beslissing van het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) over de tarieven voor de avond-, nacht- en weekenddiensten (ANW) zit één element dat in discussies nauwelijks aan de orde is gekomen: het verschil in uurtarief voor ziekenfonds- en particuliere patiënten. Misschien een aspect dat niet zo essentieel is in het kader van de belangenbehartiging van huisartsen, maar als uitgangspunt zeker interessant.


Ik bedoel het volgende. Vanuit het principe van de ziekenfondsstructuur was het logisch dat er verschillende tarieven golden voor ziekenfonds- en particuliere patiënten in de avond-, nacht- en weekenddiensten. Immers, voor ziekenfondspatiënten waren deze kosten deel van het abonnement, voor particuliere patiënten gold het verrichtingentarief.

In de ANW is dit onderscheid gedeeltelijk vervallen. De huisartsendienstenstructuur (HDS) declareert per consult, hoewel er nog verschillende tarieven gelden voor ziekenfonds- en particuliere patiënten (20 en 43,20 euro).


Het is te overwegen om die lijn door te zetten en elke vorm van abonnementshonorering af te schaffen. En dan ook gelijke tarieven te hanteren voor ziekenfonds- en particuliere patiënten. Nota bene: in de gewone markt is het heel simpel. Men neemt een omzet, telt daar de marge bij op, trekt er de kosten vanaf en houdt de winst over: (O + M) - K = W. Het doel is: W > nul. Liever nog: W >> nul.


Dit basisprincipe geldt ook binnen de zorg, mits een verrichtingentarief wordt gehanteerd. Of een uurtarief zoals in de ANW, als er een redelijke relatie bestaat tussen het tarief en het aantal verrichtingen per uur.

Maar in een abonnementsstructuur gaat deze vlieger niet meer op. Dan vervallen immers de O en de M. Of er dan nog een W overblijft, is vooral de zorg van de ontvanger van de O, niet van de verstrekker. Oftewel: de huisarts is Gekke Gerritje en de verzekeraar is Dagobert Duck.


De abonnementsstructuur heeft diverse gevolgen. Zo wordt (inmiddels: werd) er feitelijk niets betaald voor ANW-diensten. Het is bovendien onaantrekkelijk om arbeidsintensieve patiënten te hebben. De ideale praktijk is die van een arts bij de landmacht, met alleen maar jonge, ambitieuze, gezonde mensen.


Discrimineer ik met zo’n uitspraak? Nee, ik stel vast wat er feitelijk aan de hand is. Gelukkig hebben huisartsen in voldoende mate een Florence Nightingale-gevoel om zich door meer dan alleen door geld te laten leiden. Alleen dankzij die positieve mentaliteit - waar we erg zuinig op moeten zijn - ontvangen ziekenfondspatiënten in dit land nog steeds huisartsenzorg.


Maar de onderbetaling die het gevolg is van dit systeem, leidt er wel toe dat de rek eruit is. Het huisartsentekort is daarvan een direct uitvloeisel. Voor minderheidsgroepen zal de zorg steeds moeilijker te leveren zijn. Bovendien krijgt de huisarts steeds meer taken op zijn bordje, onder meer als gevolg van de wachtlijstproblematiek, de vergrijzing en de toenemende hulpbehoefte (een consult duurt tegenwoordig al meer dan tien minuten). En dan weet je ondertussen dat je je op ziekenfondspatiënten toelegt, terwijl je aan anderen een W’tje kunt overhouden, hoe klein ook. Dit is een treurig vooruitzicht. En het dwingt tot het maken van keuzen.

De huidige weg is daarom nodig aan vernieuwing toe. Zorg voor een adequaat verrichtingentarief (loon naar werken) en vergoed daarnaast de feitelijke praktijkkosten, zoals de commissie-Tabaksblat heeft aanbevolen. Dat tarief geldt dan voor iedereen, zodat mensen die meer zorg behoeven, ook meer zorg kunnen krijgen. De huisarts heeft een ideale doelgroep: van vóór de geboorte met de prenatale zorg, tot na het overlijden via de nazorg voor de familie. Het is aan de politiek en aan de markt om ervoor te zorgen dat die enorme doelgroep bediend kan blijven worden van adequate huisartsenzorg.


Ik betwijfel of dat kan met een structuur van abonnementstarieven. En dat is een understatement.



Brieven





Abonnementstarief afschaffen? (8), Peter Linssen, huisarts



Abonnemenstarief afschaffen? (10), G.J.M. Roks, huisarts


De voorzitterscolumn van Bas Vos (MC 2002; 57:1419) heb ik met verbazing en ook met enige zorg gelezen. Dit is dus het nieuwe beleid van de LHV!  Onbegrijpelijk was hier en daar het verhaal van Vos, maar nog meer niet te begrijpen is dat men in een aantal jaren het beleid volledig en 180 graden heeft gewijzigd. In de tijd dat de commissie-Biesheuvel het advies uitbracht hebben we vele malen met het LHV-bestuur gesproken en men hield bij hoog en bij laag vol dat het abonnementskarakter van het honorarium niet mocht veranderen. Het paste bij de poortwachterfunctie. En nog steeds hoor ik in het veld van de huisartsen dat ze het een gemakkelijk en fijn systeem vinden al mag er wel wat differentiatie komen voor zaken die erbij zijn gekomen. Het Deense gemengde karakter van het honorarium is nog altijd een goed voorbeeld van die differentiatie. Maar het totaal laten vallen en het volledig in een marktgeoriënteerd systeem brengen, daar schrik ik wel van. De huisartsgeneeskunde krijgt dan dus een open-eind financiering met alle gevolgen van dien. Bij de commissie-Biesheuvel hebben we, en ik heb dat als lid van die commissie van dichtbij meegemaakt,  juist in alle toonsoorten beargumenteerd dat de relatie tussen omzet en inkomen, die de medicus dus zelf in  de hand heeft, moet verdwijnen. Immers de klant is niet een vrager zoals in het normale economische verkeer aanwezig is. De dokter schrijft voor, de dokter bestelt terug en de dokter bepaalt voor het grootste deel wat nodig is. Als de dokter in geldnood zit kan hij bij een verrichtingensysteem zijn inkomen mooi aanvullen. Ik denk dat we ons moeten realiseren dat er in de gezondheidszorg absoluut geen sprake is van een echt marktsysteem en dat we altijd zullen moeten spreken van een imperfecte markt.
Opvallend is dat Bas Vos spreekt in termen van winst, een uitermate sterke economische benadering van de zorg.
Ik ben van oordeel dat een dergelijke benadering de huisarts nog meer afbreuk gaat doen dan nu al aan de gang is. Men is zo sterk bezig met het veilig stellen van het inkomen dat de zorg volledig in de knel komt. Het imago van de huisartsgeneeskunde wordt op de manier zoals Bas Vos het neerzet nog veel meer geschonden. Ik zou wel eens iemand aan het roer willen hebben die eens opnieuw de inhoud van de huisartsgeneeskunde gaat neerzetten. Vele malen heb ik gepleit voor een nieuwe Woudschotenconferentie. Toentertijd werd daar niet het inkomen op de voorgrond geplaatst, maar juist de inhoud. Vos maakt met zijn voorzitterscolumn mijns inziens de huisartsgeneeskunde tot een karikatuur: een bedrijf dat het alleen maar gaat om winst.
Ik begrijp niet dat de malaise zolang moet aanhouden en dat er geen huisarts is met een bezieling die de groep voorgaat in het opstellen van een nieuw takenpakket. De huisarts is onmisbaar in ons systeem als hij goed functioneert. Maar het werk zal worden overgenomen door andere artsen als men op de toer doorgaat, zoals Bas Vos demonstreert in zijn voorzitterscolumn. Nee, het beleid moet echt om!! En daar hoort bij dat er geen sprake kan zijn van afschaffen van het abonnementshonorarium.


Prof. Post uit stevige kritiek op de mening van de LHV voorzitter Vos, die in zijn voorzitterscolumn in MC aangeeft het abonnementshonorarium mogelijk maar af te willen schaffen en voortaan verder af te rekenen op basis van verrichtingen. Twee weken eerder geeft dhr. Post in het blad "de huisarts" aan genoeg te hebben van het gelamenteer van huisartsen over hun honorering ,de overmaat aan regels en de werkdruk. Zo die durft nogal, dacht ik toen. Helaas gaat Post ook nu (weer) niet in op de argumenten , dit maal de argumenten van Vos.

Vos stelt namelijk dat als er steeds meer werk verricht wordt voor hetzelfde abonnementsgeld je uiteindelijk geen winst/loon overhoudt. En daar zit hem nu net de kneep. Alleen al tussen 1987 en 1998 zijn huisartsen bij ziekenfondsverzekerden 53,7 % meer gaan werken. Bij een niet stijgend abonnementstarief betalen de huisartsen dit zelf. Dat is wat er is gebeurd: huisartsen betalen deels hun eigen werk en het is terecht dat de voorzitter van de LHV dit aan de kaak stelt.

Nadenken over de inhoud van het werk is altijd nodig. Daarvoor alleen hoeft geen Woudschotenconferentie georganiseerd te worden. Wat echter in het verleden niet gebeurd is, is een koppeling te leggen tussen de inhoud van het werk en de kostprijs hiervan.

En als de inhoud verandert, verandert ook de prijs, ook in Groningen! De situatie waarin we nu verkeren is dat de economische vlag de inhoudelijke lading niet meer dekt en dat knelt, letterlijk en figuurlijk. Juist deze discrepantie was voor Mw. Borst in dec. 2001 de aanleiding de commissie Tabaksblat in het leven te roepen. En wat was de uitkomst: Betaling van kosten en deels een inkomen op basis van verrichtingen (box II-b). Kortom, kraakhelder, dunkt me.

En wat is er daarna gebeurd? Hebben de zorgverzekeraars de kosten van huisartsenzorg ingekocht volgens deze richtlijnen van Tabaksblat? Het antwoord is nee. Nog steeds wordt de inkoop van de zorg bepaald door financiele bezuinigingsmotieven en niet door de kosten van het zorgaanbod. Sterker nog, er is geen enkele relatie meer tusen wat aan zorg wordt betaald en wat zorg bij een toenemende zorgvraag kost. Hoe is dit nu mogelijk?

Wie is er eigenlijk verantwoordelijk voor een tekort aan huisartsen? Waarom moet een huisarts met 20 verzekeraars een contract sluiten? Hoe om te gaan met enerzijds een WTG, anderzijds een NMa? Waarom moet in Nederland de regie van de zorg en de financier van de zorg in ¾ ¾ n hand liggen? Misschien kan Post zich eens in dit soort veel wezenlijkere vragen verdiepen.

Dieren, 4 nov. 2002

Anton Maes

 


Hoeveel brood koop je voor een euro? Ofwel: Hoeveel zorg gaat er in een abonnement?

Oud-collega Doeke Post ziet zijn nostalgisch verlangen naar Woudschoten en de persoonlijke, continue, integrale zorg (waarbij het begrip 'continu' door sommige patiënten wel erg letterlijk wordt opgevat) wreed verstoord door visioenen van zakkenvullende, geldgraaiende huisartsen. Hij beklaagt zich over de sterk economische benadering van de zorg door LHV-voorzitter Bas Vos. Alsof de huisartsen het begrip marktwerking in de zorg hebben ingevoerd.!

Hij gruwt van een open-eind financiering, maar heeft er kennelijk niets op tegen dat er momenteel een open-eind zorgaanbod van de huisarts geëist wordt, waarbij alles wat huisartsen in hun enthousiasme hebben aangepakt, zowel kwalitatief (standaarden, verplichte nascholing) als kwantitatief (verbreding van het takenpakket, toegenomen vraag door vergrijzing en migratie) opeens tot 'gebruikelijke zorg' wordt bestempeld en dus gratis geleverd wordt. Om op de bakkerij terug te komen: krentenbrood met spijs voor de prijs van waterbrood.

Huisartsen zitten niet te wachten op de administratieve rompslomp van een verrichtingentarief, maar willen wel, in welke vorm dan ook, loon naar werken. Gedacht zou kunnen worden aan een plafond in het aantal verrichtingen dat per abonnement geleverd wordt, om zo bijvoorbeeld een redelijke vergoeding voor draaideur-patiënten te verkrijgen. Ook de ANWB-wegenwacht is voornemens zo'n systeem in te stellen voor veelgebruikers.

Een verrichtingentarief zou de huisarts overigens wel verlossen van de nog veel belastender rompslomp van het onderhandelen over en onderhouden van contracten met een eindeloos aantal zorgverzekeraars.

Collega Post heeft gelijk: het roer moet om! Maar niet terug naar Woudschoten!

Den Haag, 4 november 2002

Frans Brons, huisarts

 

Je moet maar durven! Doeke Post maakt het wel heel bont in zijn laatste brief in MC.

Een open-eind financiering in de huisartsenzorg kan niet want dokters in geldnood kunnen bij een verrichtingensysteem hun inkomen "mooi" aanvullen. Daarmee de beroepsgroep als frauduleuze geldgraaiers afficherend. Hoe was het ook al weer? Zoals de waard is...........

Het is Post ontgaan wat er de laatste jaren in onze sector heeft plaatsgevonden, anders zou hij weten dat huisartsen thans belangrijke medefinanciers zijn om de eerstelijns medische zorg overeind te houden. Subsidiebetalers om hun vak uit te kunnen oefenen. De kosten van de praktijkvoering worden namelijk al jaren niet meer volledig gecompenseerd. Maar die moeten door de huisarts wel betaald worden!

Het tekent de opstelling van Post dat hij als "belangrijke" exponent van adviseurs van overheid en zorgverzekeraars, zich niet eens achter de oren krabt. Heb ik wel bijgedragen aan een gezonde en levensvatbare sector met al mijn duurbetaalde adviezen?

De kritiek van Post op evt. afschaffing van het abonnementstarief is tekenend. Zijn weerzin om na te denken over financieel-economische voorwaarden waaraan een verantwoorde praktijkvoering moet voldoen is hardnekkig. Systematisch ging het jarenlang uitsluitende om de inhoud van het vak. Zowel bij NHG, LHV als bij adviseurs als Post. Dit heeft de beroepsgroep uiteindelijk geweten. Nooit is de financieel-economische positie van ons vak zo beroerd geweest als nu. Natuurlijk, niet alleen genoemde partijen zijn daar debet aan. Ook de politiek die (vraaggestuurde) zorg uitverkoopt zonder de financiering daarvan mogelijk te maken. Maar een nieuw Woudschoten als oplossing voor de problemen?

De leden van de LHV hebben zeer bewust gekozen voor een nieuw bestuur met professionals uit andere dan de huisartsensector. Om eindelijk zaken te kunnen doen. Om ons vak tegenover commerciële partijen als zorgverzekeraars krachtiger te vertegenwoordigen. Om de toekomst van ons vak weer perspektief te geven.

4 november 2002
Hans Nobel, huisarts

In zijn ingezonden brief in MC ageert Post tegen de voorzitterscolumn van Bas Vos, de door de ledenvergadering van de LHV gewenste voorzitter, die het beleid uitvoert dat de ledenvergadering wil.
In zijn reactie noemt Post een aantal argumenten om aan een abonnementssysteem vast te houden:
1-Het veld, bedoeld wordt: diegenen waar Post mee gesproken heeft, vindt het een "fijn" systeem
2-In Denemarken hebben ze een gedifferentieerd systeem
3-Huisartsen zijn niet betrouwbaar want met een verrichtingensysteem kunnen ze hun inkomen manipuleren en dus zonodig aanvullen.
4-Het verrichtingensysteem houdt een open eind financiering in waar Post van schrikt
5-Een economische benadering van de zorg doet de huisarts nog meer afbreuk
Daarnaast voert hij een aantal algemene beweringen ten tonele:
-Door zo sterk bezig te zijn met het veilig stellen van hun inkomen komt de zorg van huisartsen voor patienten volledig in het gedrang.
-Het imago van de huisartsgeneeskunde wordt door de handelwijze van Vos nog veel meer geschonden
-Post wil meer aandacht voor de inhoud van de huisartsgeneeskunde.
-Vos maakt door een bedrijfsmatige benadering de huisartsgeneeskunde tot een karikatuur.
-Post vindt dat de huisarts niet goed functioneert als hij een gezonde bedrijfsvoering nastreeft.
-Huisartsen blijven alleen bestaan als ze goed functioneren.

De commissie Biesheuvel heeft in 1994 gerapporteerd en dat is kennelijk het jaar waarin Post is blijven steken.

Nadien zijn er grote maatschappelijke verschuivingen opgetreden.
Nadien is er stelselmatig op de zorg gekort, zo sterk zelfs dat begrotingen voorspelbaar niet kostendekkend waren.Het starre kader van het BKZ is nog steeds niet verlaten.
Nadien zijn er wachtlijsten ontstaan.
Nadien heeft er verplaatsing van ziekenhuiszorg naar de 1e lijn plaatsgevonden.
Nadien worden patienten steeds vaker in het buitenland behandeld.
Nadien is door de overheid marktwerking in de zorg geintroduceerd.
Nadien heeft de commissie Tabaksblat gerapporteerd met als advies: Integrale kostenvergoeding en een uniform gemengd honoreringssysteem! 

Het doet wat lachwekkend aan om kostenbeheersing van de zorg in een adem genoemd te zien worden met kwaliteitsbeleid en de inhoud van het huisartsenvak, behalve als Post bedoelt dat alle waar naar zijn geld is en kwaliteit en inhoud aangepast zullen moeten worden aan wat de overheid, cq de burger er voor over heeft.

Nergens kan ik Post in zijn reactie betrappen op een visie.
Het enige wat hij eigenlijk zegt is dat alles bij het oude moet blijven.
Welnu dan zal de huisarts verdwijnen en dat valt Vos in geen geval toe te rekenen.

Wij, ondergetekenden, zijn van mening dat een huisarts loon naar werken behoort te ontvangen en dat de door de huisarts gemaakte kosten integraal vergoed dienen te worden om kwalitatief goede huisartsgeneeskunde te kunnen blijven bieden.

Hans Kemeling, Apeldoorn   Hans Itjeshorst, Den Haag


Evertjan Hannivoort, Boekelo  Han Wiechers, Emst


Rick Schenau, Enschede   Ron Kolthof, Oldenzaal


Hans Nobel, Alphen a/d Rijn   Peter de Bruijne


Henk Herberts, Dieren   Ben Snijder, Apeldoorn


Joris van Grafhorst, Haaksbergen  Jan Hoefman, Axel


Karel Lub, Meppel    Patrick Bots, Heerlen


Jan Kranenburg, Apeldoorn   Ernst Ronner, Apeldoorn


Frank Garnier, Amsterdam


Martinus Fennema, Hoogezand


Arthuro Knol, Groningen


Het abonnementstarief afschaffen !

Professor Post is geschrokken en verbaasd vanwege die visie van Bas Vos. Volgens professor Post is de huidige positie van de huisarts in ons zorgstelsel verankerd door middel van het abonnementssysteem. Als je dat ter discussie stelt, morrel je kennelijk aan de inhoud van de zorg.Verder lees ik dat er in de imperfecte markt van de gezondheidszorg geen plaats is voor vraaggstuurde zorg en openeindfinanciering. Dat klinkt  allemaal logisch, maar het is de logica van de waan.
Die imperfecte markt wordt immers bepaald door een overheid ,met een vier(?)jarige  overlevingscylus, die voor zijn burgers bepaald hoeveel geld er aan zorg besteed mag worden. Regie en controle worden uitbesteed aan schadeverzekeraars en het CTG. Een naargeestig troika dat patienten en zorgaanbieders buiten sluit. Er is een bevoogdend stelsel van budgettaire planning gecreeerd ,waar de Sovjet Unie jaloers op zou zijn geweest. Het heeft  gezorgd voor een ondoelmatige burocratie, lange rijen wachtenden en een tekort aan zorgaanbieders, die onvoldoende gemotiveerd- en gehonoreerd worden. Dat is helaas geen waan, maar werkelijkheid.
Doormodderen met een systeem dat jarenlang zijn failliet heeft aangetoond, is geen optie om uit de problemen te komen. De visie van Bas Vos is ,alleen al om die reden, voor de hand liggend.
De waardevolle suggestie van professor Post om een debat te houden over de toekomst en inhoud van de huisartsartsgeneeskunde is daar overigens niet mee in tegenspraak. Maar eerst moeten er maatregelen worden genomen om de huidige existentiele problematiek in de (huisartsen)zorg  fundamenteel op te lossen. Daar heeft Bas Vos ook een column over geschreven (MC 45, 8 november 2002).

Prof.dr. D.Post beschrijft in MC 45/2002 in een reactie onder de kop "Abonnementstarief afschaffen?" een groot probleem; Echter uiterst eenzijdige.
Hierbij enige nuancering.
Huisartsen geloofden in het poldermodel van overleg. Huisartsen werden tegen hun zin de markt opgejaagd. Huisartsen hebben zich vervolgens nog jarenlang  poldermodellerig gedragen.
Eerst 2 jaar geleden drong tot ons het besef  door dat we speelbal waren geworden van de grote spelers op de markt: de minister van financiën,  het CTG, en de op de markt aanwezige, zich zorgverzekeraars noemende bedrijven olv. de heer Wiegel  Op die markt is door de LHV Bas Vos neergezet.
Huisartsen willen het vak  kunnen uitoefenen op een wijze die van deze tijd is, ten behoeve van patiënten die van alle tijden zijn en met middelen die de toekomst hebben.
We vragen geen financiering zonder open eind, wel een abonnement, maar ook zonder open eind: dus met speciale tarieven voor speciale verrichtingen. Dus niet langer de dooddoener van "het zit in het abonnement".
De essentie van mijn kritiek op het artikel van Post is dat hij de achterban van Vos neerzet als bedrijven waar het alleen maar om de winst gaat. Nee, collega Post, we zijn  door de overheid de markt opgeschopt en moeten binnen de aldaar geldende spelregels meedoen. Wij hebben die spelregels niet bedacht. We doen dat om iets te bereiken: om onze internationaal geroemde huisartsenzorg en onszelf toekomst te geven. Daar is een Vos voor nodig.
Huisartsen in Nederland vragen om respect. Respect dat zich in markttermen vertaald in het op de markt kunnen inkopen van de nodige faciliteiten tegen een normale prijs teneinde het door Post en ons gewenste eindproduct tegen een normale  prijs te kunnen verkopen.
We zouden onze waar liever in een nette winkel in- en verkopen.

Ermelo, 8 november 2002.
J.Bolt, huisarts

Professor Post reageert in Medisch contact no 45 op een eerder artikel van
de voorzitter van de LHV, Bart Vos, over het 'afschaffen van het
abonnementshonorarium'. Hij vindt dat geen goed idee want huisartsen zouden
als zij in geldnood zitten hun inkomen bij een verrichtingen systeem mooi
kunnen aanvullen. Hij insinueert min of meer dat huisartsen hun particuliere patiënten te vaak onnodig terug laten komen.  De realiteit is dat huisartsen hun particuliere patiënten aantoonbaar minder vaak zien dan hun ziekenfonds patiënten dus de hele redenatie van collega Post klopt niet. Behalve dat hij hiermee de hele beroepsgroep in een kwaad daglicht stelt heeft hij blijkbaar ook geen hoge dunk van de patiënten. Alsof die zich zo makkelijk onnodig vaak laten terug  bestellen bij de huisarts!
Een andere realiteit is dat ik huisartsen ken die alleen maar open zijn voor particuliere patiënten, boter bij de vis, en bij het zien van dikke dossiers van nw ziekenfonds patiënten gesloten zijn. Ik denk dat veel ziekenfonds patiënten die 'vaak' bij de huisarts komen al snel als 'zeuren' worden gezien en daardoor eerder te weinig zorg krijgen dan dat particuliere patiënten te veel zorg krijgen.
Ik heb zo'n 20 bewoners in een verzorgingstehuis onder mijn hoede. Ik kom er minimaal 1 maal per week ged. 1 uur voor de niet spoedeisende visites en zie dan gemiddeld 5-6 patienten. Dat zijn per patient zo'n 15 visites per jaar naast alle keren dat ik er met spoed naar toe moet. Ik kan u verklappen dat er maar weinig huisartsen staan te springen om deze patienten in hun praktijk te nemen voor het standaard abonnementshonorarium.
Daarnaast schrijft u dat de economische benadering van Bart Vos het imago
van de huisartsgeneeskunde nog meer afbreuk doet dan nu al het geval is. De
zorg zou volledig in de knel komen. Ik vraag me werkelijk af waar u dit op
baseert? Komt u wel eens in een overwegend ziekenfonds praktijk in een
achterstandswijk in een van de grote steden waar bij patiënten geen enkele
rem is om wekelijks met van alles en nog wat naar hun huisarts te gaan? Weet u wel wat er leeft bij de Nederlandse huisarts?
Ik ben blij dat onze voorzitter een eerste stap heeft gezet in afschaffing
van het abonnementshonorarium. Ook in de huisartsenzorg moet gelden loon
naar werk. Ik denk dat de zorg aan patiënten er op vooruit zal gaan.

Amsterdam, november 2002
Constant Mostart, huisarts

 

Ingezonden brief als reactie op de ingezonden brief van PROF. DR. D. POST (Abonnementstarief afschaffen). Medisch Contact nr 45,8 november 2002.

Professor Post schrijft:"Als de dokter in geldnood zit, kan hij bij een verrichtingensysteem zijn inkomen mooi aanvullen". Dit als argument om het abonnementssysteem voor de huisartsenhonorering in stand te houden. Met hetzelfde argument kun je echter ook pleiten voor een verrichtingensysteem. Als de dokter in geldnood zit, kan hij bij een abonnementssysteem veel patiënten op naam inschrijven en zo zijn inkomen mooi aanvullen. Met beide systemen weten malafide dokters wel raad.

Verder schrijft professor Post: "Men is zo bezig met het veiligstellen van het inkomen, dat de zorg volledig in de knel komt". Deze stelling kan in historisch perspectief gezien omgedraaid worden. In het verleden is men zo bezig geweest met de zorg, dat het inkomen van de huisarts volledig in de knel is gekomen. Bonafide dokters hebben dit aan den lijve ervaren.

Ik ga er van uit dat de meeste huisartsen bonafide zijn. Ik heb uit het verleden geleerd, dat zorg voor inkomen stellen uiteindelijk slecht is voor de huisarts, slecht is voor de huisartsgeneeskunde en slecht is voor de patiënt. Bij goede zorg hoort een goed inkomen; ze dienen parallel te lopen. De meeste huisartsen zijn geen malafide geldwolven maar ze hebben wel recht op een adequate honorering en daar mag en moet bij de huidige scheefgroei voor gestreden worden. Bas Vos ga zo door.

Peter Linssen, huisarts 
12 november 2002

 

Ingezonden brief aan


Redactie Medisch contact



Met grote ontsteltenis nam ik kennis van het feit dat de LHV voorzitter Bart Vos voorgesteld heeft het abonnementshonorarium te verlaten en over te gaan op honorering op basis van verrichtingen. Dit zet m.i. de bijl aan de wortel van de huisartsengeneeskunde nl de solidariteitsgedachte. Op dit moment worden we gehonoreerd voor het aantal ziekenfondspatienten dat op naam is ingeschreven. Ongeacht of dit mensen zijn die veel of weinig zorg behoeven c.q. vragen. Het abonnementssysteem stimuleert professioneel handelen. Een tarievensysteem degradeert  ons tot winkeliers die productie moeten draaien om aan onze nering te komen. Ongetwijfeld zal dit voor praktijken met overconsumptie gunstig uitpakken. De huisarts die zijn praktijk deels door eigen inzet deels door de aard van de populatie die hij bedient goed op orde heeft wordt benadeeld. Daarnaast pakt e.e.a. ongunstig uit voor de solistisch werkende huisarts. Als deze wegens nascholing, kortdurende ziekte, of vakantie afwezig is zal zijn/haar inkomen  dalen bij gelijkblijvende lasten.
Kortom een verrichtingensysteem is een onzalige gedachte die afgekeurd dient te worden. Laat er nu eindelijk eens een LHV opstaan die pleit voor een redelijke honorering zonder dat daarbij de inhoud van ons vak geweld wordt aangedaan. Ons prachtige vak moet zijn imago ontlenen aan de inhoud en dient niet ten  onder te gaan aan de zieligheid die  nu ten tonele wordt gevoerd. Ik roep collega's op die hier ook zo over denken  om  hun geluid te laten horen als tegenwicht tegen de negatieve toon die de laatste jaren in de brievenrubriek van dit blad veelal te horen is.


Door het abonnementstarief is de huisarts verzekeringstechnisch de herverzekeraar van de zorgverzekering. Voor een vast bedrag per cliënt neemt de huisarts de lusten, de lasten en bovenal de financiële risico's over. Daarbij levert de huisarts voor hetzelfde bedrag volcontinue zorg, 24 uur per dag, 365 dagen per jaar.                                            1975                          1999


Kosten huisartszorg       €    403 mln.            €   1 049 mln. + 160%


Kosten AWBZ         €  1 713 mln.            €  13 677 mln. + 700%


Nationaal Inkomen       € 94 286 mln.            € 373 900 mln. + 300%


Inwoners                13.7 mln.                 15.7 mln.       + 14.6%


 


Van 1975-1999 stijgen de kosten huisartszorg met 160%, wordt dit percentage gecorrigeerd voor de toename van het aantal inwoners dan is er een toename met 120%. In 1975 waren er     4 809 praktizerende huisartsen, in 1999: 7 571. Het bruto inkomen per huisarts is van 1975 tot 1999 met 65% toegenomen, het nationaal inkomen met 300%. Dat huisartsen een inkomensachterstand hebben is dan ook evident. De grote kostenstijgingen in de zorg van 1975 tot 1999 worden veroorzaakt door de care, de AWBZ voorzieningen, een toename met 700%. De curatieve zorg heeft fors ingeleverd, maar gaat de cure niet vooraf aan de care? Met een verrichtingen tarief, gebaseerd op markt conforme prijzen kan de huisarts verlost worden van de functie van herverzekeraar. De financiële risico's komen dan op de plaats waar zij thuis horen: de zorgverzekeraars. De kosten van de zorg werden en worden betaald uit de premies van de cliënten en eigen bijdragen van patiënten(AWBZ). Een premie verhoging wegens stijging van de kosten van geneesmiddelen wordt, weliswaar onder protest, geaccepteerd, het bestuur van de LHV moet de cliënten duidelijk maken dat premieverhoging eveneens noodzakelijk is voor een verrichtingen tarief dat de huisarts de beloning geeft passend bij de functie van frontlijn arts. Geen geld, geen huisarts!


De gegevens zijn afkomstig van het CBS.



Rotterdam, 2 december 2002


B.G Bruinsma, arts, in 1974 woordvoerder van stakende Utrechtse huisartsen.

Abonnementstarief (niet) afschaffen.

Op verzoek van collega G.J.M. Roks (M.C. 13 dec. blz. 1830): een tegen-geluid op het voorstel van LHV­ voorzitter Vos om bet abonnementssysteem te verlaten

Voordelen van het verrichtingensysteem: loon naar werken, waardoor stimulatie tot meer verrichtingen, en eventueel ook langer werken? Dat laatste zou een deel van bet huisartsentekort en opeenhoping van werk in te weinig uren kunnen oplossen, maar dit idee zal bij de vakbond LHY wel beschouwd warden als conservatieve “ouwe mannen praat”. Marktwerking zie ik helemaal niet optreden zolang er te weinig huisartsen zijn en de verzekeringen zonder eigen risico voor de patiënt alles vergoeden.

Bij de LHV gaat de vakbondsmentaliteit overheersen: geld, loonsverhoging, staken, klagen, vrije tijd, parttime en ophouden met werken bij tekort aan huisartsen. Eigen- en groepsbelang en winst dreigen belangrijker te warden dan bet ten dienste staan voor een ander. Het mooie van bet abonnementssysteem is dat bet afstand schept tussen medisch werk en betaling. Je hoeft daarbij niet bet minderwaardige gevoel te krijgen ‘~ als het consult 10 mm. langer duurt, dan kan ik weer . . .Euro declareren”.

Met Prof. Past en collega Roks ben ik het eens: een volledig verrichtingensysteem heeft meer nadelen dan voordelen. Vergoeding voor een beperkt aantal, goed controleerbare extra verrichtingen naast bet abonnementstarief, zoals nu al gebeurt, is een goed compromis

A.M. van Dongen, huisarts te Nieuwveen

Federatienieuws huisartsgeneeskunde
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.