Laatste nieuws
Odette Herijgers
3 minuten leestijd

Voor de leeuwen

Plaats een reactie

Enkele decennia geleden was ik ervan overtuigd dat ik dierenarts wilde worden, net als mijn grote voorbeeld: Piet. In die tijd was ik babysit in het gezin van de dierenarts (Piet) van mijn dorp. Daarnaast mocht ik tot mijn grote vreugde ook wel eens meehelpen bij het spreekuur voor de kleine huisdieren in de avonduren. Als er dan een dier geopereerd moest worden fungeerde ik als ‘operatieassistent’.

Volgens Piet had je voor de opleiding tot dierenarts Latijn nodig als voorbereiding. Daarom koos ik voor een middelbare school met een gymnasiumafdeling. En hoewel mijn talenten niet op het bètaterrein lagen, koos ik – tegen het advies van de school in – voor een b-pakket waarin alles zat wat ik nodig had om dierenarts te kunnen worden. Dat was hard werken.

Rond mijn 17de zorgden enkele incidenten achtereen voor een geleidelijke verschuiving van interesses van dier naar mens. De open dag bij de diergeneeskundefaculteit werkte als een koude douche. Men ging ervan uit dat je gedurende de opleiding zou differentiëren; óf je koos voor kleine huisdieren óf voor de grote, maar niet voor beide. Terwijl ik juist de combinatie zo leuk vond.

Op het spreekuur bij Piet kwamen vervolgens enkele dieren met hun baasjes die mij de haren te berge deden rijzen. Een man wilde dat zijn hond werd afgemaakt, omdat hij scheve tanden had en er daardoor niet gefokt kon worden met het beest. En bolronde poedels kun je niet aanspreken op hun vorm, realiseerde ik me. Hier ging het over het gedrag van hun baasjes.

Jaren verstreken en ik zou aan mijn coschappen gaan beginnen. Op bezoek bij mijn ouders werd mijn advies gevraagd over een gezwel dat onze poes had op zijn huid. Het leek me niet goed en ik werd, zoals in vroeger tijden, wanneer er iets met een dier niet in de haak was, op pad gestuurd naar Piet. Dus daar stond ik weer, na enige omzwervingen, in de behandelkamer van de kleine huisdieren.

De diagnose was snel gesteld en de spullen voor het verwijderen van de tumor werden klaargelegd. De poes kreeg een spuitje en lag aandoenlijk op de tafel te slapen. Piet had een scalpel en een mes in zijn hand en overhandigde deze vervolgens aan mij met de woorden: ‘Zo, nu kun je het zelf’. Perplex en verbijsterd stond ik even later in mijn eigen poes te snijden, terwijl ik moeite moest doen om niet al te erg te bibberen. Piet was er helemaal van overtuigd dat het goed ging en keek alvast naar een ander dier.

In september van dit jaar was de uitvaart van Piet. Een man die op cruciale momenten een belangrijke rol heeft gespeeld bij keuzemomenten in mijn leven. Een collega-dierenarts vertelde op dat moment een anekdote over Piet. Piet was net afgestudeerd en bij een boer geroepen die een koe had waarvan het kalf niet geboren kon worden. Hij had zijn opleider, die op een feestje was, gebeld voor assistentie.

In afwachting van zijn komst had Piet de koe al zesmaal gewassen. Na enige tijd kwam de opleider, keek naar wat er gaande was en zei: ‘Ik zie dat het goed gaat’, en vertrok weer naar het zojuist verlaten feest. Piet zwetend en trillend achterlatend. Een gedeeld veni, vidi, vici.

Postuum was ik Piet dankbaar voor het in mij gestelde vertrouwen. ‘O stinkerd’, kon ik niet nalaten, inwendig grinnikend, te denken. Ik was ook blij dat mijn leeuw van een kleiner formaat was.


Odette Herijgers, huisarts

 

Overzicht Lezersbijdragen over dieren

beeld: Thinkstock
beeld: Thinkstock
Lees ook
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.