Laatste nieuws
Matthijs Botman
5 minuten leestijd
over de grens

Tropenarts in Congo-Brazzaville - De artsenbezoeker

Plaats een reactie

Als ik vroeg in de ochtend het ziekenhuis binnenloop, zie ik drie mannen onder de bomen aan de overkant, bijna onzichtbaar in de schaduw. Ik bedenk dat ze daar gisteravond ook al zaten. Hun houding lijkt onveranderd. Onverstoorbaar staren ze voor zich uit, alsof ze willen registreren wat zich in het ziekenhuis afspeelt.

De mannen zouden door de Nederlandse ontdekkingreiziger Paul Julien in de jaren ‘50 als pygmeeën van de Babenzele-stam zijn geclassificeerd. Aangezien het woord pygmee tegenwoordig als kleinerend wordt beschouwd, noemt men ze hier in Noord-Congo tegenwoordig ‘autochtonen’. Paul Julien schrijft in zijn boek Pygmeeën dat ze gemiddeld 151,8 cm lang waren.

De Babenzele leven als seminomaden in tijdelijke kampen in het oerwoud. Als je ze in het dorp tegenkomt, krijg je de indruk dat ze uit nieuwsgierigheid bijna als toeristen komen kijken hoe de sedentaire bevolkingsgroep, de Bantoes, leven en werken. In het ziekenhuis komen ze zelden en blijven dan zo kort mogelijk. De mannen onder de bomen zien er alledrie niet bepaald ziek uit en ik vraag me af voor wie ze naar het ziekenhuis zijn gekomen.

Voor de ingang van mijn spreekkamer staan al heel wat patiënten te wachten. Een persoon valt uit de toon: een lange man in een flitsend pak die me de weg verspert en zich voorstelt als de Congolese vertegenwoordiger van een Zwitsers farmaceutisch bedrijf. Ik denk even dat ik hallucineer door de bijwerking van mijn malariaprofylaxe. In deze enkel per boot of per vliegtuigje bereikbare wildernis komt vandaag een artsenbezoeker langs? Maar het blijkt werkelijkheid. De man is speciaal ingevlogen om ons te onderwijzen in nieuwe antibiotica, vertelt hij.

Mijn spreekkamer, die tevens dienstdoet als ruimte voor de ochtendoverdracht, zit al vol met verpleegkundigen en assistenten. Als ik binnenkom met de vertegenwoordiger valt er een gespannen stilte. Ik weet niet goed hoe ik dit zal oplossen. Eigenlijk had ik hem maximaal vijftien minuten alleen willen spreken; enkel voor de vorm omdat hij toch behoorlijk wat moeite heeft gedaan om hier te komen. Ik besluit de gouden regel van de tropenopleiding toe te passen: de eerste zes maanden alleen observeren en niets veranderen.

De artsenbezoeker steekt voor het luisterende publiek een ingestudeerd verhaal af over een commerciële versie van metronidazol. Het medicijn heeft in mijn ogen echter geen enkele meerwaarde boven de generieke variant die we in onze eigen apotheek hebben en is echt veertig keer duurder. Om mij heen maakt men aantekeningen en er wordt instemmend geknikt. Blijkbaar ben ik de enige met kritiek.

Aan het eind van zijn verhaal wordt er bijna gevochten om pennen, posters en ander promotiemateriaal. Als ik later langs de spreekkamers van de assistenten loop, wordt er druk gediscuteerd over de voordelen van het nieuwe medicijn dat bijna voor elke infectie bruikbaar zou zijn. Ik moet moeite doen om uit te leggen dat we het middel niet zullen aanschaffen.

Alphons, een van onze ervaren assistenten, wil een patiënte met me bespreken. Assistenten
zijn hier geen artsen in opleiding maar hebben zoals de clinical officer in Engelstalige Afrikaanse landen een soort verkorte artsenopleiding gehad om het tekort aan dokters op te vangen. Alphons
is daarbij niet zomaar een assistent. Hij is specialist.

Oorspronkelijk werd hij opgeleid als assistent sanitaire ophtalmologie en bij gebrek aan oogartsen was hij in het verleden leidinggevende op de oogheelkundeafdeling van het universiteitsziekenhuis in de hoofdstad Brazzaville. Omdat ons streekziekenhuis door een duurzaam houtkapbedrijf wordt gesponsord en dus iets beter betaalt, is hij in Pokola komen werken. Vanwege personeelsgebrek wordt hij echter niet alleen voor de oogheelkunde maar op alle fronten van de medische zorg ingeschakeld.

De patiënte die hij wil bespreken, hoort bij de drie Babenzele-mannen die voor het ziekenhuis zitten. Ze is opgenomen met een flinke snijwond in haar rechterpols. Haar schoonzoon was haar tijdens een huiselijke ruzie met een machete te lijf gegaan en heeft haar daarna om zijn spijt te betuigen meegenomen naar het ziekenhuis.

Alphons vraagt mijn advies omdat er mogelijk pezen zijn doorgesneden. Gisteravond had hij alleen de huid gehecht om het bloeden te stoppen. Als we de vrouw samen onderzoeken, komen we tot de conclusie dat de pezen aan de strekzijde van de duim niet functioneren.

Het is niet al te druk. Ik neem de tijd om samen met hem de huid weer te openen en drie doorgesneden pezen alsnog te hechten. Nu ik hier vier maanden werk, is het gevoel me te moeten bewijzen genoeg verminderd om Alphons de hele operatie zelf te laten uitvoeren. Hij is zenuwachtig. Het is ook wel apart, bedenk ik: een broekie van 31 legt een ervaren medicus van 53 uit hoe je de uiteinden van een doorgesneden pees terugvindt in de peesschede om ze daarna met de juiste hechttechniek weer met elkaar te verbinden.

Enkele uren na de operatie komt Alphons nog even mijn spreekkamer binnen. Zichtbaar ontroerd legt hij uit hoe bijzonder hij het vond dat ik hem de techniek heb geleerd om een pees te hechten. Sinds zijn opleiding tot oogheelkundeassistent is hem nooit meer echt iets geleerd. Hij moest gewoon maar doen.

Ik bedenk me dat de artsenbezoeker zijn populariteit niet alleen dankt aan zijn posters en pennen. Voor de assistenten en verpleegkundigen is het heel bijzonder dat iemand hen iets nieuws komt leren. De routine van dagelijkse zorg met minimale middelen zonder vooruitgang wordt eindelijk een keer onderbroken. Het is een uitzondering dat hun werk aandacht krijgt en wordt erkend.

Voordat Alphons de deur uitgaat, draait hij zich nog even om en nodigt me uit voor zijn bruiloft. Hij leeft al twintig jaar samen met zijn vrouw, heeft al zeven kinderen en heeft nu eindelijk genoeg gespaard om zijn bruiloft te kunnen betalen. Als tegenbod nodig ik hem uit om samen een necrotische vinger te amputeren. Zijn dienst is eigenlijk al lang afgelopen, maar hij neemt het aanbod met beide handen aan.

Terwijl we samen naar de operatiekamer lopen, zie ik in de verte de drie Babenzele-mannen met de net geopereerde vrouw het ziekenhuisterrein verlaten. In pijnstilling was ze niet echt geïnteresseerd en ze vindt waarschijnlijk dat ze de hechtingen straks best zelf kan verwijderen. Voor antibiotica komen ze wellicht nog terug als er over een paar dagen pus uit de wond stroomt.

Matthijs Botman, Tropenarts in Congo-Brazzaville

De Babenzele komen zelden in het ziekenhuis en blijven dan zo kort mogelijk. beeld: auteur
Assistent Alphons wordt op alle fronten van de medische zorg ingeschakeld.
Assistent Alphons wordt op alle fronten van de medische zorg ingeschakeld.
<strong>PDF van dit artikel</strong>
over de grens
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.