Test uzelf: papiervreter of early adopter?

Ha leuk, een test! Even een pen pakken. Of denkt u nu: ‘Een pen? Die test staat toch ook online, da’s veel gemakkelijker, dan wordt de score direct voor me berekend!’ Of geniet u er juist van om de antwoorden te omcirkelen en zelf de punten op te tellen? En hoe werkt dat in het dagelijks leven en in uw praktijk? Pennenkauwer of boardie? Papiervreter of early adopter? Maak de test!

Of lees hier verder:

1. Ik maak deze quiz

a. met pen/potlood

b. ik surf naar www.medischcontact.nl/tests

c. ik gebruik de QR-code en zit meteen goed

2. Als ik een vakgerelateerde vraag heb

a. duik ik mijn boeken in

b. mail ik een collega

c. surf ik naar PubMed

3. Mijn reactie op een artikel in Medisch Contact

a. mail ik naar de redactie

b. typ ik onder het artikel op de website

c. twitter ik, zodat mijn contacten direct mee
kunnen discussiëren

4. Mensen die voortdurend online zijn

a. hebben geen leven

b. zou ik weleens nader willen onderzoeken

c. zijn slimme netwerkers

5. Netwerken

a. doe ik niet aan

b. doe ik het liefst met een drankje in de hand

c. doe ik voornamelijk online

6. Op een netwerk als LinkedIn of Facebook heb ik

a. 0 contacten, ik heb geen accounts

b. tussen de 10 en 250 contacten

c. meer dan 250 contacten

7. Online sociale netwerken

a. maken vriendschappen stuk

b. maken vriendschappen oppervlakkiger

c. maken vriendschappen intensiever

8. U ontvangt een vriendschapsverzoek van een van de netwerken. U heeft geen flauw idee wie de persoon in kwestie is. U ziet wel dat het een arts is. Wat doet u?

a. ik negeer het verzoek; als ik iemand niet direct ken, zie ik het nut er niet van in

b. ik google de persoon om te kijken waar ik hem of haar van zou kunnen kennen en beslis dan of ik het verzoek accepteer

c. ieder contact is nuttig, zeker als het een arts is, dus ik accepteer

9. Nascholing doe ik het liefst

a. op een congres met een blocnote op mijn knie

b. via e-learning op mijn pc

c. door MCtv te kijken via internettelevisie met mijn iPad voor de interactie

10. Vergaderingen met vakgenoten

a. daar moet je lijfelijk bij aanwezig zijn

b. gaan telefonisch prima

c. waarom is Skype niet eerder uitgevonden?

11. Het contact met mijn patiënten

a. verloopt puur en alleen via de telefoon en de spreekkamer

b. patiënten kunnen mij ook via mijn website bereiken

c. er zijn patiënten die mij via twitter volgen

12. Als ik visite loop, heb ik altijd

a. een stapel dossiers onder mijn arm

b. een palmtop bij me met labuitslagen

c. direct toegang tot het complete digitale dossier via mijn iPad

13. Een collega twittert: ‘Net naar gezeur van patiënt zitten luisteren, pfff, sommige mensen…’

a. Twitter, dat moet iemand me nog een keer uitleggen…

b. ik schrijf mijn collega een persoonlijk bericht om te laten weten dat ik dit niet gepast vind

c. ik retweet en deel mijn eigen ervaringen

14. Iemand vraagt online om advies over haar zieke kind

a. ze moet haar eigen arts maar raadplegen

b. ik geef een aantal links met betrouwbare informatie

c. ik geef een aantal tips

15. Doe mij maar

a. een appel

b. een Apple

c. een app

16. Als ik me voorbereid op een vergadering

a. print ik de stukken uit

b. bereid ik me voor achter mijn pc

c. lees ik de stukken op mijn iPad

De papiervreter
Jaren geleden beweerde u vermoedelijk met volle overtuiging dat u nooit een mobieltje zou kopen. U heeft er inmiddels uiteraard wel een, maar enkel om mee te bellen. U voelt zich dan ook (nog) niet thuis in de wereld van social networking, apps en tabloids (waarom moet alles in het Engels tegenwoordig, vraagt u zich nu af). U houdt de zaken liever simpel. Maar bedenk dat dat misschien juist is waarom de nieuwe media in zo’n sneltreinvaart terrein winnen: ze versnellen en vergemakkelijken dingen. Probeer eens uit te vinden wat voor voordelen collega’s uit hun mediagebruik halen. Nieuwe media kunt u op geheel eigen wijze inzetten, zodat u de voor u geldende nadelen kunt vermijden en er enkel profijt van heeft. U blijft zonder veel moeite op de hoogte van alles wat er rondom uw vak speelt door bijvoorbeeld feeds in te stellen (/rss) of u te abonneren op digitale nieuwsbrieven (/nieuwsbrief).

De evenwichtige surfer
U heeft een aardige balans in het gebruik van nieuwe media weten te vinden. Professioneel weet u er uw voordeel uit te halen. U heeft verschillende accounts op forums en netwerken, waar u zo nu en dan een kijkje neemt als zich weer een nieuwe vriend meldt. Sociaal gezien ziet u de lol er van in, post u ook wel eens iets, maar u vindt ook dat u het niet moet overdrijven. U drinkt liever een biertje bij uw buurman dan de hele avond met verre vrienden te chatten. Werk en media vindt u soms nog lastig te combineren, u bewaakt uw grenzen. Patiënten kunnen informatie van u op het web vinden, maar u bent nog geen internetdokter. U bent redelijk op de hoogte van apps en andere mogelijkheden om in uw vakgebied op de hoogte te blijven, maar komt er nog niet altijd toe die ten volle in te zetten. U neemt een appeltje terwijl u die nieuwe app uitprobeert.

De internetdokter
U kunt zich geen leven zonder social media meer voorstellen. U heeft de hele dag uw mail openstaan en blijft via twitter en Facebook van alles op de hoogte. Ieder pauzemoment checkt u even wat er in de wereld en in uw vriendenkring gaande is, en zelfs uw patiënten weten u online te vinden. Tijdens uw praktijkvoering maakt u gebruik van handige apps. Mooi dat u er de voordelen uit weet te halen; het is belangrijk dat u met uw tijd meegaat, met de wereld om u heen meebeweegt en zo dus ook met uw patiënten meebeweegt. Let u echter ook op de nadelen en soms zelfs gevaren van intensief online mediagebruik. Geef niet te veel persoonlijke informatie bloot als arts. Let op de grenzen in het online contact met patiënten. En vergeet niet uw sociale skills ook in de spreekkamer te blijven gebruiken.

Reina Zijlstra

Naar alle online tests