KNMG: Wat betekent het elektronisch Medicatiedossier voor u als arts?

Eind juni trof u bij Medisch Contact het Manifest ‘Veilige Medicatie en ICT’ aan. In dit Manifest, dat op 8 juli is aangeboden aan minister Hoogervorst, wordt gepleit voor een snelle invoering van een landelijk elektronisch medicatiedossier. Graag informeren we u op deze plek over de voortgang van dit project en de betekenis ervan voor u als arts.

Rechtstreekse computerverbinding

Het is vlak voor Kerstmis 2006. Mevrouw Jansen uit Utrecht is op bezoek bij haar zuster in Maastricht. Ze wordt onwel en wordt vervoerd naar de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis. Tot dusver niets nieuws. Wat hierna volgt is dat echter wel. De personalia van mevrouw Jansen worden opgevraagd. Via een rechtstreekse computerverbinding wordt haar unieke, landelijke identificatienummer verkregen. De behandelend arts vraagt vervolgens het actuele medicatieoverzicht op.

Voordat er antwoord komt, vinden drie controles plaats. Eerst wordt gecontroleerd of de arts wel de arts is die hij beweerd te zijn, in een register voor unieke zorgverlenersidentificatie. Vervolgens wordt vastgesteld of mevrouw Jansen ooit elektronische uitwisseling van medische informatie heeft geweigerd. Ten slotte wordt nagegaan of de behandelend arts toegang mag hebben tot de gegevens.

Via een verwijsindex wordt landelijk gezocht naar de actuele medicatiegegevens van mevrouw Jansen. De informatieuitwisseling wordt geregistreerd, zodat ook achteraf duidelijk is wie de informatie heeft ingezien. Ten behoeve van de diagnostiek en behandeling op de Spoedeisende Hulp kan de arts nu beschikken over de relevante informatie. Hij verstuurt een nieuw recept via het elektronisch voorschrijfsysteem (EVS) naar de apotheek. Zodra mevrouw Jansen het medicijn heeft opgehaald, wordt dit vastgelegd in het informatiesysteem van de apotheker. Mevrouw Jansen is geholpen en kan haar vakantie ongestoord voortzetten.

De totstandkoming van het landelijk elektronisch medicatiedossier, waarvan de praktische toepassing hierboven is geschetst, staat niet op zichzelf. Het Nationaal Instituut voor ICT in de Zorg (NICTIZ) streeft met de koepelorganisaties in de zorg, waaronder de KNMG, naar effectieve inzet van ICT in de zorg. Het landelijk elektronisch patiëntendossier (EPD) maakt daarvan onderdeel uit. Er is gekozen voor een drietal ‘speerpunten’ die in 2006 moeten zijn gerealiseerd: elektronische waarneeminformatie op alle huisartsenposten, een volledig elektronisch declaratieproces, en een landelijk elektronisch medicatiedossier.

De noodzaak van dit medicatiedossier is evident: uit onderzoek van het Wetenschappelijk Instituut voor Nederlandse Apothekers bleek dat er naar schatting jaarlijks ongeveer 90.000 ziekenhuisopnamen zijn als gevolg van vermijdbare medicatiefouten. Als zorgverleners via elektronische weg inzage hebben in de complete medicatiegegevens van hun patiënt, kan veel leed en ongemak worden voorkomen. Andere onderzoeken bevestigden dit beeld.

Om een elektronisch medicatiedossier mogelijk te maken is het noodzakelijk dat iedereen die over gegevens beschikt van het veilig voorschrijven en afleveren van geneesmiddelen, deze ook daadwerkelijk beschikbaar stelt. Geautomatiseerde, gestructureerde en gecodeerde gegevensvastlegging is essentieel, zowel bij voorschrijvers als bij verstrekkers van geneesmiddelen. Voorschrijvers en verstrekkers én de instellingen waarbinnen zij werkzaam zijn, zullen om die reden ‘Goed Beheerde Zorgsystemen’ gaan gebruiken, die gegevensuitwisseling volgens door NICTIZ voorgeschreven standaarden mogelijk maken.

De koepel- en brancheorganisaties verenigd in NICTIZ zullen de komende maanden werken aan praktische instructies voor deze ‘Goed Beheerde Zorgsystemen’.

Het spreekt vanzelf dat we u op de hoogte houden van de vorderingen.