KNMG: Een elektronisch medicatiedossier in Den Helder

‘Het is niet de vraag óf het elektronisch medicatiedossier verplicht wordt gesteld, maar hóe. Ik ben een voorstander van verplicht gebruik. Dit kabinet bepleit dan wel minder regels, maar daar wil ik in dit geval graag een uitzondering op maken.’

Dat zei minister Hoogervorst van Volks-gezondheid eerder dit jaar, tijdens de presentatie van het manifest ‘Veilige Medicatie en ICT’. Het manifest, opgesteld door een groot aantal koepel- en brancheorganisaties in de zorg, waaronder de KNMG, verwoordt een pleidooi voor een spoedige invoering van een landelijk elektronisch medicatiedossier, dat veel - soms ernstige - medicatiefouten kan voorkomen.

De woorden van Hoogervorst worden inmiddels overal in het land ter harte genomen, onder meer in de regio’s Haarlem en Utrecht. Deze zomer werd bijvoorbeeld in het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein onder grote belangstelling van de media een elektronisch patiëntendossier volgens de standaarden van het Nationaal ICT instituut Zorg (NICTIZ) ten doop gehouden. Huisartsen in Nieuwegein en IJsselstein kunnen elektronisch, beveiligd en gecontroleerd, medische patiëntgegevens inzien bij het ziekenhuis. De betrokken huisartsen en specialisten waren enthousiast.

In deze elektronische dossiers zijn de gegevens van de openbare apotheken echter niet opgenomen. In de regio Den Helder gebeurt dat wel. Bij het ter perse gaan van dit nummer van Medisch Contact wordt hier een elektronisch medicatiedossier operationeel, waarbij openbare stadsapotheken, het plaatselijke Gemini-ziekenhuis, de waarneempost en de huisartsen in de regio zijn betrokken. Alle apothekers doen mee. Langs elektronische weg hebben geautoriseerde zorgverleners dan inzage in de complete actuele gegevens van de patiënt waar het de medicatie betreft, zoals die is afgeleverd door de openbare stadsapotheken.

‘De huisartsen staan te trappelen om mee te doen,’ zegt Margriet Miedema van de Zorgring Noord-Holland Noord, het zorgnetwerk dat met een financiële bijdrage van NICTIZ de partijen bij elkaar heeft gebracht. ‘We hebben al heel wat demonstraties gegeven, en men werd steeds enthousiaster. Anders en beter voorschrijven op basis van actuele informatie, dat is wat de huisartsen betreft het doel.’

Ook bij de medisch specialisten bespeurt Miedema belangstelling. ‘Voor hen is vooral de opnamemedicatie van belang. Aan de hand van een checklist kunnen ze precies nagaan welke medicatie de patiënt gebruikt, en dat heeft natuurlijk ook alleen maar voordelen. Nu wordt die informatie per fax opgevraagd, maar straks is de informatie 24 uur per dag direct  beschikbaar, wanneer het maar nodig is. Voor de specialisten hebben we echter nog geen demonstraties gegeven, de waarde van het elektronisch medicatiedossier moet voor hen vooral blijken in de dagelijkse praktijk.’

Regionaal is de ontwikkeling van het elektronisch medicatiedossier dus al in volle gang. De komende periode volgt de koppeling van al deze netwerken, waarna de landelijke dekking in de loop van 2006 moet volgen. De totstandkoming van dit landelijke medicatiedossier is onderdeel van een breder landelijk elektronisch patiënten-dossier. NICTIZ heeft hierbij gekozen voor een drietal speerpunten, waarvan het landelijke medicatiedossier er één is. De andere speerpunten zijn elektronische waarneeminformatie op alle huisartsenposten in Nederland, en een volledig elektronisch verlopend declaratieproces. Ook deze speerpunten moeten in 2006 zijn gerealiseerd.

Tijdens de presentatie van ‘Veilige Medicatie en ICT’ zei minister Hoogervorst hierover het volgende: ‘Het is vooral belangrijk om, door alle belangen heen, naar één gezamenlijk doel te blijven streven. Iedere partij moet daarin de juiste acties uitvoeren op het juiste moment. Niet denkend vanuit het eigenbelang, maar vanuit het belang van het grotere geheel: een betere kwaliteit en grotere doelmatigheid van de hele gezondheidszorg.’

Wij sluiten ons daarbij van harte aan.