De dokter en het stelsel

Op 22 oktober weet Peter Holland, althans in zijn voorzitterscolumn (MC 43/2004: 1707) nog niet goed wat hij moet denken van de kabinets-plannen met betrekking tot de vraaggestuurde zorg en de marktwerking. Zijn artikel staat vol met vragen en vraagtekens, en met uitingen van zijn zorgen. Hij besluit met: ‘Wij blijven de ontwikkelingen dan ook kritisch voor u volgen.’ Een week later is er van onzekerheid en kritische houding weinig meer te merken, als hij ex cathedra (‘namens de artsenorganisatie KNMG’, staat er in de Volkskrant) het Manifest tegen de marktwerking in de zorg veroordeelt.

Kan hij eens uitleggen waarom hij ineens en bijna vierkant achter het kabinetsbeleid staat? En nog wel namens de KNMG, dus ook namens mij?

Ik vind het idee dat marktwerking alles veel beter zal gaan maken bijna te dwaas voor woorden. En goedkoper? Het begint nota bene al met premieverhogingen juist ten behoeve van de marktwerking (sic!).

Ik ben buitengewoon nijdig en bezorgd over het feit dat het principe van volledige solidariteit wordt doorbroken door de no-claimkorting. Als je zo’n vijf keer meer ‘consumeert’, is het toch redelijk dat je een klein beetje meer betaalt, aldus de minister ... En volgend jaar nog een beetje meer en nog een beetje meer, wat ik u brom! Solidariteit kent immers, sinds 2004 zijn grens!

Voor de goede orde: ik ben geen SP-lid of -stemmer. Wel ben ik (nog) lid van de KNMG en ik vind dat ik mag verwachten dat de voorzitter van deze artsenorganisatie opkomt voor de belangen van met name de chronische en de gehandicapte patiënten. Voor wie dat niet logisch vindt of ouderwets, gebruik ik het potsierlijke jargon van de markt: zíj zijn tenslotte onze beste klanten!

Nijmegen, november 2004

M.C.A. Klomp, arts

Naschrift

In mijn reactie op het Manifest heb ik als voorzitter het standpunt van de federatie KNMG verwoord: alle federatiepartners hebben zich als lid van het federatiebestuur op 21 september uitgesproken voor stelselherziening in de richting van meer vraagsturing, voor (streng) gereguleerde marktwerking met een breed basispakket en acceptatieplicht voor verzekeraars. Op basis daarvan is solidariteit gewaarborgd. Het federatiebestuur onderschrijft de kabinetsplannen op hoofdlijnen en vindt het invoeren van een no-claim acceptabel, echter met nadrukkelijke uitzondering van de huisartsenzorg. We zijn ons ervan bewust dat de uitwerking van de stelselwijziging kan leiden tot ongewenste effecten, zoals verminderde toegankelijkheid van de zorg, meer bureaucratie en minder zorgcapaciteit. De KNMG heeft deze zorgen bij het kabinet en Tweede Kamer neergelegd. Het zijn ook deze zorgen, die ik in mijn mijmeringen over het stelsel in mijn column heb opgetekend. De KNMG blijft de ontwikkelingen kritisch volgen zodat de ongewenste effecten geen realiteit worden.

Peter Holland, voorzitter KNMG