KNMG: Hoe ver is de invoering van de zorg-ICT gevorderd?
Plaats een reactieIn het vorige nummer van Medisch Contact informeerden wij u over het belang van een goede zorg-ICT en over de plannen voor snelle invoering van een aantal speerpunten: een landelijk elektronisch medicatiedossier, elektro-nische toegang tot waarneeminformatie voor huisartsen, en een volledig elektronisch declaratie-systeem. In dit artikel zetten we de actuele stand van zaken rond de invoering uiteen.
De invoering van de drie speerpunten, en daarmee van de voorwaarden voor vele andere vormen van zorg-ICT, begint steeds meer contouren te krijgen. Van belang daarbij is onder meer dat minister Hoogervorst van VWS heeft besloten tot gebruik van het
Burger Service Nummer in de zorg per 2006 om de persoon (= de patiënt) te kunnen identificeren. Omdat voor die tijd enkele experi-menten noodzakelijk zijn, wil hij toestemming geven voor een (tijdelijk) gebruik van het sofi-nummer voor dit doel. Het huidige sofi-nummer en het toekomstige Burger
Service Nummer zijn overigens identiek, alleen de wettelijke implicaties verschillen.
Een voorwaarde voor het gebruik van deze nummers in de praktijk is een voorziening voor technische verificatie ervan. Zon voorziening is nodig om fouten door bijvoorbeeld verkeerd intypen te voorkomen. Het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (CIBG) van het ministerie van VWS werkt hieraan, in samenwerking met andere departe-menten. Deze voorziening is op zijn vroegst in het derde kwartaal van 2005 beschikbaar.
Al eerder, op 1 januari 2005, was het UZI-register (Unieke Zorgverlener Identificatie) operationeel. De UZI-passen, waarmee zorgverleners zich tijdens de elektronische communicatie kunnen identificeren, worden projectgewijs ingevoerd.
Diepgaand
De landelijke basisinfrastructuur voor de zorg-ICT, waarvoor NICTIZ de randvoorwaarden ontwikkelt, is in opdracht van het ministerie van VWS onderzocht. In deze audit, van het gerenommeerde adviesbureau DCE Consultants, werd dit ontwikkel-programma als diepgaand en samenhangend beoordeeld.
De minister heeft NICTIZ bovendien gevraagd de aanbesteding van het zogenoemde Landelijk Schakelpunt op zich te nemen. In dit Schakelpunt is een verwijsindex opgenomen, waarin alle verwijzingen naar zorginformatie per patiënt staan opgeslagen. Op het Landelijk Schakelpunt, waarmee alle regionale initiatieven aan elkaar worden gekoppeld, zijn alle zorgverleners - dus ook alle artsen - straks aangesloten. Er wordt hard gewerkt om zo spoedig mogelijk in 2005 een tijdelijke voorziening voor de eerste implementaties beschikbaar te hebben. Ook is de voorbereiding van de officiële aanbesteding van het definitieve schakelpunt gestart.
Verplichting
Minister Hoogervorst is er voorstander van zorgverleners en instellingen te verplichten gebruik te maken van de komende ICT-voorzieningen in de zorg. Dit blijkt onder meer uit zijn uitspraak, medio vorig jaar: Het is niet de vraag óf het elektronisch medicatie-dossier verplicht wordt gesteld, maar hoe. Het ministerie werkt momenteel aan dit hoe. Zodra hierover meer duidelijkheid bestaat, kan worden bezien of het totaal aan prikkels voor iedere individuele betrokkene voldoende is voor een vlotte invoering respectievelijk de nodige bereidheid van de zorg-ICT gebruik te maken. Het ministerie denkt overigens ook aan prikkels of zelfs verplichtingen in de financiële sfeer, via contracten met zorgverzekeraars.
Hiermee samen hangt het feit dat het financiële model er vooralsnog op is gebaseerd dat de overheid de centrale kosten van de implementatie draagt. Onderzocht wordt of individuele zorgaanbieders de kosten van de noodzakelijke aanpassingen van hun soft- en hardware zelf kunnen dragen of dat aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn.
En last but not least: de organisaties van zorgaanbieders, waaronder natuurlijk ook de artsenorganisaties, moeten met hun leden in gesprek gaan over het belang van deze moderne manier van gegevensopslag en -communicatie. Zij moeten er alles aan doen om hun leden voor te lichten en te onder-steunen in het gebruik ervan!
Heeft u vragen? Belt of mailt u dan met mevrouw drs. G. Holweg, beleidsmedewerker van de KNMG, tel. 030 282 3807 of e-mail
. n
- Er zijn nog geen reacties
