KNMG: Alle lichten staan op groen voor zorg-ICT.

KNMG: ‘Alle lichten staan op groen.’ Dat zegt een tevreden NICTIZ-directeur Gert-Jan van Boven over het ‘spoorboekje zorg-ICT’ dat minister Hoogervorst van VWS onlangs aan de Tweede Kamer stuurde. Hierin staan de stappen die de komende tijd zullen worden gezet in de richting van de automatisering van de opslag én van de uitwisseling van medische gegevens.

De invoering van het Elektronisch Medicatie Dossier (EMD) en het e-waarneemdossier voor huisartsen (WDH) staan hierin centraal. Dit zijn de eerste twee ‘hoofdstukken’ van een landelijk Elektronisch Patiënten Dossier, waarvan de randvoorwaarden op 1 januari 2006 gerealiseerd moeten zijn. ‘Wij zijn erg blij met dit spoorboekje. Het borgt een goede samenhang, en daar is grote behoefte aan,’ aldus Van Boven. Voor de uitvoering van het implementatieplan is een stuurgroep ingesteld onder leiding van Martin van Rijn, directeur-generaal gezondheidszorg van VWS. Hierin zijn diverse artsenkoepels vertegenwoordigd. De praktische invoering wordt gecoördineerd door een team waarin Capgemini, het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (CIBG), het ministerie van VWS en NICTIZ zitting hebben. Het plan kent vier programmalijnen:

* De volledige beschikbaarheid van het Burger Service Nummer (BSN) in de zorg; dit is het unieke identificatienummer voor elke patiënt waartoe het kabinet heeft besloten. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij VWS en CIBG.

* Het gebruik van de UZI-pas (unieke zorgverlener identificatie), waarmee zorgverleners zich kunnen identificeren bij elektronische communicatie. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij CIBG (zie

www.cibg.nl

).

* De realisatie van een Landelijk Schakelpunt (LSP) voor de zorgsector om de communicatie tussen alle gebruikers in het hele land mogelijk te maken. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij NICTIZ.

* De ondersteuning van de implementatie in het veld door middel van een ‘koploperprogramma’. Dit programma biedt praktijkondersteuning bij gebruik van BSN, UZI en LSP. Er wordt gestreefd naar een groep van 12 koplopers (zorginstellingen, praktijken e.d.) die de implementatie van EMD en WDH als eerste zullen realiseren. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt eveneens bij NICTIZ in samenspraak met de zorgverleners.

‘Onze programmalijnen lopen inmiddels volgens verwachting,’ aldus Van Boven. ‘Voor de aanbesteding van het Landelijk Schakelpunt heeft zich een aantal zeer geschikte kandidaten aangemeld, en de uitnodigingen voor het indienen van een offerte gaan dezer dagen de deur uit. Voor het koploperprogramma is de belangstelling eveneens groot. In totaal waren er 27 aanmeldingen voor het EMD- en 22 aanmeldingen voor het WDH-programma.’

Wat de invoering ook ten goede komt, benadrukt Van Boven, is het feit dat VWS voor de uitvoering van het implementatieplan een beroep heeft gedaan op adviesbureau Cap-gemini. Een onmisbare voorwaarde voor succesvolle invoering is verder uiteraard de medewerking van de artsen en de andere betrokken beroepsgroepen.

Overigens is NICTIZ alweer bezig met plannen voor een verdere toekomst als de invoering van het EMD en het WDH gerealiseerd is. ‘We willen, weer in samenwerking met de sector, een nieuwe agenda voor sectorbrede thema’s opstellen voor de jaren na 2006.’ Onderwerpen die daarbij aan de orde kunnen komen, zijn bijvoorbeeld de bijdrage die ICT kan leveren aan de mate waarin de burger zijn verantwoordelijkheid kan nemen voor de eigen gezondheid; aan betere ondersteuning van transmurale zorgketens; specifieke aandacht voor care en preventie; telemedicine toepassingen en e-Health en inpassing van technologische vernieuwing, zoals breedband en RFID binnen zorgprocessen. Concrete doelen zijn nodig, als we uiteindelijk een volledig Elektronisch Patiënten Dossier willen realiseren. Het telt immers pas, als de zorg in de praktijk mede dankzij allerlei elektronische toepassingen verbetert.’