Laatste nieuws
Joep Hubben
8 minuten leestijd

Schadeclaims in een hogere versnelling

Plaats een reactie

Succes van Geschillencommissie Ziekenhuizen smaakt naar meer

In september 1996 gaf minister Borst het startsein voor een experiment met een Geschillencommissie Ziekenhuizen. Dertig Nederlandse ziekenhuizen, verzekerd tegen medische aansprakelijkheid bij de Onderlinge Waarborgmaatschappij MediRisk, deden vanaf het begin mee aan deze geschillencommissie die medische schadeclaims sneller en eenvoudiger ging afdoen. Tijdens het experiment, dat drie jaar heeft geduurd, liep het aantal deelnemende algemene ziekenhuizen op tot ongeveer veertig. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport betaalde de kosten van het experiment, dat inhoudelijk werd gesteund door de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de KNMG en de Consumentenbond. De Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken droeg zorg voor de nodige faciliteiten.

Schadeclaims


De afwikkeling van medische schadeclaims in Nederland duurt vrij lang. Uit eerder onderzoek bleek dat de afwikkeling van kleine schadeclaims gemiddeld twaalf maanden in beslag neemt, terwijl grotere claims gemiddeld 29 maanden vergen. Een schadeclaim wordt als klein beschouwd als de uitgekeerde vergoeding lager is dan ƒ 5.000. Dit gold voor de helft van de gehonoreerde schadeclaims, een substantieel deel van de claims.


Dit gegeven vormde de aanleiding voor nader onderzoek naar de vraag of deze kleinere schadeclaims zich lenen voor een versnelde afhandeling. Om die vraag te beantwoorden is destijds nagegaan of kleine schadeclaims zich in financieel, medisch en procedureel opzicht onderscheiden van andere schadeclaims.


Wat zijn de kenmerken van relatief kleine medische schadeclaims?


-  Meestal gaat het om ‘kleinere medische verrichtingen’, zoals intubatie, gebitsbehandeling, verbinden, spalken, injecteren/infuseren.


-  Het letsel is doorgaans gering: letsel van oppervlakkige aard, zoals gebitslaesies, brandwonden en andere huidlaesies, pijn of ongemak.


-  Er zijn weinig procedurele problemen; inschakeling van deskundigen is nauwelijks nodig.


-  In de helft van de gevallen hoeft er slechts materiële schade te worden vergoed.


Op grond van deze kenmerken is aangenomen dat het bij deze claims veelal gaat om eenvoudige schade, zonder al te complexe letsels, waarvan de afwikkeling in de regel geen grote procedurele problemen meebrengt.


Niettemin bleek het afwikkelen van kleine claims gemiddeld één jaar te vergen. Het experiment van de Geschillencommissie Ziekenhuizen moest opheldering geven over de vraag of daarin verandering kon worden gebracht.

Lage drempel


De geschillencommissie nam niet alle tegen de deelnemende ziekenhuizen ingediende claims in behandeling, maar kwam pas in beeld als de patiënt (of diens nabestaande) geen overeenstemming met het ziekenhuis kon bereiken over de afhandeling van de claim. Zowel de patiënt als het ziekenhuis kon een geschil aanhangig maken. Het Reglement Geschillencommissie Ziekenhuizen gaat ervan uit dat een klacht over schade binnen drie maanden door het ziekenhuis wordt afgedaan. Is dat niet het geval dan heeft de patiënt drie maanden de tijd om een uitspraak van de geschillencommissie te vragen.


Een beslissing volgt als patiënt en ziekenhuis overeenkomen zich te onderwerpen aan het advies van de geschillencommissie. Als de patiënt zijn zaak door de geschillencommissie behandeld wil zien, is het betrokken ziekenhuis aan die keuze gebonden. Geschillen over rekeningen en over claims die al bij de burgerlijke rechter aanhangig zijn gemaakt, zijn uitgezonderd van behandeling. Als tijdens de behandeling van een geschil blijkt dat de schade meer is dan ƒ 7.500, is (verdere) behandeling van het geschil alleen mogelijk indien de patiënt zijn vordering tot dat bedrag beperkt.


De drempel naar de geschillencommissie is laag. Wie een geschil aanhangig maakt, moet 45 gulden klachtengeld storten. Dat bedrag wordt niet terugbetaald maar kan wel met de schadevergoeding worden verrekend.


Partijen kunnen zich bij de (mondelinge) behandeling van het geschil laten bijstaan of vertegenwoordigen. Bij de mondelinge behandeling mogen getuigen en deskundigen worden meegebracht. Ook kan de geschillencommissie zelf inlichtingen inwinnen of een onderzoek door deskundige(n) laten doen.


Voor het overige kent het reglement weinig procedureregels. De geschillencommissie heeft dus veel vrijheid bij de wijze waarop ze een geschil behandelt. Wel zijn de termijnen kort gehouden. Het ziekenhuis krijgt als regel één maand de tijd om schriftelijk op het geschil te reageren. De patiënt krijgt twee weken voor een antwoord, waarna op de mondelinge behandeling een beslissing wordt genomen.


Héél oude zaken worden niet in behandeling genomen. Een klacht over zaak- en/of personenschade moet binnen vijf jaar nadat de patiënt met de schade bekend is geworden, bij het ziekenhuis aanhangig worden gemaakt. Door een klacht in te dienen stemt de patiënt ermee in dat het ziekenhuis alle relevante (medische) gegevens aan de geschillencommissie verstrekt. Weigert een patiënt mee te werken aan onderzoek dat de commissie nodig oordeelt, dan kan deze besluiten de claim niet verder te behandelen.


De behandeling van een geschil mondt als regel uit in een bindend schriftelijk advies. Daarin kan de geschillencommissie de eventuele schadevergoeding vaststellen die het ziekenhuis moet betalen. In de voor het experiment gekozen constructie legde de verzekeringsmaatschappij MediRisk zich neer bij de aldus vastgestelde schadevergoeding.

Weinig claims


Tijdens het experiment zijn bij de geschillencommissie 135 geschillen over schadeclaims ingediend. Deze hebben betrekking op ongeveer veertig ziekenhuizen die zijn verzekerd bij MediRisk. In bijna zeventig zaken heeft de geschillencommissie een bindend advies uitgebracht. In de overige gevallen was de geschillencommissie niet bevoegd of voldeed de schadeclaim niet aan de voorwaarden.


Het aantal ingediende schadeclaims is lager dan bij aanvang van het experiment op grond van een ruwe schatting werd verwacht. De begeleidingscommissie ziet hierin een aanwijzing dat de claimcultuur en het claimgedrag van consumenten in de gezondheidszorg toch niet de omvang hebben die vaak wordt verondersteld.


Ook de ontwikkeling van het totaal aantal schadeclaims per ziekenhuis – dus kleine en grote claims - wijst niet op een onrustbarende claimcultuur. Van 1994 tot 1999 zijn in de bij het onderzoek betrokken ziekenhuizen ieder jaar gemiddeld twintig schadeclaims per ziekenhuis geregistreerd. Geen toename dus.


De minister van Justitie heeft medio 1999 een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over de toenemende claimcultuur in Nederland.1 Die brief gaat niet specifiek over de gezondheidszorg, maar over claims in alle sectoren van de samenleving. Op verschillende plaatsen in zijn brief schrijft de minister dat het veranderende claimgedrag van de burger niet goed is in te schatten omdat voldoende cijfermateriaal daarover ontbreekt.


De begeleidingscommissie ziet in de onderzoeksbevindingen onvoldoende aanleiding om de noodklok te luiden over de claimcultuur in de gezondheidszorg. Het elkaar aanpraten van onrust over het claimgedrag van patiënten - wat meestal gepaard gaat met de voorspelling dat ‘Amerikaanse toestanden’ er nu echt aankomen - is bovendien niet zonder risico’s. Het kan onder andere leiden tot een defensieve opstelling van artsen.

Psychologische functie


Een tweede verklaring voor het lager dan verwachte aantal schadeclaims is dat de afgelopen jaren in de algemene ziekenhuizen flinke voortgang is geboekt met de invoering van interne klachtencommissies in het kader van de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector. Het ligt voor de hand dat naarmate de interne klachtenbehandeling beter functioneert, een patiënt minder aanleiding heeft om zich tot een externe geschillencommissie te wenden. Ook de toegenomen aandacht voor kwaliteitszorg in het algemeen acht de begeleidingscommissie in dit verband van belang.


De opkomst van patiënten op de zittingen van de Geschillencommissie Ziekenhuizen is hoog. Ongeveer 70 procent van de indieners van een schadeclaim verschijnt op de zitting van de geschillencommissie. Mede hierdoor heeft de mondelinge behandeling door de geschillen- commissie ook een belangrijke psycho- logische functie kunnen vervullen.


In 61 procent van de zaken was het ziekenhuis op de zitting vertegenwoordigd, terwijl 28 procent van de betrokken artsen aanwezig was.


In het algemeen zijn de patiënten tevreden over de gang van zaken bij de behandeling van hun schadeclaim. De helft van de patiënten is tevreden over de uitspraak van de geschillencommissie.


Patiënten ervaren de gang naar de geschillencommissie in het algemeen als laagdrempelig; de geschillencommissie wordt als consumentvriendelijk beoordeeld. Belangrijk is in dit verband dat de gang naar de geschillencommissie voor de klager vrijwel kosteloos is.


Artsen die via een schadeclaim in aanraking zijn gekomen met de geschillencommissie zijn in het algemeen ook tevreden over de behandeling van het geschil. Over de uitspraak van de commissie zijn de meeste artsen eveneens tevreden.

Minder complicaties


Bij de start van het experiment werd verondersteld dat de geschillencommissie de claims relatief snel en betrekkelijk eenvoudig zou kunnen afdoen omdat zich hierbij minder complicaties voordoen. Uit het onderzoek blijkt dat in de bij de geschillencommissie aanhangig gemaakte schadeclaims er hoogst zelden aanleiding was om een extern medisch deskundige te horen. In vrijwel alle gevallen was de geschillencommissie in staat om zich zelfstandig een oordeel te vormen over de schadeclaim. Dit heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de snelheid van de afhandeling. Het feit dat in de geschillencommissie enkele belangrijke medisch specialismen zijn vertegenwoordigd is in dit opzicht efficiënt en doelmatig gebleken.


Dit laatste wordt ook bevestigd door de snelheid waarmee de geschillencommissie de schadeclaims heeft afgewikkeld. De helft van de ingediende claims is binnen drie maanden door de geschillencommissie behandeld en driekwart is binnen vijf maanden ter zitting gekomen. In tweederde van de zaken is binnen zes maanden na het indienen van de claim een schriftelijke uitspraak gedaan. De verwachtingen bij de start van het experiment zijn dus bewaarheid.


De uitkomsten van het onderzoek kunnen slechts leiden tot een positief oordeel over het experiment met de Geschillencommissie Ziekenhuizen. Niettemin heeft de begeleidingscommissie enkele aanbevelingen onder de aandacht van de minister van Volksgezondheid gebracht.

ook psychiatrie


De begeleidingscommissie pleit ervoor om de Geschillencommissie Ziekenhuizen te verbreden tot de hele intramurale gezondheidszorg. Dus ook tot bijvoorbeeld verpleeghuizen en psychiatrische ziekenhuizen. Nu de gekozen structuur voldoet, is er weinig reden om de geschillencommissie alleen schadeclaims in algemene ziekenhuizen te laten afhandelen. Verbreding tot de gehele intramurale gezondheidszorg geeft de geschillencommissie bovendien een sterkere basis.


Bovendien moet de geschillencommissie worden verbreed indien naast MediRisk ook de andere verzekeraars zich aansluiten. Dit is van belang nu de betrokken verzekeraars van medische aansprakelijkheidsrisico’s hun medewerking hebben toegezegd aan invoering van de geschillencommissie in alle algemene ziekenhuizen in 2001.


De zittingen van de geschillencommissie moeten niet alleen in Den Haag, maar ook in andere plaatsen in Nederland en op aangepaste tijdstippen worden gehouden. Betrokkenen hoeven dan niet steeds naar Den Haag te reizen, hetgeen een gunstige invloed kan hebben op de aanwezigheid van partijen bij de mondelinge behandeling.


Door de opzet van de procedure is de rol van de geschillencommissie actiever dan in de gewone rechtspraak. Bij het beoordelen van het geschil kan de commissie daardoor rekening houden met alle relevante factoren. De geschillencommissie dient hierbij echter binnen het kader van de door de consument naar voren gebrachte klacht te blijven.


Gedurende het experiment behandelde de geschillencommissie schadeclaims van maximaal ƒ 7.500. De begeleidingscommissie pleit ervoor om die competentiegrens te verhogen, in ieder geval tot de competentiegrens van de kantonrechter (nu ƒ 10.000).


De omvang van de geschillencommissie kan van het huidige aantal van vijf leden worden teruggebracht tot drie personen. Een medisch specialisme moet in ieder geval in de commissie vertegenwoordigd blijven.


Vergroting van de bekendheid van de geschillencommissie bij patiënten en consumenten verdient meer aandacht. <<

Prof. mr. J.H. Hubben,

hoogleraar gezondheidsrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam, partner van Nysingh Dijkstra de Graaff advocaten en notarissen te Arnhem en voorzitter van de Begeleidingscommissie Experiment Geschillencommissie Ziekenhuizen.

Dit artikel is een bewerking van zijn toespraak bij de aanbieding van het onderzoeksrapport aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Het onderzoeksrapport, geschreven door drs. N. Doornbos en mr. P.P.M. van Reijsen (sectie gezondheidsrecht en instituut rechtssociologie K.U.N.) is verschenen bij Koninklijke Vermande Lelystad onder de titel De Geschillencommissie Ziekenhuizen. Een eenvoudige procedure voor schadeclaims (reeks gezondheidsrecht nr. 12).

ziekenhuizen
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.