Russische roulette - Bert Keizer
1 reactieIn Het Parool van 5 oktober las ik allerlei narigheid over SCEN-artsen. Collega De Jong, directeur van de NVVE, vertelt het volgende: ‘Tegenstanders van vrijwillige levensbeëindiging zijn geïnfiltreerd in de beroepsgroep van SCEN-artsen, die euthanasieverzoeken mede moeten beoordelen. Zo willen ze euthanasie tegenhouden.’ Zou het iets uitmaken als je langs deze weg euthanasie probeert tegen te houden? Ik doe ongeveer vijfentwintig consulten per jaar. Alles afwijzen loopt in de gaten, dus af en toe laat ik iets door. Misschien kan ik dan per jaar twintig gevallen tegengaan. Ware het niet dat in de helft van die gevallen de levensbeëindiging toch plaatsvindt, via een hernieuwd consult bij een tweede SCEN-arts.
Als infiltrant zou ik dus misschien elk jaar tien gevallen van levensbeëindiging kunnen frustreren. Daarvoor moet ik dan wel, binnen een groep collega’s die mij persoonlijk kennen, jaar in jaar uit, consequent een valse rol spelen in elke discussie die tijdens de intervisie plaatsvindt. En daar vinden heel wat discussies plaats, want daarvoor zit je er. Nee, het lijkt me geen doen.
Maar waarom zegt mevrouw De Jong dit? Zij ageert tegen het feit dat SCEN-artsen niet eenduidig zijn in hun oordeel. ‘Het hangt er dus maar net vanaf welke SCEN-arts je krijgt. Het is een soort Russische roulette.’
Een dergelijke interdoktervariatie is even ondraaglijk als onbestrijdbaar, vrees ik. Deze inconsistentie heerst zelfs al binnen één dokter. Ervaren radiologen spreken zichzelf tegen in 20 procent van de gevallen bij de beoordeling van een X-thorax als ‘normaal’ of ‘afwijkend’ wanneer ze op verschillende tijdstippen dezelfde foto te zien krijgen. Thoraxfoto’s zijn heel wat minder complex dan euthanasieverzoeken, dus ligt de vervelende conclusie voor de hand. Of collega’s in mijn SCEN-groep veel afwijzen, weet ik eerlijk gezegd niet. Ikzelf wijs zelden een verzoek af, maar dat komt omdat ik dit een zeer matige planeet vind en iedereen die eraf wil eigenlijk alleen al door dit verlangen inschat als bovenmatig wilsbekwaam. Maar dit even heel erg terzijde, ik meen het niet hoor (voor je ’t weet belt het hele land).
Ten slotte, ter compensatie, twee verlossend goede berichten uit levensbeëindigingsland. Het eerste betreft een hoogbejaard echtpaar, 90-plussers, die tegelijkertijd euthanasie wilden. De geconsulteerde SCEN-collega besloot onmiddellijk het consult te splitsen. De twee SCEN-artsen deden geheel onafhankelijk van elkaar hun werk. Het echtpaar legde zich van tevoren neer bij een eventuele asymmetrische uitkomst. Zij gaven trouwens beiden aan ook in dat geval euthanasie te willen. Het viel allemaal op zijn plek en ze zijn hand in hand gestorven.
Het tweede bericht gaat over een heel ander duo: een oude man en zijn bejaarde poes, beide in een hospice vertoevend. Ook hier vond een simultaan overlijden plaats, voor welke verrichting tegelijkertijd een huisarts en een dierenarts het toneel betraden.
Kijk, er gaat ook wel eens iets heel erg goed.
Bert Keizer is specialist ouderengeneeskunde
<b>Download deze column als PDF</b>
J.E.J. Fokke
verpleeghuisarts, NIJMEGEN
Beste Bert Keizer,
Bij het lezen van jouw boek Tumult bij de Uitgang, kwam ik de term Kwakdenken tegen op pagina 179.
Mijn vriend Jan Paalman bezigde deze term ook.
Begin dit jaar, één jaar na zijn overlijden hebben wij, zijn vrienden een selectie v...an zijn columns uitgeven. Tegen het Kwakdenken. ISBN/EAN 978-90-74241-27-4
Ik stuur het je op. Geef me jouw adres.
groet,
Jeroen Fokke
gorisstraat 50
6521CL Nijmegen
06-21873150
jfokke@fo.nl
gepensioneerd Verpleeghuisarts / Palliator
p.s. ik vond jouw tweede reactie naar aanleiding van Tuitjenhorn bijzonder goed en moedig.