Meer aanvragen voor intensieve AWBZ-zorg
1 reactieHet aantal chronische patiënten met een ‘zware’ indicatie voor zorg neemt toe ten koste van het aantal met een ‘lichte’ indicatie. Dat meldt De Volkskrant.
Wie in aanmerking wil komen voor intramurale AWBZ-zorg, heeft daarvoor een zogeheten zorgzwaartepakket (zzp) nodig. Tot dit jaar kwamen ouderen met een zzp 1 of 2 in aanmerking voor zorg in een verzorgingshuis, maar dat is nu veranderd: alleen ouderen met een zzp van 3 of hoger krijgen nu nog toegang tot de intramurale zorg, vanaf volgend jaar alleen nog mensen met een zzp 4 of hoger. Voor gehandicapten en psychiatrische patiënten geldt een vergelijkbare verandering. De zzp’s worden toegekend door het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ).
Volgens De Volkskrant steeg het aantal aanvragen voor zwaardere zorg in de periode 2009-2012 met 50 procent tot 118 duizend; het aantal aanvragen voor lichtere zorg daalde juist. De kosten liepen op met 37 procent naar 3,6 miljard euro. Vooral in 2012 zou een duidelijke toename van zwaardere zorg zichtbaar zijn.
Een sluitende verklaring is er niet, meldt De Volkskrant. Mogelijk zouden patiënten soms ten onrechte naar een hogere categorie worden doorgeschoven, zodat zij in aanmerking blijven komen voor intramurale zorg.
‘De zogenaamd onafhankelijke indicatiestelling werkt niet’, zegt echter Mieke Draijer, specialist ouderengeneeskunde en voorzitter van Verenso. ‘Wie indiceert is afhankelijk van informatie van de mensen zelf. En in dezelfde situatie zal de één zeggen alles nog te kunnen, terwijl de ander juist erg veel last zegt te ervaren. De informatie is niet objectief. Ze is subjectief, juist door de manier waarop ze is verzameld. ‘
Joost Visser
Lees ook:
Dr. Willibrord Beemsterboer
arts, beleidsmedewerker Centr, Driebergen
In de Nieuwsrubriek van MC van 19 mei slaat Mieke Draijer, specialist ouderengeneeskunde en voorzitter van Verenso, de plank pijnlijk mis als zij in het item `Meer aanvragen voor intensieve AWBZ-zorg` beweert, dat wie indiceert afhankelijk is van inf...ormatie van de mensen zelf. `De zogenaamde onafhankelijke indicatiestelling werkt niet`, aldus mevrouw Draijer. En zij vervolgt: `In dezelfde situatie zal de één zeggen alles nog te kunnen, terwijl de ander juist erg veel last zegt te ervaren. De informatie is niet objectief.` Collega Draijer weet kennelijk niet dat het objectiveren van door aanvragers van AWBZ-zorg aangeleverde gegevens nu juist geschiedt door deze gegevens zo nodig, d.i. als deze gegevens ongeloofwaardig of onvolledig zijn, bij betreffende aanvrager of diens hulpverleners/behandelaars te verifieren. Indicatiestellers en indicerende artsen beschikken over de medische deskundigheid om de variabiliteit in presentatie van klachten en beperkingen op de juiste waarde te schatten en bij eventuele discrepanties kritische vragen te stellen - en doen dat ook. De onafhankelijke indicatiestelling werkt dus wel.