Ziekenhuizen Rijnmond regelen medisch beroepsgeheim

Elf ziekenhuizen van de Stichting Samenwerkende Ziekenhuizen Rijnmond, hebben samen met politie en justitie in de regio Rijnmond praktische afspraken gemaakt over het medisch beroepsgeheim.

Het convenant, een vertaling van de wet, voorziet in een handleiding voor ziekenhuisartsen, medisch personeel, politie en justitie. Hierin staat beschreven hoe artsen moeten of kunnen omgaan met hun medisch beroepsgeheim als politie en justitie eraan te pas komen. Voorop staat dat de arts zelf beslist of hij zich beroept op het verschoningsrecht. ‘Hij maakt daartoe een belangenafweging tussen het beroepsgeheim en belangen die in het gedrang komen bij het bewaren van het geheim. Alleen in gevallen waarin de arts een onredelijke afweging maakt, kan een rechter de beslissing van de arts overrulen’, aldus de handreiking.

De handleiding behandelt de meest uiteenlopende gevallen waarin het medisch beroepsgeheim op de proef wordt gesteld. Zo beschrijft de handleiding bijvoorbeeld het dilemma wat te doen als een gewapende patiënt zich aandient. Leidend daarbij is de staat waarin de patiënt verkeert. Piet Batenburg, voorzitter van de Stichting SRZ, licht toe:

‘Als een gewapende patiënt in een afhankelijke positie - bijvoorbeeld hevig bloedend op een brancard - binnenkomt, dan nemen we het wapen direct af. Het ziekenhuis draagt het wapen over aan de politie zonder te zeggen van wie het afkomstig is. De patiënt krijgt een ‘rode kaart’ waarmee hem de toegang tot het ziekenhuis in de toekomst wordt ontzegd. Betreedt een patiënt de poli met een wapen in zijn zak, dan wordt direct de politie gewaarschuwd. Agenten moeten hem het wapen afhandig maken. De patiënt wordt de toegang tot het ziekenhuis ontzegd.’

Alle medewerkers in de frontlinies van het ziekenhuis, zoals de SEH, krijgen de handleiding. Elk ziekenhuis, het Openbaar Ministerie en de politie hebben 24 uur per dag een contactpersoon paraat die bij twijfel raad kan geven. Batenburg: ‘Zo is het beroepsgeheim altijd veilig. Wij willen collectief kennis vergaren over de grenzen van het medisch beroepsgeheim. Daarom wisselen de contactpersonen onderling casuïstiek uit. Eenmaal per jaar is er een symposium.’

Het convenant is twee jaar geldig met de bedoeling dit telkens een jaar te verlengen. Voor zover bekend is dit het eerste convenant over dit onderwerp in Nederland waaraan de drie partijen - elf ziekenhuizen, politie en OM - zich conformeren.

Extramuraal werkende artsen zijn hierbij niet betrokken omdat hun organisatie geen deel uitmaken van de Stichting SRZ. << ILS