De januskop van de rechtvaardigheid
Plaats een reactieMr. Buijsen bestrijdt in het artikel De januskop van de rechtvaardigheid (MC 20/
2004: 826) het reciprociteitsbeginsel bij de toewijzing van schaarse donororganen. Hij stelt dat in de gezondheidszorg de verdeling van middelen geschiedt op basis van behoefte. Dit beginsel geldt voor de toewijzing van uit collectieve middelen bekostigde medische voorzieningen: iedereen betaalt eraan mee en gebruikt naar behoefte.
Buijsen ziet echter de rechten over het hoofd van een relatief nieuwe partij die een bijdrage levert aan de medische middelen: de donor. Hij maakt in feite geen onderscheid tussen orgaandonatie en het betalen van ziekteverzekeringspremie. Wat er met uw organen c.q. premie gebeurt gaat u verder niets aan, de overheid stelt de regels voor de verdeling. Juridisch en zelfs filosofisch zal deze analogie kloppen. Ik vermoed echter dat artsen en de meeste leken duidelijk het verschil zien tussen de premiebetaler, die een algemeen beschikbaar middel - geld - inlevert, en de orgaandonor. De donor heeft, doordat hij zich over de heersende angst en schroom heeft heen gezet, meer recht om mee te beslissen over de inzet van de door hem beschikbaar gestelde - zeer speciale - medische middelen dan de premiebetaler over de besteding van zn centen.
Helaas lijken al deze overwegingen zinloos. Buijsen tovert een juridisch konijn uit de hoed, het Additionele protocol met betrekking tot de transplantatie van organen en weefsels van menselijke oorsprong. Het is allemaal al internationaal geregeld, niet zeuren verder. Bij mij rijst dan de vraag wie er beslist over de ondertekening van een dergelijk protocol. Is er discussie geweest met artsenorganisaties, in Medisch Contact, met patiënten, met de politiek, met de bevolking in het algemeen, of wordt de finale beslissing over dit belangrijke medisch-ethische probleem na rondgang langs enkele juridisch geschoolde regelneven zomaar aangenomen? Wie bewaakt de bewaker?
Rotterdam, mei 2004
- Er zijn nog geen reacties