Artsen en verpleegkundigen hebben weinig kennis over pijn bij kanker
Plaats een reactieArtsen en verpleegkundigen scoren niet goed op een vragenlijst over pijn bij kanker. Op twee derde van de vragen gaven méér respondenten een fout dan een goed antwoord.
In de enquête, uitgezet door Medisch Contact en het verpleegkundigenvakblad Nursing, kregen bijna vierduizend artsen en evenzoveel verpleegkundigen zestien inhoudelijke vragen over het onderwerp pijn bij kanker. Ruim 1600 enquêtes werden ingevuld door onder meer 644 verpleegkundigen, 355 huisartsen en 276 medisch specialisten.
Zes vragen werden door de meerderheid van de respondenten goed beantwoord. Tien vragen beantwoordde meer dan de helft van de respondenten fout. Zo meent twee derde van de respondenten dat patiënten met kanker in de terminale fase steeds meer opioïde nodig hebben tegen de pijn. Driekwart van de respondenten is van mening dat toevoeging van laxantia bij opioïden niet standaard hoeft. Artsen en verpleegkundigen antwoordden over het algemeen niet heel verschillend. Een uitzondering hierop is de vraag of verpleegkundigen merendeels verantwoordelijk zijn voor het meten van de pijn.
Van de verpleegkundigen vindt 85 procent dat dit zo is, terwijl maar 22 procent van de artsen deze mening is toegedaan. In de nieuwe richtlijn Diagnostiek en behandeling van pijn bij patiënten met kanker is vastgelegd dat pijn bij iedere patiënt met kanker doorlopend moet worden gemeten en dat zowel de verpleegkundige als de arts daarvoor verantwoordelijk is.
Iedereen in de zorgketen onderschat pijn, zei voorzitter van de richtlijnwerkgroep Kris Vissers vorige week in Medisch Contact (MC 2/2008: 52).
Op 24 januari is er een live-uitzending op internet over de nieuwe richtlijn, gevolgd door een online nascholingsmodule (zie
). Eind februari wordt de kennis van artsen en verpleegkundigen over dit onderwerp opnieuw gemeten onder achtduizend artsen en verpleegkundigen.
Over een jaar zal de meting nogmaals worden herhaald. << EJP
- Er zijn nog geen reacties
